|
|
|
NIEUWSSELECTIE Discussie: Mag 'de pil van Drion' verstrekt worden?
|
Borst mag blijven van Tweede Kamer Door onze politieke redactie DEN HAAG, 20 APRIL. Een motie om minister Borst (Volksgezondheid) naar huis te sturen in verband met haar uitspraken over ‘de pil van Drion' is gisteren in de Tweede Kamer verworpen met slechts de stemmen vóór van de drie christelijke partijen, die de motie ook hadden ingediend. Borst en premier Kok verklaarden beiden tijdens het debat dat binnen het kabinet geen plannen leven om nog enig wetsvoorstel te doen inzake euthanasie-vraagstukken, en dat derhalve de persoonlijke opinies van Borst over stervenshulp aan levensmoede hoogbejaarden zonder betekenis zijn voor de eenheid van kabinetsbeleid. Oppositieleider De Hoop Scheffer (CDA) meende niettemin ruimte tussen de standpunten van Borst en de premier te ontdekken, daar de laatste dergelijke opinies duidelijk niet koesterde. Kok liet er in de Kamer weinig twijfel aan bestaan, dat hij de tijd voor verdere bespiegelingen in de sfeer van de euthanasie niet rijp acht. Na de aanvaarding van de euthanasiewet in de Eerste Kamer, die in delen van christelijk Nederland opschudding had gewekt, acht de premier de tijd voor rust gekomen. Ook de woordvoerders van PvdA en VVD uitten zich in deze trant, en namen Borst met name het moment van haar uitspraken kwalijk. Het CDA had in de dagen voorafgaand aan het debat geprobeerd om - gebruikmakend van de onvrede bij de regeringspartijen over Borsts interview - onder hen steun te vinden voor een milde veroordeling van de minister. Toen dat niet lukte, sloot het CDA zich te elfder ure aan bij het plan van ChristenUnie en SGP voor een kansloze motie van afkeuring. Borst, die tijdens het debat in grote lijnen vasthield aan haar uitspraken in NRC Handelsblad, bood wel uitdrukkelijk excuses aan voor haar zinssnede ‘het is volbracht'. Deze zin - bedoeld als verzuchting nadat de euthanasiewet door de Senaat geloodst was - is een bijbelwoord, dat haar met name door de SGP en de ChristenUnie buitengewoon kwalijk werd genomen. Borst verklaarde zich niet te hebben gerealiseerd dat deze zin een gosdienstige connotatie, en dat zij de woorden zo niet had mogen uitspreken, als ze dat wel had geweten.
Zie ook:
'Nu vind ik het een zegen dat ik nog leef' (18 april 2001)
|
NRC Webpagina's 20 APRIL 2001
|
Bovenkant pagina |
|