Taalruzie met België
Door onze correspondent HANS BUDDINGH'
BRUSSEL, 5 APRIL. De Nederlandse
ambassadeur in Brussel, Antoine van Dongen, voelt zich "bezeerd". En de
Vlaamse minister-president, Patrick Dewael, is op zijn beurt weer
"ontstemd".
Tussen Vlaanderen en Nederland is een heus diplomatiek relletje
ontstaan. Aanleiding? Een brief van Dewael aan de ambassades in
Brussel, waarin de Vlaamse minister-president vraagt Vlaamse burgers in
hun ambassades in het Nederlands te ontvangen. In de brief van 13 maart
staat dat "een minimale erkenning van en hoffelijkheid tegenover het
Nederlands erin bestaan dat een gepaste vermelding in het telefoonboek
en een degelijk onthaal in het Nederlands voorhanden zijn." Dewael
wijst erop dat veel ambassades op geen enkele wijze in het Nederlands
kunnen communiceren. Van Dongen schreef terug zich "enigszins bezeerd"
te voelen door de brief. "Zij gaat immers uit van een zeker gebrek aan
hoffelijkheid. Gelet juist op de taalverwantschap tussen Vlaanderen en
Nederland kan die veronderstelling ten aanzien van mijn Ambassade
nauwelijks doel treffen." De Nederlandse ambassadeur vroeg in zijn brief
bovendien of Dewael "niet een intern Belgisch probleem, wellicht zelfs
Vlaams probleem in het midden heeft gelegd van een kring waar het niet
thuis hoort". Volgens Van Dongen voelt " het corps diplomatique zich nu
tot partij gemaakt in een tegenstelling waarbij het geen partij
wil, noch kan zijn." Om er nog aan toe te voegen:
"Bijgevolg lijkt een bepaald beeld van Vlaanderen te zijn opgeroepen
dat in de ogen van vele mijner collega's geen voordeel oplevert. Dit
alles zeg ik U met alle respect en vanuit de beoefening van oprecht
nabuurschap."
Dewael reageerde met een boze brief en ook nodigde hij Van Dongen uit
voor een gesprek want "ik kan uw houding en uw schrijven niet
aanvaarden". Volgens Dewael ontmoette hij bij andere ambassadeurs
"begrip" voor zijn verzoek. Officieel op het matje roepen kan Dewael de
Nederlandse ambassadeur niet, want Van Dongen is als diplomaat
geaccrediteerd bij de federale regering. Dewael onderstreept dat het
Nederlands een officiële EU-taal is. Hij meende daarom te kunnen
rekenen op zijn "taalbroeders" om de gemeenschappelijke taal "in een
Europese context in stand te houden". Dewael onderstreept dat zijn
verzoek aan de ambassades volgt na een motie in het Vlaamse Parlement.
Hij wijst er verder op dat de 'Maximazaak' toch duidelijk maakt dat
Nederlanders het appreciëren in het Nederlands te worden
toegesproken. De Vlaamse minister-president stuurde afschriften van
zijn reactie aan Van Dongen aan de Belgische en Nederlandse regering en
het Vlaams Parlement. Bij de Vlaamse regering zou ongenoegen zijn
ontstaan over het feit Van Dongens brief onder ambassadeurs in Brussel
circuleerde.