DE AMSTERDAMSE wethouder Köhler heeft gisteren een overeenkomst gesloten met Taxi Centrale Amsterdam ( TCA) over het gebruik van de standplaatsen in de stad. Volgens het akkoord, onder druk van het Gerechtshof tot stand gekomen, worden de belangrijkste 'palen' opgeheven of gescheiden en zullen de overige 51 plekken voor alle taxichauffeurs toegankelijk zijn.

De drie belangrijkste bestuursleden van TCA waren er op dit cruciale moment niet bij. Zij zitten sinds gisteren vast. Justitie verdenkt hen ervan deel uit te maken van een criminele organisatie die zich schuldig heeft gemaakt aan onder meer fraude, verduistering, oplichting en uitlokking tot geweld. De voornaamste concurrenten van TCA waren even eens afwezig. Omdat de TCA-directie aan de vooravond van de ondertekening het compromis op geheel eigen wijze had geïnterpreteerd en er geen sancties bij eventuele overtreding van het convenant zijn vastgelegd, verliet een aantal grotere taxibedrijven gistermiddag het Gerechtshof voordat de overeenkomst zou worden getekend. Wethouder Köhler (GroenLinks) was wel aanwezig. Volgens Köhler heeft hij geen overeenstemming bereikt met de arrestanten maar met de rechtspersoon TCA. Hij weigerde daarom de onderteke ning uit te stellen om nog een paar punten op de i te zetten, zoals de tegenpartij van TCA had verzocht. Juridisch gezien heeft Köhler geen ongelijk. Hij heeft niet onderhandeld met de drie bestuurders maar met de organisatie. De drie staan bovendien slechts onder verdenking. Of er een veroordeling volgt, moet nog blijken. Maar maatschappelijk gesproken heeft Köhler de plank hopeloos misgeslagen.

DAT IS NIET de eerste keer in zijn bestuurlijke carrière in Amsterdam. Vanaf het moment dat de 'taxi-oorlog' uitbrak, heeft de GroenLinkser zich van zijn slechtste kant laten zien. Toen hij in 1998 aantrad, erfde hij een troebele boedel. Zijn voorgangers hadden het monopolie van TCA ondersteund en de daaruit volgende anomalieën op hun beloop gelaten. Köhler zelf heeft sindsdien echter niets gedaan om het tij te keren, hoewel hij er als medebestuurder van het openbaar lichaam dat de vergunningen formeel verstrekt met zijn neus bovenop zat en aldus kennis had kunnen nemen van de wetteloosheid waarvan justitie de TCA-top nu verdenkt. Köhler keek de andere kant op, mede omdat hij een tegenstander was van de door de Tweede Kamer aangenomen wet waarmee de taxibranche zou worden geliberaliseerd.

Toen chauffeurs van TCA na de invoering vorig jaar over gingen tot geweld tegen onwelgevallige concurrenten en de politie, verwees hij de kritiek door naar Den Haag. Pas toen de gemeente voor de rechter werd gedaagd, moest hij zich er weer mee bemoeien. De wethouder had zijn stad al een slechte dienst bewezen door het probleem aan minister Netelenbos (Verkeer) te adresseren. Sinds gisteren heeft Köhler ook zelf een probleem. De brutaliteit van TCA is Am sterdam een doorn in het oog. De fracties van PvdA en VVD hebben hem daarop regelmatig doch vrijblijvend aangesproken. Maar Köhlers gezag als verantwoordelijk wethouder is nu tot een zodanig dieptepunt gedaald dat het tijd wordt de consequenties in de gemeenteraad op de agenda te zetten.