|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Volendam
|
Gemeente gaf Veerman ruimte
DEN HAAG, 1 FEBR. Burgemeester F. IJsselmuiden van Edam-Volendam wist het zondag 7 januari jl. zeker. Zijn college, in ieder geval de verantwoordelijk wethouder, zou hebben ingegrepen als hun was gemeld dat Veerman niks had gedaan om zijn kroegen brandveilig te maken. In de zomer van 2000 had preventieambtenaar Cees Bont de autoriteiten per brief gewaarschuwd voor een levensgevaarlijke situatie in de drie op elkaar gestapelde cafés en de eigenaar had tot 1 oktober de tijd gekregen om dat te verbeteren. In de studio van KRO's Netwerk zei IJsselmuiden: "Dan zou B en W zich hebben beraden en in ieder geval zou de wethouder voor ruimtelijke ordening de betrokkene hebben opgebeld en gezegd: nu binnen een week klaar of B en W besluiten om je tent dicht te gooien." Maar toen wethouder Visscher van ruimtelijke ordening op 8 november 2000 de tweede schriftelijke waarschuwing van dat jaar kreeg dat in de Wir War-bar, Het Hemeltje en De Blokhut door het ontbreken van brandtrappen en veilige vluchtwegen nog altijd een gevaarlijke situatie bestond, gebeurde er weinig anders dan in de jaren daarvoor. De ambtenaren eisten een trap aan de achterkant van de bars. Visscher parafeerde de notitie en een ambtenaar schreef eronder: "Direct laten uitvoeren", maar de bouwtekeningen kwamen pas een maand later. In de nacht van de brand renden wanhopige jongeren het niet beschermde plat op en vielen meters naar beneden. Eén van hen kwam om het leven, een ander ligt met een gebroken rug in het ziekenhuis. In het stadskantoor van Edam-Volendam is geschiedenis te lezen van de ooit uitpuilende maar nu gemeden kroegen aan de haven van Volendam. Een onthullend blijk van bestuurlijk onvermogen om regels en voorschriften te laten gelden voor een brutale horecabaas. Het nog onvolledige dossier over de praktijken van Jan Veerman bevestigt volop de eerder gedane uitlatingen van inwoners en politici - ook in deze krant - dat het ondernemers in Volendam niet al te moeilijk wordt gemaakt. Een brief van 30 maart 1992 van de directeur gemeentewerken, gericht aan burgemeester en wethouders, begint zo: "Bij gehouden controles in verband met de brandveiligheidsvoorzieningen horeca-inrichtingen afgelopen week, is geconstateerd dat de Wir War-bar en bar De Puul (van de buurman - red.) zijn samengevoegd. De directie overweegt om ook de twee kelderbarren samen te voegen." De directeur gemeentewerken zegt dan dat hij de constructie in orde heeft bevonden en vervolgt: "Samenvoeging heeft zeker praktische voordelen, gelet op brandveiligheid en algeheel toezicht." Veerman wordt gevraagd achteraf nog even een tekening van de nieuwe indeling te sturen. Een dag later corrigeert de planologische commissie dat en beslist dat er toch een nieuwe bouwaanvraag nodig is. Maar Veerman krijgt zijn zin. De autoriteiten hebben dan al jaren ervaring met de horecabaas die zich weinig of niets aantrekt van de regels, ze telkens met succes zo oprekt dat hij zijn plannen gerealiseerd krijgt. Het totaalbeeld dat bestudering van het dossier-Veerman oplevert is dat zijn horeca- onderneming op de dijk in zijn geheel tot stand is gekomen door illegale praktijken waarvoor de gemeente telkens achteraf weer toestemming gaf. Veerman bouwde, verbouwde, de gemeente plooide en streek om de boel in te kunnen passen in de wettelijke voorschriften. Illegale samenvoeging op dijkniveau in 1992, met de kelderbar De Blokhut was het jaren daarvoor ook al zo gegaan. De gemeentelijke autoriteiten schrijven in juli 1989 aan Veerman: "U heeft uw café zonder vergunning uitgebreid, zo heeft een onderzoek van Bouw- en Woningtoezicht uitgewezen." Hij moet de werkzaamheden staken, maar krijgt de gelegenheid om binnen twee weken een bouwplan in te dienen. Wanneer Veerman in 2000 een nieuwe algehele vergunning voor zijn cafés moet aanvragen, blijkt intussen ook een kroeg op de zolder te zijn ingericht: Het Hemeltje. Controlerende ambtenaren stellen vast dat tekeningen niet kloppen. De inrichting die ze op de bovenverdieping aantreffen, twee bars tegenover elkaar, wijkt daarvan flink af. Opnieuw is men bereid ook deze illegale verbouwing in te passen. Tussendoor is de gemeente jarenlang bezig geweest met een procedure bij de Raad van State om te bereiken dat Veerman zijn illegale biertanks verwijdert uit een naast zijn kroegen gelegen woonhuis. Het gaat om tanks voor 6000 liter bier en ze zijn daar geplaatst om, zoals de gemeente schrijft "meer ruimte voor commerciële activiteiten" te hebben in de cafés. Zonder tanks meer bezoekers. Pas in 1993 lukt het na een positieve beslissing van de afdeling rechtspraak van de Raad van State om de horecabaas zover te krijgen dat hij de bieropslag verplaatst. Even verder in het dossier liggen stukken waaruit blijkt dat Veerman vervolgens hetzelfde pand en een naastgelegen perceel kan afbreken om hier nieuwe winkels en appartementen te bouwen. Op 14 november 2000, een week na de waarschuwing wordt toestemming verleend voor uitvoering van het ingrijpende bouwplan.
|
NRC Webpagina's 1 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|