|
|
|
NIEUWSSELECTIE De Nederlandse Huismannen Organisatie
De kunst van het combineren, Taakverdeling onder partners
|
Ondanks huilbaby's en gedeukt
carrièreperspectief is een parttimebaan voor steeds meer vaders
hét ideaal
Het grote geluk van de deeltijdman
Dit artikel moest eigenlijk donderdag af zijn zodat één van de auteurs, deeltijdman, zijn vrije dag met zijn dochter kon doorbrengen. Dit is mislukt. Werken in deeltijd is plannen en organiseren. De Amsterdamse beeldend kunstenaar Maarten Sprenger (42) ziet de tijd met Bruno (1,5) en Lola (bijna drie) als zijn 'midlifetop'. "Kinderen krijgen is een van de mooiste dingen in het leven. Het relativeert het werk waar ik voorheen zo druk mee was." Hij werkt nu ongeveer 15 20 uur per week. Als zelfstandige kan hij zijn eigen tijd indelen. "Ik mis wel de continuïteit van het werk", zegt Sprenger. "Die heb ik voldoende binnenshuis. Buitenshuis niet. Maar als ze over een paar jaar naar de basisschool gaan, krijg ik weer meer tijd voor andere dingen." Everhard (6) zit op zijn knieën voor de televisie. Zijn zusje Sanneke (4) ligt op de bank, naast haar een boterhambordje met grote korsten. Ademloos kijken ze naar een Pokémon die monsters te lijf gaat. Everhard kijkt verlegen omhoog. Of hij het leuk vindt dat zijn vader veel thuis is? Hij knikt. "Ja", lispelt hij zachtjes. "Omdat de televisie dan aan mag." Zijn vader, Everhard de Neeling (43), lacht betrapt. Hij is veel gemakkelijker dan hun moeder, bekent hij aan tafel van de kleine flat in het Rotterdamse Kralingen. "De kinderen zijn dan lekker rustig." Op donderdagochtend hoeft Ruud Gommers (32) uit Rotterdam geen pak met stropdas aan. Dan schiet hij gewoon in een spijkerbroek en een trui. De donderdag is voor zijn zoon Pieter (8 maanden). "Met een baby kan je niet nog niet zoveel. Het wordt steeds leuker." Trots: "Sinds kort kan hij zitten. Heb ik een hele middag alleen maar met hem gezeten." Aart Noorlander (41) uit Utrecht zorgt ervoor dat hij geregeld op de school van zijn zoon Emiel (9) en dochter Rianne (7) meehelpt bij het rekenuur of leesuur. En als Emiel en Rianne thuiskomen maakt hij hun "primaire, emotionele reacties" mee. Daardoor krijgt hij een beter "totaalbeeld" van zijn kinderen.
Vier deeltijdmannen. Ze werken twee, drie of vier dagen zodat ze ook voor hun kinderen kunnen zorgen. Nog maar weinig mannen kiezen daarvoor, blijkt uit het deze maand gepubliceerd rapport De kunst van het combineren van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Bij slechts vier procent van alle huishoudens werkt zowel de man als de vrouw in deeltijd bij één procent van de paren werkt de man parttime en de vrouw fulltime. Als er kinderen komen, gaat de vrouw in verreweg de meeste gevallen minder werken en houdt de man een fulltime baan. Eenderde van alle mannen en vrouwen zou het liefst het werk binnens- en buitenshuis beter willen verdelen. In theorie is er weinig dat ze tegenhoudt. Het recht in deeltijd te werken (of om meer te gaan werken) is dit jaar wettelijk geregeld. "In de praktijk blijkt dat vaak lastig te realiseren", zegt 'nationale deeltijdman' Vincent Duindam, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. "Het mag niet van de werkgever, of mannen vrezen dat hun carrière in gevaar komt. Soms durven ze er niet eens over te beginnen." Toen Duindam halverwege de jaren tachtig begon met zijn onderzoek naar 'zorgende vaders', waren die in de media bijna zonder uitzondering onderwerp van cartoons en spot. Duindam: "Van die grappige stukjes over mannen die de was ophangen of de fles geven." Een fulltime werkende man was de maatstaf, een zorgende vader een sul. Het was voor de enkele deeltijdman dan ook vrijwel altijd een 'bij-gebrek-aan-beter keuze': hij was werkloos, door zijn rug gegaan of zijn vrouw verdiende veel meer. Mannen zeiden toen nog: 'Ik voel me gecastreerd achter de kinderwagen', zegt Duindam. Het beeld van de zorgende man is seksier geworden. Een man achter de kinderwagen laat zien dat hij vruchtbaar is en dat hij kan zorgen. Duindam: " Dat zie je terug in de reclame waar bijvoorbeeld een stoere man met een baby op een Bauknecht zit." Stoer of niet, veel werkgevers staan nog steeds niet te springen om een deeltijdman in dienst te nemen of te houden, merkte Aart Noorlander. Vroeger werkte hij zestig, zeventig uur per week als elektrotechnisch monteur van grafische machines. Samen met zijn vrouw vertrok hij voor twee jaar naar Indonesïe, om te werken aan een ontwikkelingsproject. Zijn werkgever zei hem dat hij te allen tijde kon terugkeren. Toen Emiel op komst was keerden ze terug. Noorlander wilde de taken met zijn vrouw delen. "Maar toen ik over 32 uur begon, viel er niet meer over een terugkeer naar mij oude werk te praten. Onmogelijk. Dat kan niet bij dit werk, zeiden ze. Ze waren ook bang om precedenten te scheppen." Bij een technisch uitzendbureau wilden ze hem voor een deeltijdbaan niet eens inschrijven. Uiteindelijk kon hij 28 uur in een boekbinderij aan de slag. Dat ging goed. Al kreeg hij soms wel eens een opmerking als hij om klokslag vijf uur wegging omdat hij Emiel uit de crèche moest halen. Toen hij een dag vrij wilde nemen omdat Emiel de mazelen had, ontstond er een conflict. Hij kreeg een aangetekende brief dat hij die dag op zijn werk moest komen. "Ik heb toen opnieuw duidelijk gemaakt dat werk niet het belangrijkste was in mijn leven." Inmiddels werkt Noorlander bij een andere boekbinderij, dichter bij huis. Daar heeft hij veel vrijheid om zijn werktijd (33 uur per week) in te delen. Al blijven collega's opmerkingen maken over zijn speciale positie. "Zeggen ze steevast 'goeiemorgen' als ik pas 's middags begin. Meestal heeft het geen vervelende ondertoon."
Schuldgevoelens worden lang niet altijd door collega's of de werkgever opgedrongen. Ruud Gommers, hoofd commerciële zaken hypotheken bij de ABN Amro: "Ik voel me zelf schuldig. Zoals vorige week, toen Pieter ziek was en ik onverwacht een dag vrij moest nemen." Een halfzieke deeltijdman werkt door, een halfzieke gewone werknemer niet, denkt Everhard de Neeling, drie dagen administrateur bij een internationale handelsonderneming. "Ik ben er al zo weinig, dan vind ik het extra vervelend om me ziek te melden." Ruud Gommers gelooft niet dat zijn carrière ernstig onder de vierdaagse werkweek zal lijden. Maar hij werkt dan ook de overige vier dagen, ten minste negen uur per dag. "Ik wil wel doorgroeien, je zoekt toch altijd je eigen plafond. Als ik niet de top kan halen omdat ik ook voor mijn kind wil zorgen: het zij zo." Andere deeltijdmannen denken wel dat ze met hun carrière een pas op de plaats maken. "Anders had ik nu bedrijfsleider kunnen zijn", zegt elektrotechnisch monteur Aart Noorlander. Ze voelen zich pioniers. Gommers: "Deeltijdwerk is in de bankensector goed geregeld. Maar onder leidinggevenden kwam het nauwelijks voor." Van te voren had hij zijn plan getrokken: "Ik vind het een machtig mooi bedrijf, maar als het niet was gelukt, was ik weggegaan." Werkgevers zitten vaak vast in het clichébeeld dat een werknemer tussen zijn 30ste en 45ste jaar moet 'pieken', zegt Louise Groenman, voormalig D66-Kamerlid en kroonlid van de SER. "Dat is onzin. Waarom zou je niet enkele jaren rustig aan kunnen doen en op je 45ste weer fullswing aan de slag kunnen gaan? Op die manier blijven mensen langer enthousiast aan het werk. Dat is, gezien de vergrijzing, ook een economische noodzaak." Zorgen wordt ondergewaardeerd, zegt onderzoeker Duindam. "Als een man een vergadering verlaat omdat hij belangrijke zaken te doen heeft, is er geen haan die ernaar kraait. Maar als hij weg moet omdat zijn kind ziek is, wordt er gemopperd." Dit terwijl uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen die parttime werken hun tijd effectiever gebruiken dan fulltime werkende collega's. "Zeker", zegt Duindam, "je gaat dan op de vrije dag naar de tandarts, anderen doen dat onder het werk." Volgens hem is er een omslag nodig in de bedrijfscultuur waardoor zorg meer gewaardeerd wordt. "Topbanen zouden niet in deeltijd kunnen, maar je ziet vaak topmanagers die een dag in de week hoogleraar zijn aan een universiteit. Niets aan de hand."
Maarten Sprenger schept, met de schort nog voor, verse tomatensoep op. Hij voert Bruno die de hete soep te snel wil opeten en maant Lola die er juist mee zit te knoeien. Tussendoor neemt hij zelf ook een hap. " Maarten kookt elke avond en altijd heel lekker", zegt zijn vrouw Karin Rekvelt (41) en snijdt nog een stukje quiche af. Sprenger wil in geen geval een vader zijn die alleen 's avonds voor het slapen gaan zijn kind nog even voorleest, zo'n 'quality-time-vader'. "Dat is het sufste begrip dat ik in jaren heb gehoord. Het zeilt volkomen om de kern van de opvoeding heen. De bouwstenen van de opvoeding bestaan uit jouw omgang met dagelijke bezigheden: samen aankleden, schoonmaken, eten, in de zandbak spelen. Een kind leert geen boodschappen doen uit een boek of van Sesamstraat. Een kind leert dat door het samen met jou te doen en dan te herbeleven in een verhaal." Maarten heeft de zorg voor Lola en Bruno nooit als een last ervaren. " Ik vind het leuk om te zorgen en ik kan het goed. Het was een vanzelfsprekende verdeling. Ik geloof ook niet dat zorgen typisch vrouwelijk is en fulltime werken typisch mannelijk. Dat is beeldvorming. Ik voel me niet minder stoer met de kinderen voor en achterop de fiets." Aart Noorlander vindt dat de relatie met zijn kinderen hechter is omdat hij er door de weeks vaak voor ze is: "Ik zie toch vaak dat als een kind gevallen is, hij direct naar zijn moeder rent. Bij ons is dat niet zo." Hij vindt het leuk om zijn kinderen bijvoorbeeld ook op school te zien. "Dan zie je hoe ze in een groep functioneren. Emiel is afwachtend, en wat onzeker. Dan kun je hem proberen te helpen om zich steviger te voelen. Ik zeg dan dat ie eens een bijzonder speelding moet meenemen naar school, zodat er ook kinderen op hém afkomen." Ook voor de relatie met de partner is het goed als de man eveneens voor de kinderen zorgt. "Je hebt meer gespreksstof", vindt Everhard de Neeling. Everhard junior en Sanneke zitten na twee uur nog steeds voor de televisie. Aan het einde van de middag komt zijn vrouw Tineke de Neeling thuis. Ze kijkt naar de televisie, maar ze zegt er niets over. "Wij maken nu dezelfde dingen mee", zegt ze. "Een vrouw vindt het niks om de hele tijd verhalen te horen over zijn interessante functie bij de Shell of zo." Everhard: "Als je in een hele andere belevingswereld zit, is het moeilijk elkaar te begrijpen". Tineke: "Everhard weet altijd alle roddels uit de buurt. Die hoort hij van moeders bij de speeltuin. Dat is veel leuker."
Als de mannen de smaak van het deeltijdwerk te pakken hebben, willen ze niet meer anders. Uit buitenlands onderzoek is bekend dat mannen weer fulltime gaan werken als de noodzaak voor een parttime baan er niet meer is. Bij de Nederlandse mannen die Duindam volgt is het anders. In 1997 spoorde hij 130 van de 182 zorgvaders uit zijn eerste onderzoek in 1993 op. Iedereen werkte nog in deeltijd. "Ze vonden dat gewoon het prettigst." Duindam constateerde dat zijn deeltijdmannen zich mentaal en fysiek lekkerder voelen dan een groep niet-zorgende vaders die een collega-onderzoeker bestudeert. Maar mannen moeten het liefst wel iets meer werken dan hun vrouw: hij drie dagen, zij tweeënhalf, is de optimale combinatie. Zodra de vrouw meer dan 32 uur ging werken, zakte het positieve gevoel van een 8,5 naar een 7. Dan krijgt de man het gewoon te druk. De vier deeltijdmannen kunnen zich hier niet in vinden. Ze doen al even veel, of zelfs meer dan hun vrouw. Maar de combinatie van zorg en arbeid is niet altijd een zegen. Noorlander vond het eerste jaar met zijn zoon Emiel loodzwaar. "Hij was een huilbaby. Als ik alleen met hem was, was ik onzeker. Doe ik het wel goed? Waarom huilt hij toch zo? En Emiel was drie, vier keer per nacht wakker. Ik weet nu wat een postnatale depressie is."
|
NRC Webpagina's 30 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|