B E E L D :
Polderteksten
Maarten Huygen
Russen heeft alles mee:
publiek, geld, sponsors, acteer- en regisseertalent, goede muziek, mooie
locaties in Amsterdam en zelfs een team van zes schrijvers, net als in
Amerika. Maar een echte politieserie is het niet.
De verhalen verschillen onderling zo sterk dat hoofdrolspelers als Hans Dagelet,
Marjolein Keuning en Thom Hoffman na al die afleveringen geen
consistente figuren hebben ontwikkeld. De schrijvers zijn het onderling
kennelijk niet eens, zodat je elke week een aflevering met andere
karakters, gespeeld door dezelfde acteurs, krijgt te zien, terwijl je
bij een politieserie juist houvast nodig hebt aan de hoofdfiguren.
Aangezien de Amerikaanse hiërarchische verhoudingen voor het
schrijversteam ontbreken, zal iedere week wel een ander zijn zin hebben
mogen doordrijven. Het poldermodel in tekst levert moeizame compromissen
op. Ongeloofwaardig: agent Thom Hoffman stuit op zijn broer Pierre Bokma
die een supermarkt gijzelt. De luide ruzies zijn geschikt voor de grote
schouwburg, maar doen zo vlak voor de camera ouderwets theatraal aan.
Onaf: als Hans Dagelet voor een vriend een lijk heeft verstopt, blijft
hij toch aan als chef. De aflevering van afgelopen vrijdag over
hufterige, criminele Amsterdamse taxichauffeurs stond me wel aan, maar
dat was er maar één.
Geen wonder dat Baantjer wekelijks ruim de kijkcijferrace wint.
Voor detectives moet je bij de commerciëlen zijn omdat ze minder
pretenties hebben en langer doorgaan op een beperkter budget.
Baantjer is mij wel te voorspelbaar. Op Piet Römer kun je te
veel bouwen. Wekelijks ritueel: aan de cognac in een Amsterdams
café met barkeeper John Leddy, waar iets gebeurt wat hem
plotseling inspireert tot de oplossing in de zaak. Hij heeft ruzie met
zijn baas commissaris Buitendam. "Ik ben mijn hele leven bezig vriendjes
te blijven met de politiek", zegt die zodat het de kijker duidelijk
wordt waar hij staat. Er ontbreekt nog iemand die zegt dat hij de gemene
moordenaar is. De soap GTST is daarbij vergeleken Shakespeare.
Origineel is het zaterdag-SBS-duo Wildschut & De Vries, een
koppel detectives dat in scheiding ligt maar geen afscheid kan nemen
omdat ze compagnons zijn. Ze hebben een suffe werknemer die alles fout
doet en een secretaresse met een rookstem die hogerop wil. Afgelopen
zaterdag ging het over een vrouw die via de computer werd gestalkt door
een collega uit wraak voor een aanklacht wegens seksueel misbruik. De
klager moest - ook al had ze gelijk - een hoge prijs betalen in
carrière. Ze werd geen partner en nam ontslag. Realistisch waren
de kekke mantelpakjes, de vlotte kantoorinrichting met een driegesprek
aan een veel te grote conferentietafel. Hoe erg het is om als talentvol
acteur in een slecht verhaal te zitten, was te zien in Het Uur van de
Wolf. Tamar van den Dop had op de video opgenomen hoe ze het leven
moest uitbeelden van de onfantastische regisseur Froukje Fokkema. Die
had de Oostenrijkse toneelschrijver Thomas Bernhard wel eens ontmoet.
Hij had haar zelfs een paar keer gebeld en dat had haar status zó
verhoogd dat ze er een autobiografische film over kon maken. Zoveel
belastingvrij filmkrediet in Nederland. Van den Dop werd wanhopig, want
Fokkema vatte alles wat de actrice zei over haar rol persoonlijk op. De
ideeën van de kafferende Fokkema zwalkten, ze wist niet wat ze
wilde en uiteindelijk besloot ze dat de film dan toch maar anders moest
worden dan haar leven. Want dat leven bood te weinig aanknopingspunten
voor een filmverhaal. Vooruit, ze gooide er een moord in op de Pyreneese
geitenhoeder (weer Thom Hoffman) met wie ze had samengeleefd. Zo schokt
de handeling voort. Het maakt me niet nieuwsgierig naar het eindproduct.
Neem dan vakverteller Thomas Roosenboom, gisteren in De Plantage
net gepasseerd voor de AKO-prijs. De vragen van het jeugdpanel aan
de schrijvers waren variaties op het thema: "Doet u het zelf ook?" Nee,
zei Roosenboom, het waren gewoon goede gegevens voor een roman.