U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  K U N S T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Officiële Dick Bruna-site

www.nijntje.nl


Succes doet Bruna de makkelijkste weg kiezen

Door HANS DEN HARTOG JAGER
Er valt weinig meer aan te doen: vanaf deze week zijn de nationale oma en opa vastgesteld. De oma was al duidelijk - om Annie M.G. Schmidt kan niemand heen. Opa was wat vager, maar die is het afgelopen weekend in Utrecht geclaimd: de opa aller Nederlandse opa's is Dick Bruna.

Op de semi-permanente tentoonstelling die vanaf dit weekend in de Rietveldvleugel van het Centraal Museum is ingericht lacht de tekenaar de toeschouwer vanaf diverse foto's toe, met de twinkelende ogen en vertrouwenwekkende snor van de thuisknutselende grootvader. Om hem heen hangen de Nijntjes, Betje Biggen, de Zwarte Beertjes en de Schaduwen die hem beroemd hebben gemaakt - volgens de Centraal Museum-krant zijn er over de hele wereld meer dan 80 miljoen Bruna-boeken verkocht. Toch zit dat imago van favoriete opa hem niet lekker. Bruna wil graag serieus genomen worden als grafisch kunstenaar. Niet voor niets meldt hij op de expositie dat hij 'nooit alleen voor kinderen heeft willen werken', en dat hij blij is dat zijn Bruna-vleugel naast die van Gerrit Rietveld ligt. Die link is geen loos verlangen, tussen de twee Utrechtse kunstenaars bestaat zeker verwantschap. Allebei zijn ze bekend geworden door hun pleidooien voor eenvoud en helderheid en zowel Rietveld als Bruna houden van primaire kleuren. Aan dat laatste heeft Bruna zijn succes te danken. Bruna's werk is op zijn best als het op zijn simpelst is. Zijn figuren zijn dan bijna pictogrammen: perfecte, elementaire verbeelding van een bloem, een taart, een varken of een hond. Het beste voorbeeld daarvan is natuurlijk Nijntje. Dit figuurtje is al zo vertrouwd dat niemand meer beseft dat haar hoofdje niet meer is dan een doorlopende lijn met twee puntjes en een kruisje, en toch, onmiskenbaar, een konijn. Subliem in al z'n eenvoud. Alleen al om Nijntje kan Bruna niet genoeg geprezen worden.

Maar Bruna's kracht ligt niet alleen in die eenvoud. Zijn beste werk ontstaat juist als hij die grafische stilering een 'menselijk gezicht' geeft. Hoe pictografisch het werk ook is, de hand van de tekenaar blijft altijd zichtbaar: al zijn tekeningen, in het bijzonder beesten als Nijntje, Betje Big en Snuf zijn uitgevoerd in de typische Bruna- bibberlijn. Die houdt de dieren levendig en zorgt ervoor dat het nooit stijve symbolen worden.

Dat Bruna toch meer graficus is dan kindertekenaar, blijkt uit zijn werk voor volwassenen. Op de tentoonstelling zijn ze te zien op de 'tijdsbalk' die Bruna's leven chronologisch volgt. Daarop is ook veel ruimte gemaakt voor de 'volwassen' boekomslagen, voor Havanck en voor Simenon, voor Jean Bruce en de vele Zwarte Beertjes. Het lievige van zijn kinderwerk is daarin nauwelijks te bespeuren. De ontwerpen zijn strak en speels, verrassend gevarieerd ook, en Bruna blijkt, vooral bij detectives, ronduit vilein te kunnen zijn. Des te spijtiger daarom dat Bruna zulk werk de laatste jaren nauwelijks meer maakt, hij is zich steeds meer op zijn 'kinderwerk' gaan storten. En daar begint het steeds vaker te wringen. Bruna heeft zijn unieke, strakke palet in de loop der jaren langzaam laten verwateren. Dat zie je allereerst in zijn kleurgebruik. Terwijl hij zich in zijn vroege Nijntjes altijd beperkte tot rood, geel, blauw en groen, zijn daar in de loop der jaren steeds vaker oranje, bruin en grijs bijgekomen. In Nijntje in het museum (1997) bijvoorbeeld, gebruikt Bruna onbekommerd en volkomen onfunctioneel twee keer een lelijk grijs vlak, iets dat de jongere Bruna niet in zijn hoofd zou hebben gehaald. En die verwatering treedt ook op in zijn grafiek. Lijn, stilering en het zoeken naar 'elementaire' beelden staan niet meer voorop; het gaat Bruna steeds meer om vertedering en effect. Dat zie je het beste in de vele tekeningen voor 'het goede doel' die Bruna heeft gemaakt. Al die lachende verpleegstertjes en huilend bruine kindertjes zijn grafisch of kleurtechnisch zelden interessant - het zijn eigenlijk niet meer dan tearjerkers, flink vet aangezet om zoveel mogelijk geld voor de opdrachtgever te genereren. Op de tentoonstelling in het Centraal Museum rijst dan ook het beeld op van een getalenteerd graficus die onder druk van zijn succes voor de makkelijkste weg heeft gekozen. Dat merk je al in de toon van de expositie-teksten, die van eenzelfde montere dweperigheid is die Annie M.G. Schmidt al jarenlang treft. Een catalogus die uitleg geeft over Bruna's techniek en kleurgebruik ontbreekt. Bruna kan dan wel zeggen dat hij serieus genomen wil worden, in de praktijk laat hij zich het nationale opa-schap lekker aanleunen.

Tentoonstelling: Dick Bruna.
Centraal Museum,
Nicolaaskerkhof 10, Utrecht.
Di t/m zo 11-17u. Vanaf 5 okt. in de permanente opstelling.

Inl. www.nijntje.nl

NRC Webpagina's
11 OKTOBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad