U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Ministerie van Justitie

Portret staatssecretaris Cohen

Rechtspraak.nl


'Kleine revolutie' in de trias politica


Met twee wetsontwerpen staat de rechterlijke macht een ingrijpende modernisering te wachten. Gesprek met staatssecretaris Cohen: 'Het kan beter'.

Door onze redacteur BRAM POLS

DEN HAAG, 17 JUNI. Grosso modo is de organisatie van de rechterlijke macht in Nederland sinds 1827 niet veranderd. Staatssecretaris Cohen (Justitie) gaat het functioneren van de gerechten - waaronder rechtbanken, gerechtshoven en speciale rechtscolleges - ingrijpend moderniseren. Vorige week stuurde hij de Kamer daarover twee wetsontwerpen.

Ruim twee jaar geleden sprak een raadsheer in Amsterdam nog over een 'kleine revolutie in de onafhankelijkheidspositie van de rechter'. Schadelijk, maar erger nog: structureel bovendien. Op dat moment werd duidelijk dat een wettelijk verankerde verandering van de organisatie van de gerechten onafwendbaar was: De Commissie-Leemhuis had het rapport 'Rechtspraak bij de tijd' aan toenmalig minister Sorgdrager uitgebracht. Waarom moest een organisatie die sinds begin negentiende eeuw behoorlijk lijkt te functioneren op de schop? Cohen: "Het lijkt me nogal simpel, het kan beter."

Het parlement is die overtuiging al enige decennia toegedaan. Maar steeds zegevierde de vrees voor een aanslag op de 'trias politica' - Montesquieu's scheiding van wetgeving, uitvoering en rechtspraak. Hierin is de rechter 'onafhankelijk en toch volgzaam' en dient de overheid op grote afstand te blijven. Cohen: "Maar het valt niet te ontkennen dat het de verdienste van de Kamer is geweest - in het bijzonder van D66- woordvoerder Dittrich - dat de regering is aangespoord een commissie in het leven te roepen die tot aanbevelingen kwam." Dittrich vroeg in de herfst van '96 om zo'n commissie - dat werd de commissie-Leemhuis. Cohen zegt in de twee wetsontwerpen "90 procent van de aanbevelingen van de commissie te hebben overgenomen."

De organisatie van de rechtsprekende macht wordt volgens de ontwerpen versterkt doordat de gerechten de beheersverantwoordelijkheid voor de eigen organisatie overnemen van de minister van Justitie. Ze krijgen ook één samenhangende organisatiestructuur. Boven elk gerecht komt een collegiaal bestuur, bestaande uit rechters en een niet-rechter. Dat college krijgt de algemene leiding van het gerecht en wordt zo verantwoordelijk voor zowel rechterlijk als ondersteunend personeel. Wat inderdaad vrij revolutionair mag heten is dat de kantongerechten bestuurlijk worden ondergebracht bij de arrondissementsrechtbanken. Cohen: "Voor de bestuurlijke onderbrenging van de kantongerechten wordt bij de rechtbank een sector kanton ingesteld. De kantonrechtspraak als zodanig blijft in elk geval ongewijzigd en dus blijft ook de kantonrechter bestaan."

Een noviteit is de Raad voor de rechtspraak die ten behoeve van alle gerechten gezamenlijk wordt ingesteld. De Raad krijgt bevoegdheden op het terrein van begroting en bedrijfsvoering. Zo heeft het ministerie van Justitie niet langer directe bemoeienis met die bedrijfsvoering. Het departement maakt in de toekomst daarom begrotingsafspraken met de Raad voor de rechtspraak.

Efficiënter en slagvaardiger moeten de gerechten worden en dat gebeurt door de 'integrale managementverantwoordelijkheid' bij de besturen van de gerechten te leggen. De gerechten worden nu bestuurd door een vergadering van rechters onder voorzitterschap van de president van het gerecht. "Nu is de hele groep van rechters verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen een gerecht. Neem Amsterdam, daar zitten formeel zo'n 130 rechters in de vergadering van het college. Dat kan moeilijk tot efficiënt bestuur leiden," zegt Cohen.

"Wat was vroeger nou een rechtbank ? Een clubje van tien rechters waar niet veel aan te organiseren viel. Wat was nou een universiteit ? Een paar hoogleraren, die een beetje met elkaar praatten en dan had je een studieprogramma. Accountants- en advocatenkantoren, het waren allemaal één-pitters. De groei van de organisaties heeft uitgelokt dat het bestuur iets meer werd dan wat te bedenken op een namiddag. Op grote advocatenkantoren van nu zijn advocaten vrijgemaakt voor het management, zodat de rest zijn werk goed en ongestoord kan doen. Zo moeten de gerechten het ook gaan doen."

De bedrijfsvoering is nu in handen van een directeur Beheer Gerechten die, evenals het ondersteunend personeel rechtstreeks onder de minister van Justitie valt. Nu gaat de echte verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering en het ondersteunend personeel naar het bestuur van de gerechten zelf. Daardoor - en dat versterkt de autonomie van de rechter - worden de gerechten in staat gesteld de organisatie van de rechtspraak zelf direct te sturen.

Cohen: "Wat inderdaad heel belangrijk is, is dat je niet raakt aan de inhoud van het werk. Maar eerlijk gezegd vind ik dat nou ook weer niet zo heel bijzonder. Ik zeg het - tot vervelens toe misschien - dat het bij de universiteiten niet anders is. Daar hebben we het over academische vrijheid. Daar mag je ook niet aankomen, want het raakt de essentie van waar het om gaat. Maar je kunt die begrippen ook laten uitdijen tot uitwassen. Iemand die op de universiteit al tien jaar aan een boek bezig is en zegt nog tien jaar nodig te hebben, heeft gewoon geen bal gedaan. En een rechter moet niet zeggen: ik ben onafhankelijk, dus ik bepaal zelf wanneer ik met vakantie ga."

Juist met het oog op die onafhankelijkheid van de rechtspraak heeft het straks te vormen bestuur geen inhoudelijke bevoegdheden op het punt van de rechtspraak zelf. De directeur bedrijfsvoering - met verstand van economie - zit naast de president en rechters uit de verschillende sectoren van de rechtbank. Het bestuur mag uit drie tot zeven leden bestaan, ze worden door de Kroon voor zes jaar benoemd, maar kunnen oneindig worden herbenoemd.

Het nieuwe bestuur wordt onder meer aangesproken op automatisering, de voorbereiding en vaststelling van de begroting, huisvesting en beveiliging, de kwaliteit van de bestuurlijke en organisatorische werkwijze, personeelszaken en andere materiële voorzieningen. "Het wetsvoorstel Raad voor de rechtspraak is complementair aan de organisatorische wijzigingen bij de gerechten," licht Cohen toe. "Een centrale rol krijgt de raad bij de voorbereiding en uitvoering van de begroting van de rechterlijke macht en met betrekking tot de bedrijfsvoering van de gerechten." De gerechten leggen voor hun bedrijfsvoering dus geen verantwoording meer af aan het ministerie maar aan de Raad, die de bevoegdheid krijgt om inlichtingen te vragen van afzonderlijke gerechten. De Raad kan algemene aanwijzigen voor de bedrijfsvoering geven. Ook moet de Raad er op toezien dat de juridische kwaliteit waar nodig wordt verbeterd en er bij de verschillende gerechten meer uniformiteit komt in de rechtstoepassing. Hier dreigt echter weer een inbreuk op de rechterlijke onafhankelijkheid, reden waarom de Raad op dit terrein geen dwingende bevoegdheden krijgt.

De wet moet op 1 januari 2002 van kracht worden. 'Het veld' kreeg ruim inspraak en lijkt akkoord. Ook in het parlement verwacht Cohen in grote lijnen instemming. "Er zijn geen notoire tegenstanders, maar ik hoop vurig op een heel serieus debat, omdat de trias politica hoe dan ook in het geding is. Het lijkt me goed dat ook vanuit de politiek duidelijk posities betrokken worden. Hoe scheidt je de minister van de rechter en waar ligt de brug tussen die twee? Want de één verstrekt het geld, de ander dient hoe dan ook verantwoording af te leggen."

NRC Webpagina's
17 JUNI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad