|
|
|
NIEUWSSELECTIE Land- en tuinbouworganisatie
|
Explosie van grondprijzen nekt de boer
Een zelfde tendens is te zien voor het aantal arbeidskrachten in de landbouw. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vorig jaar het aantal landbouwkrachten daalde met 16.000, een afname van bijna 6 procent. In de laatste dertig jaar is de teruggang nooit zo hoog geweest. Volgens Kees de Bont, landbouweconoom bij het LEI, zijn er verscheidene redenen waarom steeds meer boeren stoppen. "Een van de redenen is een gebrek aan opvolgers. Meer dan de helft van alle boeren is nu boven de 50 jaar. Minder dan 50 procent van hen heeft een opvolger." Volgens De Bont was het vroeger normaal dat de zoon zijn vader opvolgde. Dat is nu anders. Steeds meer kinderen kiezen voor een opleiding buiten de agrarische sector. "Ze zien dat de landbouw weinig perspectieven biedt", aldus De Bont. Hoe mager de situatie van de Nederlandse boer is, blijkt uit een recent onderzoek van het LEI. Ruim 25 procent leeft onder de armoedegrens. Maar De Bont zegt meteen dat die uitkomst iets vertekend is. "In dat onderzoek zijn alleen de inkomsten uit het bedrijf meegeteld. Veel boeren werken daarnaast ook nog in loondienst." Voor ongeveer 10.000 boeren geldt dat ze hun hoofdberoep buiten het landbouwbedrijf hebben. En duizenden boeren krijgen via de AOW een aanvulling op hun bedrijfsinkomen. De slachtoffers vallen vooral onder de kleine boeren en de veehouders. Nederland telt bijna 29.000 boerenbedrijven met een economische omvang beneden de twintig nge (nge staat voor nederlandse economische eenheid). Een bedrijf van tien nge heeft bijvoorbeeld vijf melkkoeien, vier pinken en vier kalfjes. Juist deze boeren hebben een laag inkomen en ze kunnen moeilijk een opvolger vinden. Ook veehouders verdwijnen, onder andere wegens de lage opbrengsten. Door de sterk toegenomen productie, de liberalisering van de wereldhandel en de concurrentie uit landen die tegen lage kosten produceren, zijn de prijzen voor landbouwproducten gedaald. In de regel reageren boeren daar volgens De Bont op met uitbreiding van hun land. "Want dan kunnen ze meer produceren." Maar uitbreiding in Nederland is bijna onmogelijk, onder andere door de invoering van quota en de explosieve stijging van de grondprijzen. Dat laatste blijkt uit cijfers die het CBS vorige week bekendmaakte. In 1995 kostte een hectare landbouwgrond gemiddeld 39.000 gulden, in 1999 was dat 65.800 gulden. Met name in 1999 steeg die prijs sterk. Daarnaast wil de overheid het oppervlak aan landbouwgrond verminderen. Nu telt Nederland nog twee miljoen hectare landbouwgrond. In twintig jaar tijd moet daar 10 procent vanaf. Minister Pronk (Ruimtelijke Ordening) kondigde begin mei zelfs aan dat de landbouw in 2030 wel met 170.000 hectare minder toe kan. De vrijgekomen grond is bedoeld voor nieuwe VINEX-locaties en voor de Ecologische Hoofdstructuur. Boeren krijgen ook te maken met steeds strengere eisen. "Veehouders moeten bijvoorbeeld voldoen aan de nitraatrichtlijn en aan de aangescherpte mineralenhuishouding. Ook aan het houden van dieren worden strengere eisen gesteld", zegt De Bont. Door dit soort maatregelen stijgen volgens hem de kosten, terwijl de opbrengsten daarbij achterblijven.
|
NRC Webpagina's 6 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|