U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s

P.D.James: Time to Be in Earnest. A Fragment of Autobiography. Faber & Faber, 281 blz. ƒ71,95

P.D. James (1920)

Dédain voor alle mascara-ogen

Jolande Withuis
Hoe zou Virginia Woolf het hebben gewaardeerd dat schrijvers tegenwoordig ook artiesten moeten zijn, vraagt de alom geprezen detective-schrijfster P.D. James zich af, als ze op tien oktober 1997 bij een literair festival weer eens een volle zaal heeft moeten toespreken teneinde de verkoop van haar laatstverschenen roman te bevorderen.

Het antwoord laat zich raden: niet. Althans als we afgaan op het dagboek dat Phyllis Dorothy James White drie maanden eerder, op haar verjaardag, begon met het voornemen gedurende precies één jaar haar leven vast te leggen. (Als ze dat jaar tenminste zou halen, zegt ze er veiligheidshalve bij.)Het resultaat is boeiend. Time to Be in Earnest - want die tijd breekt volgens James' favoriete auteur, Samuel Johnson, aan als je 77 bent - gunt de lezer een blik in een druk literair leven. Kleren kopen met thrillerschrijfster Frances Fyfield voor de presentatie van A Certain Justice; lunch in het Waldorf-Astoria met de aankomende Canadese sterauteur/forensisch-antropoloog Kathy Reichs; een weekend met Dick en Mary Francis na het verschijnen van Dicks jaarlijkse boek; een partijtje bij sister-in-crime Ruth Rendell; en vooral: lezingen, signeren, radio-optredens, televisie-interviews, juryberaadslagingen, prijsuitreikingen, overleg over de tv-bewerking van de boeken. De opsomming alleen al wekt ademnood en je kunt dan ook niet anders dan vol ontzag kennis nemen van de energie waarmee deze bejaarde dame haar programma afwerkt en bovendien nog af en toe een vuistdikke thriller produceert.

Maar Time to Be in Earnest is meer dan een dagboek. James' belevenissen dienen als kapstok voor herinneringen aan een sobere jeugd; aan het treurige huwelijk van haar ouders; aan de oorlogsjaren waarin ze tijdens een bombardement in Londen haar tweede dochter baart; aan haar jong overleden man; en aan haar bestuurlijke loopbaan in de gezondheidszorg en bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zoals deze auteur van twaalf veelgelezen detectiveromans in haar inleiding eerlijk toegeeft: het was onder de druk van dreigende biografen dat ze besloot het heft in eigen hand te nemen. Het zijn ook precies die memoire-achtige fragmenten die voor de liefhebbers van James' boeken of de in Nederland veel bekeken tv-bewerkingen daarvan, met commissaris Adam Dalgliesh, het smakelijkste ingrediënt vormen van dit jaarboek. Haar alledaagse observaties zijn aanmerkelijk minder inspirerend dan die van, om haar nog maar eens op te voeren, de sardonische Woolf met haar levendige en originele geest. P.D. James blijkt een niet erg aardige, niet erg geestige, nogal conservatieve, nogal strenge mevrouw die geen zondagse dienst zal overslaan maar wie het niet gelukt over te brengen wat ook de verstokte ongelovige nog kan ontroeren bij de avonddienst in een Engelse kathedraal. Voor de rouwenden om prinses Di, die verongelukte aan het eind van de eerste dagboekmaand, voelt ze alleen dédain. Ze hoopt maar dat 'die treurige mascara-ogen niet in een eeuwig verwijt op het Huis van Windsor blijven rusten', want als peer voor het leven, waartoe ze in 1990 werd benoemd, ligt daar haar loyaliteit. Het optreden van de broer van 'beautiful, wilful, complicated, destructive, doomed Diana' bij de herdenkingsplechtigheid keurt ze af, evenals overigens de plannen van de regering-Blair om het Hogerhuis te hervormen of de jacht te verbieden.

Privacy

Misschien - of hopelijk - is het ter bescherming van de familieprivacy, maar zelfs over haar beide dochters en kleinkinderen schrijft James koeltjes en feitelijk. Slechts eenmaal was ik echt getroffen door een opmerking naar aanleiding van de actualiteit, namelijk waar James bij het verschijnen van diens bundel Birthday Letters haar affiniteit met Ted Hughes verklaart. Ze ergert zich aan de heersende gemakkelijke opinies over Hughes' huwelijk met dichteres Sylvia Plath, want als je die 'besmettelijke ellende' niet zelf hebt meegemaakt, weet je niet wat het is om met een geesteszieke partner te leven: 'Twee mensen ieder in hun eigen soort hel, die elkaar wederzijds versterken.' James trouwde haar man Connor in 1941 maar hun geluk duurde maar kort. Connor kwam 'ziek' terug uit de oorlog en toen Phyllis eind jaren veertig een baantje nam, drong al snel tot haar door dat ze in de toekomst waarschijnlijk de kost voor het hele gezin zou moeten verdienen, want dat hij niet zou herstellen. Als Connor in 1964 sterft, vierenveertig jaar oud, na jarenlang ziekenhuis in gesticht uit te zijn gegaan, heeft zijn vrouw zich door cursussen, opleidingen en een enorme inzet opgewerkt tot stafmedewerker. En tot auteur. Herfst 1962 verscheen James' eerste en ook volgens haarzelf meest conventionele whodunnit: Cover Her Face (waarvan de recensenten collectief aannamen dat de auteur een man was). Ze begon eraan toen ze midden dertig was. Laat dus voor iemand die als meisje al schrijfster wilde worden. Zoals ze zelf uitlegt: geboren worden na de Eerste en volwassen worden net voor de Tweede Wereldoorlog geeft een onzeker toekomstperspectief. Maar aan doorzettingsvermogen geen gebrek. Schrijven deed ze 's morgens vroeg, voor ze naar kantoor ging; de plot bedacht ze in de ondergrondse. Af en toe kon ze een weekend doorwerken, als ze niet naar Connor hoefde. Dat ze ooit van schrijven zou kunnen leven, kwam toen niet in haar op. Pas in 1980, toen P.D. al 62 was, stelde de opbrengst van Innocent Blood, één van haar twee romans die geen detective zijn, haar in staat een paar maanden voor haar pensioen te stoppen met haar baan. Eindelijk geen geldzorgen meer. Wat zou het de last van Connors ziekte hebben verlicht als ze eerder wat geld hadden gehad, is één van de weinige opmerkingen die ze zich over haar huwelijk veroorlooft.

Zoals zoveel misdaadschrijfsters is James geïnspireerd door de klassieken: Allingham, Christie, Marsh, Sayers, aan wie ze, net als aan hedendaagse collega's, her en der wat alinea's besteedt. Dat ze van haar voorgangsters houdt, belet haar niet nadrukkelijk te noteren dat hun plots weinig sophisticated waren, hun hoofdpersonen van karton, de motieven voor moord (het moeilijkste deel van een verhaal) ongeloofwaardig en hun kennis van het recherchewerk nihil. Dat zou nu niet meer kunnen. Maar sociologisch waren ze perfect, vooral als het erom ging de positie van vrouwen of de Engelse klassenmaatschappij te laten zien. De uitnodiging om een onvoltooide roman van Dorothy Sayers af te maken, slaat ze af: de plot staat, net als volgens haar Gaudy Night, te veel in het teken van de worsteling tussen hoofd en hart, een conflict waarmee vooral intellectuele vrouwen in James' ogen 'stupide' omgaan. Lezing van die in 1937 begonnen roman (Thrones, Dominations, in 1998 voltooid door Jill Paton Walsh) geeft James wat de klus aangaat gelijk; haar eigen A Certain Justice, waarin de bloederige moord op een succesvolle advocate alles te maken heeft met haar slechte verhouding tot haar dochter, brengt dit thema op een hoger plan. Maar de afstandelijkheid waarmee ze zelfs over de door haar bewonderde Sayers schrijft, is typerend. Weliswaar toont ze enige zachtmoedigheid wanneer een nieuwe brievenuitgave van de getalenteerde brievenschrijfster Sayers de vernederende omstandigheden onthult waarin deze toch al zo controversiële en eenzame auteur een 'onecht' kind kreeg, maar dat Sayers aan het eind van Busmans Honeymoon (1938) Lord Peter in de armen van zijn nieuwbakken echtgenote gekweld laat zijn door het vooruitzicht dat de door hem ontmaskerde moordenaar de doodstraf krijgt, acht ze overgevoelig. Geen aardige mevrouw, de baronesse James.

Desolaat

Het vrolijkst is P.D. James als ze over eten schrijft, het vriendelijkst is ze als ze het over haar boeken heeft. De naam van haar held, Scotland Yard-commissaris Adam Dalgliesh, wiens vrouw en kind zij nog voor hij zijn eerste zaak oplost in het kraambed laat sterven, blijkt ontleend aan een geliefde literatuurlerares, vanzelfsprekend een oude vrijster - 'een soort die onwelwillend bekend staat als overbodig', zoals Sayers ooit schreef. James' leraressen behoorden tot de generatie die door de slachting van de Eerste Wereldoorlog beroofd was van huwelijkskansen en het opbracht zich zonder merkbare verbittering te wijden aan bijvoorbeeld het onderwijs. Veel van James' verhalen en plots kwamen tot stand door de inspiratie van een plek. Zoals de meeste Britse auteurs is ze dol op het Britse landschap. Het idee voor Devices and Desires, een van haar beste boeken, groeide toen ze op een wandeling door Suffolk de kerncentrale zag liggen. De desolate atmosfeer van afgebladderde verf, lege danstenten en het verlaten strand in een herfstige badplaats in Devon, herinnert haar aan het smoezelige hotelletje waar ze in datzelfde boek de enge Whistler zelfmoord liet plegen. In het prachtige Original Sin met het sfeervolle uitgevershuis aan de Theems benutte James historische verhalen over verdrinkingen in die rivier. Het idee voor A Certain Justice kwam op door het contrast tussen de plechtige sfeer in de stille straatjes rond Temple Church en de hectische drukte van Old Bailey. 'Ik schrijf, dus ik besta', schrijft James vooraf. En zo is het. Schrijven maakt dat je althans ergens meester bent over je lot. Het schrijven van speurdersromans versterkt dat effect, lijkt mij. Als James in een lezing voor de Jane Austen Society de roman Emma analyseert 'als detective', zie je dat ze steeds op zoek is naar aanwijzingen. Waren er niet al eerder aanwijzingen dat Frank Churchill in het geheim verloofd is met de mooie, beschaafde Jane Fairfax en dat mr Knightley al jaren verliefd was op hoofdpersoon Emma? In de klassieke detective verandert uiteindelijk chaos in orde, duisternis in licht. Als we alles hebben ontward, weten we meer dan ooit in het echte leven het geval zal zijn, hoe dit stukje wereld in elkaar zit. Bovendien, meent James, is er geen beter middel om onbewuste 'slapende tijgers' eronder te houden dan creativiteit. Geluk is een geschenk, geen recht. Of haar dat buiten het schrijven vaak ten deel is gevallen, blijft na Time to Be in Earnest de vraag.

NRC Webpagina's
2 JUNI 2000

Archief Boeken


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad