T V V O O R A F :
Plichtsgetrouw en fout
HENK VAN GELDER
Altijd blijven er verhalen over
de tweede wereldoorlog te vertellen. Alleen al een producent als Willy
Lindwer maakte er zo'n twintig tv-documentaires over, waarvan de meeste
door de TROS werden uitgezonden. Vanaf vanavond komt daar het tweeluik
Zij deden hun plicht bij, over de vele 'niet-foute' Nederlanders
die door hun plichtsgetrouwe inzet toch hebben meegewerkt aan de
vervolging en deportatie van de joden. Weliswaar was al in 1990 de
documentaire Elke stip = tien joden van Hedda van Gennep te zien,
over de Amsterdamse ambtenaren wier ijverige overwerk de
jodenregistratie mogelijk maakte, maar deze productie bestrijkt een
breder terrein.
Zij deden hun plicht, gemaakt door Willy Lindwer, Alfred
Edelstein en Karin van Coeverden, doorsnijdt het bittere relaas van
enkele joodse overlevenden met de herinneringen van
overheidsfunctionarissen die tegen wil en dank bij hun lot betrokken
raakten: een ambtenaar van het bevolkingsregister die het plaatsen van
een J in joodse paspoorten vergelijkt met het afgeven van een rijbewijs
of een visakte, twee tramconducteurs die joden moesten transporteren
("je doet niks tegen geweren"), een politie-agent wiens eigen
werkzaamheden in het midden blijven, een paar marechaussees die
Westerbork bewaakten en een paar NS-employés die liever niet
wisten wat of wie ze vervoerden: "Wij kregen gewoon onze diensten
voorgeschoteld."
In die eerste aflevering heeft elk van hen zijn eigen rechtvaardiging;
het was hun schuld niet, zij wisten niet of nauwelijks wat de gevolgen
van hun werk waren, ze waren bang voor represailles. Eén
tramconducteur deed mee aan de februaristaking, maar of dat hielp? "Mooi
niet." Eén marechaussee-man zegt dat hij in Westerbork trachtte
"het leed van deze gevangenen zo veel mogelijk te verlichten", waarna
zijn collega verklaart dat hun bemoeienis 'een zegen voor de joden' is
geweest. Hun integriteit staat vast; de eerste van de twee begint aan
het slot zelfs te huilen - hij is 77 en heeft het nog steeds niet
verwerkt. Maar onvermeld blijft dat politie en marechaussee een
onmisbare en daarom zeer omstreden rol hebben gespeeld bij de
jodenvervolging. De fanatieke dienstkloppers blijven hier buiten beeld.
De tweede aflevering, die volgende vrijdag wordt uitgezonden, gaat over
de georganiseerde diefstal van joodse bezittingen en sluit daarmee aan
op een actuele discussie. Tot de geïnterviewden behoren een
bediende van de roofbank Lippmann Rosenthal & Co, een notaris-assistent
die naar Westerbork kwam om testamenten te maken, en een Leeuwarder
verhuizer die de inventaris van joodse huizen weghaalde. Hier past de
titel van het tweeluik veel minder, want wat voor plicht had zo'n
zelfstandig verhuisbedrijf? Of een man die gratis de klantenkring van
een joodse accountant in handen kreeg?
En nog minder passend is in dit slotdeel het optreden van de naar
Zwitserland uitgeweken Jan Dik, die 27.000 gulden overhield aan de
quasi-legale verkoop van de collectie van de joodse kunsthandelaar
Goudstikker aan de Duitsers. Hij was nergens toe verplicht, hij was een
profiteur en heeft ook geen spijt. Dat is onvergelijkbaar met de tranen
van die man van de marechaussee.
Zij deden hun plicht, Ned.2, 23.35-0.25u.