|
|
|
NIEUWSSELECTIE Profiel Allochtonen
|
Dissertatie gezinshereniging
'Onbegrijpelijk en onnodig hard'
AMSTERDAM, 24 MAART. Met enige verontwaardiging in haar stem geeft mr. Sarah van Walsum een voorbeeld van de "onnodig starre opstelling" van justitie bij gezinshereniging. Een Surinaamse man verhuist naar Nederland, zijn ouders blijven achter. Na een paar jaar overlijdt zijn moeder, zijn vader komt alleen te staan. Het zou beter zijn als papa bij mij komt wonen, denkt de man. Maar justitie weigert. Omdat zoon en vader al een paar jaar gescheiden leven, zou er geen sprake meer zijn van een 'feitelijke band'. Justitie stelt verschillende voorwaarden aan gezinshereniging. Genoeg geld om ouders of kinderen te onderhouden, een woning met voldoende ruimte om hen te huisvesten en die 'feitelijke band'. "De inkomenseis is soms lastig, maar de meeste immigranten kunnen dat wel begrijpen. Maar dat er geen gezinsverband zou zijn, dat is niet te begrijpen", zegt Van Walsum. Ze promoveert vandaag. In haar proefschrift over gezinshereniging concludeert ze dat families ontwricht raken door de steeds striktere opstelling van justitie.
Wanneer zegt justitie dat er geen sprake meer is van een familieband? "Als je te lang wacht, bijvoorbeeld. Als je ouders na een paar jaar hulpbehoevend worden en je wilt hen alsnog naar Nederland halen, wijst justitie in de meeste gevallen gezinshereniging af. Geen feitelijke band, wordt dan gezegd. Bovendien krijg je alleen toestemming als je al vóór vertrek naar Nederland je ouders financieel ondersteunde, hen in huis had en verantwoordelijkheid voor hen droeg."
Geldt dat ook voor kinderen van immigranten?
"Precies hetzelfde. Zelfs als beide ouders in Nederland wonen. Dat gebeurde bij een Marokkaans gezin. Zij waren een tijdje in Nederland en hadden de kinderen tijdelijk bij oma achtergelaten omdat hun huis in Nederland niet groot genoeg was om in aanmerking te komen voor gezinshereniging. Toen ze eindelijk verhuisden en er wel plek was, zei justitie dat er inmiddels geen feitelijke band tussen de ouders en de kinderen meer was."
Dat klinkt erg streng.
"Er zijn veel schrijnende gevallen. Alleen hier al, bij de rechtbank in Amsterdam." Van Walsum werkt behalve als onderzoeker aan de Erasmus Universiteit ook als gerechtssecretaris bij de Vreemdelingenkamer van de Amsterdamse rechtbank. "Het maakt veel discussie los, juristen zitten er ook mee."
Vindt u dat justitie in haar beleid is doorgeslagen?
"Ik vind van wel. Ze zijn in de praktijk strenger dan de regels hun voorschrijven. In de vreemdelingencirculaire staat niet dat de feitelijke band verbroken zou zijn als je pas na een paar jaar gezinshereniging aanvraagt, maar het wordt wel tegengeworpen. Sterker nog, er wordt eigenlijk met twee maten gemeten. In het Nederlandse familierecht wordt steeds soepeler omgegaan met de erkenning van familiebanden. Een vader die aanspraak maakt op zeggenschap over zijn kind, hoeft niet aan te tonen dat hij altijd intensief bij de opvoeding betrokken is geweest. Maar in het vreemdelingenrecht is er een tegenovergestelde ontwikkeling: het wordt steeds moeilijker om de familieband erkent te krijgen. Dat is onrechtvaardig. Als de ouders gescheiden zijn en de vader heeft een vriendin, is dat voor justitie al aanleiding om te zeggen dat er geen familieband zou zijn."
Uw conclusie?
"Het beleid ten aanzien van gezinshereniging is totaal onbegrijpelijk en onnodig hard."
|
NRC Webpagina's
24 MAART 2000
|
Bovenkant pagina |