|
|
|
NIEUWSSELECTIE Notitie 'Onderwijskansen' (pdf-file)
|
Spreiding voorkomt zwarte scholen
TIEL, 26 FEBR. Fietslessen voor allochtone moeders, opdat ze hun kinderen 's ochtends vroeg in een andere wijk naar school kunnen brengen. Carpoolprojecten, opdat ouders elkaars kinderen kunnen ophalen van school. De gemeente Tiel doet er alles aan om witte en zwarte leerlingen te spreiden. Om te voorkomen dat de drie scholen in de achterstandswijk Tiel-West te zwart worden, hebben de schoolbesturen afgesproken allochtone kinderen onderling te 'verdelen'. Het aantal 'zwarte' basisscholen stijgt. Inmiddels zijn er 500 basisscholen met 50 procent of meer kinderen van Turkse, Marokkaanse en andere allochtone ouders, tien procent meer dan twee jaar geleden. Leerlingen op zwarte basisscholen hebben een onderwijsachterstand, blijkt uit cijfers van de Onderwijsinspectie. Kinderen komen van school met een leerachterstand van twee jaar, en beheersen het Nederlands vaak slecht. Etnische segregatie is niet langer alleen een probleem van de vier grote steden, maar ook van de kleinere gemeenten. In Lelystad is 23 procent van de leerlingen allochtoon, en zijn er vijf zwarte basisscholen. In Roermond en Eindhoven is de leerlingpopulatie vergelijkbaar, en daar zijn respectievelijk vier en negen zwarte scholen. Daar ontstonden de zwarte scholen net als alle andere: er zaten al allochtone leerlingen op, het werden er steeds meer, en autochtonen haalden hun kinderen er weg. Maar kijk nu naar Tiel, Maassluis en Doesburg. Ook daar is bijna een kwart van de leerlingen allochtoon. Toch zijn er géén zwarte scholen. Hoe kan dat? Die gemeenten blijken eenzelfde onderwijsbeleid te voeren. En dat beleid heet spreiding. De wethouders van onderwijs en de schoolbesturen vinden dat scholen een afspiegeling moeten zijn van de bevolking. Op gemengde scholen leren allochtone kinderen sneller Nederlands en witte kinderen leren van jongs af omgaan met kinderen uit andere culturen. "Kinderen moeten samen naar school", zegt onderwijswethouder W. Gradisen uit Tiel. "Later zullen ze ook samen de samenleving moeten inrichten." Maassluis heeft al 15 jaar een sluitend systeem. De afdeling Burgerzaken levert de bevolkingscijfers per wijk, de scholen passen zich aan. Heeft een school tien procent te veel Marokkaanse leerlingen, dan wordt de eerstvolgende Marokkaanse ouder die zijn kind aanmeldt, doorverwezen naar de school verderop. Er is nóg een verklaring voor de afwezigheid van zwarte scholen in Maassluis. Veel allochtone kinderen gaan naar de islamitische school, in Schiedam. Spreiding betekent in de praktijk spreiding van allochtone leerlingen. Buitenlandse gezinnen hebben zich van oudsher vooral gevestigd in wijken met veel goedkope woningen. Daar ontstaan vanzelf zwarte scholen. De Nederlandse families díe er nog wonen, mijden de scholen in de wijk. Zij zijn daarin amper te beïnvloeden, zegt van wethouder E. Roest in Doesburg: "Als zij vinden dat er 'te veel' allochtone kinderen op een basisschool komen, halen ze vanzelf hun kinderen weg." Of het kritische punt bij 30, 40 of 50 procent allochtone leerlingen ligt, weet niemand, maar elke schooldirecteur in een achterstandswijk ziet het gebeuren: de witte ouders vluchten. De schoolleiders in Doesburg proberen de tweedeling in de 'achterstandswijk' Ooy te voorkomen. De (witte) montessorischool weigert eenvoudig meer dan 25 procent Turkse leerlingen aan te nemen. De openbare school in die wijk, die in 1997 al 70 procent allochtone leerlingen had, houdt Turkse ouders sindsdien het belang van hun kind voor. Ze adviseren een andere school. "Uw kind is op school beter af tussen Nederlandse kinderen." Wethouder Roest: "Ons uitgangspunt is dat ook Turkse ouders het beste met hun kinderen voor hebben. " Doesburg wil het niet bij spreidingsbeleid laten. "We bieden de Turkse moeders taalcursussen aan, maar we merken dat die van hun man de straat niet op mogen. Zeker als de man werkloos thuis zit. Dus proberen we de mannen aan een baan te helpen en de vrouwen op cursus te krijgen. Alles om de kinderen Nederlands te laten leren." In Tiel krijgen buitenlandse ouders, die bijna allemaal in Tiel-West wonen, zodra hun kind drie wordt een consulent op bezoek die hen helpt bij hun schoolkeuze. Met 'peuterplusprojecten' wordt geprobeerd kinderen al vroeg Nederlands te leren. Gradisen: "De ouders moeten zelf gaan inzien dat als thuis uitsluitend Turks of Berbers wordt gesproken, hun kinderen een onaanvaardbare achterstand oplopen." Ook de gemeente Gouda heeft zeventien jaar lang geprobeerd etnische segregatie te voorkomen. Daar is het mislukt. Volgens afspraak namen de christelijke en katholieke basisscholen 15 procent Marokkaanse kinderen op. Daarna vonden ze het welletjes en beriepen ze zich op de grondwettelijke vrijheid van onderwijs, de vrijheid van bijzondere scholen om leerlingen te weigeren. Het aantal Marokkaanse leerlingen bleef toenemen en die kwamen terecht op de openbare scholen, die niemand mogen weigeren. "Bij ons kan het ook spaak lopen", zegt W. Gradisen in Tiel. "De groep allochtonen in de wijk groeit hard. We adviseren allochtone ouders hun kinderen naar een wittere school buiten hun wijk te sturen. Dat ligt gevoelig. Voor veel Turkse en Marokkaanse moeders is lastig hun kind anderhalve kilometer verderop naar school te brengen, zeker als ze nog meer kinderen hebben die weer naar een andere school moeten." En het is lastig om de autochtone bewoners uit de nieuwbouwwijk te vragen hun kind naar een school in Tiel-West te sturen. "Hoe overtuig je ouders ervan dat hun witte kinderen het ook goed kunnen doen op een school waar op het schoolplein Turks of Marokkaans de voertaal is?" Zie ook:
Kamer zeer kritisch over plan Adelmund (23 februari 2000)
|
NRC Webpagina's
26 FEBRUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |