U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

"Achterberg kan troost brengen"

MARTIJN MEIJER
"Stemmingen die niemand kan verklaren, cruciale momenten in je bestaan. Dood, begrafenis. Dat zijn van die gebeurtenissen waarbij je voor jezelf een woord zoekt, of helderheid. En dan ben ik snel bij Achterberg." H. M. Kuitert, emeritus- hoogleraar theologie aan de Vrije Universiteit, leest sinds zijn studententijd de gedichten van Gerrit Achterberg (1905-1963). In zijn preken, colleges en boeken heeft Kuitert de dichter vaak aangehaald. Ze delen een gereformeerde achtergrond en een fascinatie voor het 'levend makende woord'.

In de laatste regels van Achterbergs gedicht 'Woord' vond Kuitert een motto voor zijn eigen levenswerk: 'En nochtans moet het woord bestaan,/ dat met u samenvalt'. In boeken als Het algemeen betwijfeld christelijk geloof en Jezus: nalatenschap van het christendom, die voor veel ophef zorgden in behoudende gereformeerde kringen, spaarde hij geen enkel dogma in zijn poging om de christelijke traditie voor de volgende generaties te behouden. Tegenover geloofsvoorstellingen die de schijn van een onomstotelijke waarheid gekregen hebben, zoals de leer die van Jezus een god op aarde heeft gemaakt, stelt Kuitert het 'zoekontwerp', de voorlopige formulering die zich in de ervaring van het gewone leven moet bewijzen. Het levende en persoonlijke woord dus, in plaats van de dode letter; het woord dat, tenminste deels, met de mens die het uitspreekt samenvalt.

Eind vorig jaar verscheen Kennismaken met Kuitert, het overzicht van zijn theologische oeuvre, ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag. Het is niet de afsluiting van zijn oeuvre. "Als ik niet morgen ter plekke doodval, dan komt er nog wel een boek", zegt Kuitert. Hij houdt van schrijven, zo kort en helder mogelijk, en in gewone taal. Dat bewondert hij ook bij Achterberg, de precieze en heldere taal. "Ik was en ben gefascineerd door het woord als hamerslag: er kan op die plaats in het gedicht maar één woord staan en dat timmert Achterberg precies op z'n plaats." "Dat fascineerde me al geweldig in mijn studententijd. Ik studeerde theologie aan de VU en maakte deel uit van een groepje studenten dat zeer in literatuur geïnteresseerd was. We konden elkaar om de oren slaan met prachtige regels van Achterberg. Regels die ik nog zomaar ken. 'Het is goed voor u te zijn geboren, mijn beminde,/ die ik zich in mijn lichaam voel bevinden', dat komt uit 'De bruid zingt', een van de erotische gedichten. Zeg nou maar eens dat Achterberg een hork was. Zo kan een hork toch niet spreken? Het moet een tedere minnaar geweest zijn."

"Langzamerhand kreeg Achterbergs thematiek grotere invloed op me. Je begint te zien dat hij een bepaalde obsessie had, een dode geliefde die weer bereikt moest worden - zoiets dacht je toen. Later ontdekte ik dat zijn obsessie met die dode geliefde de keerzijde is van iets heel anders, zijn eigenlijke obsessie. Dat is het woord. Wat doet het woord, wat kan het woord - dat is de hele thematiek van Achterberg. Hij is opgegroeid in een oer-behoudende gereformeerde omgeving, daar heeft hij die fascinatie voor het woord vandaan. In de kerk hoorde hij het levend makende woord prediken. Dat is de eigenlijke intrige die achter Achterberg zit, niet het feit dat hij zijn hospita heeft doodgeschoten."

Hoorde Achterberg in de gereformeerde kerk niet ook het leven verstikkende woord prediken? "Iets van die strekking lijkt hij te zeggen in 'Spreekuur', daarin heeft hij het over 'ijdele monologen' en 'gehuurde zinnen' van 'doven, die alleen in hun witte bef geloven'. Achterberg dacht hier vooral aan de reclasseringsambtenaren en psychiaters waar hij voor verschijnen moest. Ik vind het ook wel van toepassing op sommige dominees. In de taal van de geloofstradities worden ontzettend veel gehuurde zinnen gebruikt, ook in de christelijke: die lijdt er aan dat mensen dingen vertellen die ze zich niet eigen hebben gemaakt. Ik heb altijd toen ik hoogleraar was en mensen moest opleiden, geprobeerd ze zover te krijgen dat ze ingewikkelde vraagstukken in eigen en door iedereen te begrijpen woorden konden weergeven."

Kuitert was voordat hij in 1965 aan de VU kwam eerst vijf jaar dorpspredikant en tien jaar studentenpredikant aan de UVA. "Ik moest toen ik begon als predikant twee preken per week maken en deed er enorm mijn best voor om helderheid te verschaffen. Ik moest onder woorden brengen wat ik dacht dat God te zeggen had tegen die mensen. Daar begint de verwantschap met Achterberg: kan ik het goede woord ervoor vinden, is het een woord dat het doet of is het een gehuurd woord? Een dominee heette bij de protestanten een 'dienaar des woords'. Dat heb ik me in zekere zin ook altijd gevoeld, tot aan vandaag toe. Chaos opruimen door onder woorden te brengen. Daarvoor schrijf ik. Achterberg is ook een dienaar des woords. Geen prediker of dominee, maar iemand die de dingen in het domein van het levende woord brengt."

"Achterberg heb ik vaak aangehaald in preken en toespraken. Op de begrafenis van mijn dochter heb ik het gedicht 'Necrologie' voorgelezen, dat Achterberg schreef bij de dood van Gerard Temme. Dat is een heel aangrijpend gedicht. Achterberg kan troost bieden, door de prachtige taal maar ook door wat hij te zeggen heeft. Ons troostte dat gedicht geweldig. De laatste regels ('God werd van hem gemakkelijk de vinder/ en dat gezelschap zal voor eeuwig zijn') heb ik op haar grafsteen laten beitelen, alleen heb ik 'hem' door 'haar' vervangen. Ik dacht, dat mag wel bij zo'n gelegenheid."

"Achterberg, dienaar des woords, in alle betekenissen - behalve de christelijke, daar is hij niet voor te annexeren. Hij barst van de christelijke thema's maar behandelt ze niet op de manier van de christenheid. In de bundel En Jezus schreef in 't zand heeft hij het wel over Jezus, het zijn ook de meest aangehaalde gedichten in de kerken, maar als je het goed uitpluist zie je dat ook in die gedichten de eigenlijke christelijke leer van de vergeving en verzoening niet goed uit de verf komt. Hij hanteert al die christelijke symbolen niet om een schijn te wekken maar om er het zijne mee te doen, en dat is wat anders dan de christelijke boodschap brengen. 'De mens is voor een tijd een plaats van god'. Dat is toch een prachtige regel om mee te beginnen? Of dat nou echt christelijk is interesseert me niet. Ik vind het prachtig, ik kan weer een poosje verder."

Gerrit Achterberg: 'Verzamelde gedichten', Querido, uitverkocht. 'Achtergebleven gedichten', Querido (1980), 36 blz. ƒ36,50

NRC Webpagina's
14 JANUARI 2000

Archief
Boeken


( a d v e r t e n t i e s )

Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) DECEMBER 1999