|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
|
De leraar heeft geen gezag meer
Scholen zijn sinds deze zomer verplicht een schoolgids uit te geven. Inclusief schoolregels. Die hebben ze nodig om leerlingen aan te spreken op wangedrag. En om zich in te dekken tegen klachten en rechtszaken. Door onze redacteur FREDERIEK WEEDA GRONINGEN, 23 OKT. Een halve dag is leraar H. Derix met een collega bezig geweest om een 17-jarige leerling vrij te krijgen uit een cel van de Vaticaan-politie in Rome. Na zich al ernstig te hebben misdragen, had de jongen ondanks de waarschuwingen van de suppoost drie keer aan een stuk gezeten in het Vaticaanmuseum. Voor het eerst in de geschiedenis van de jaarlijkse Rome-reis van de school is een leerling onmiddellijk naar huis gestuurd. Bij terugkomst in Groningen bleken de ouders van de jongen zich niet te schamen voor hun zoon, vertelt Derix. Nee, ze gingen een klacht indienen bij de Onderwijsinspectie en dreigden zelfs met een rechtszaak. Ook de zoon vond dat hem niets te verwijten viel: het hekje voor het museumstuk was immers zo laag en de anderen deden het toch ook? De leraar heeft geen gezag meer. Sinds dit schooljaar is dat gegeven zelfs officieel vastgelegd: alle scholen zijn verplicht een ‘schoolgids' uit te geven, waarin ze behalve informatie ook hun schoolregels uiteenzetten. Dan zijn ze ingedekt als ze een leerling of ouder aanspreken op wangedrag. Op de check-list die Onderwijsinspecteurs gebruiken voor een schoolgids, heet dat: ‘Rechten en plichten van ouders/verzorgers, leerlingen en bevoegd gezag'. Derix: ,,De samenleving juridiseert en scholen verdedigen zich.'' Zo kan zijn school beter in haar ‘schoolregels' opnemen dat leraren het recht hebben leerlingen naar huis te sturen als zij zich misdragen tijdens een reis. Schoolregels weerspiegelen de heersende normen op een school. In bijna alle reglementen staan regels als: ‘geen walkman en petten op tijdens de les', ‘mobiele telefoons uit', ‘niet roken', ‘op tijd komen' en ‘geen eten of verpakking op de grond gooien'. Maar een aantal regels onthult een specifieke praktijk. Zo schrijft het Amsterdamse Amstellyceum: ‘Gedurende de schooltijden spreken leerlingen zowel in als buiten de lessen uitsluitend Nederlands'. Op het Bernardinuscollege in Heerlen geldt de regel: ‘Het samenscholen bij verschillende ingangen van de school dient vermeden te worden'. En: ‘Vanwege het gevaar van lichamelijk letsel en van schade aan de vele ruiten mag op het schoolterrein niet gevoetbald noch 's winters met sneeuwballen gegooid worden'. Het Ichtuscollege in Enschede stelt: ‘De leerlingen mogen ramen en gordijnen pas openen en de zonwering bedienen als een personeelslid daarvoor toestemming geeft'. Door de regels zwart op wit te zetten, ontstaan per definitie lacunes, zegt rotterdamse hoogleraar staats- en bestuursrecht dr. P.W.C. Akkermans. ,,Dan hebben leerlingen ruimte om te onderhandelen, want lang niet alle menselijk gedrag is in regels te vatten. Maar door de inspanningsverplichting van leerlingen en leraren vast te leggen, ondervang je dat.'' In de rechtszaak die de moeder K. Schaapman dit jaar won tegen een openbare school in Amsterdam, draaide alles om de inspanning: de school had zich te weinig ingespannen om de leerachterstand bij haar leerlingen weg te werken, zo oordeelde de Amsterdamse rechter in hoger beroep. Akkermans vindt het ,,logisch'' dat leerlingen en ouders willen weten wat de school van hen verwacht. ,,Ze hebben recht op die informatie, want ook leraren maken fouten en kunnen iemand ten onrechte straf opleggen.'' Wel is het volgens hem jammer dat ouders geen vertrouwen meer hebben in de school als professionele organisatie. ,,Ze gedragen zich steeds meer als kritische consument.'' Ouders zouden volgens hem moeten inzien dat de school geen dienstverlener is, die zomaar een product levert. ,,De leerling is immers onderdeel van het onderwijsproces- hij kan lui zijn of ongemotiveerd. Zijn ouders kunnen hem stimuleren of juist roepen ‘wat willen die halvegaren op school nu weer van je?'. Dat heeft allemaal invloed op het resultaat.'' De juridisering van het onderwijs begon bij de verzekeraars. Wie is er bijvoorbeeld aansprakelijk voor de schade na een ontploffing tijdens een scheikundeles? Akkermans: ,,Inmiddels reikt die juridisering van de verhoudingen verder: wat gebeurt er als een leraar een leerling (te hard) slaat? Mag een school de ouders verplichten om bij te dragen aan het schoolfonds?'' De schoolgidsen maken ook duidelijk wat leerlingen mogen verwachten. Een rechtvaardige behandeling bijvoorbeeld: ‘Het is op het Amstellyceum gebruikelijk dat als straf ‘corvee' wordt opgedragen. Als dat in redelijkheid gebeurt, dan voer je dat ook uit', aldus de schoolgids van die school. Proefwerken moet de leraar op de meeste scholen minimaal een week van te voren aankondigen. Ook het aantal proefwerken dat leerlingen dat schooljaar mogen verwachten, wordt tevoren op schrift gesteld. Een leraar kan wel onverwachts een ‘overhoring' geven maar het cijfer daarvoor mag niet meetellen in het rapportcijfer. Omdat de leerling er zich niet op kon voorbereiden. Het aantal rechtszaken wordt beperkt door het wettelijke ‘klachtrecht' dat sinds dit jaar geldt voor ouders. Elke school moet in haar gids ouders erop wijzen dat ze in beroep kunnen gaan tegen een maatregel bij een onafhankelijke klachtencommissie. Scholen zullen zelf alles doen om een rechtszaak te vermijden omdat die behalve kostbaar ook schadelijk zijn voor hun reputatie. En die moeten ze overeind houden, willen ze de slag om leerlingen overleven. De roep om kwaliteit neemt overal toe en dus ook op scholen, zegt Akkermans. ,,Maar scholen worden soms afgerekend op zaken waar ze zelf weinig aan kunnen doen. Neem het lerarentekort- een school kan niet altijd verhinderen dat ze kinderen naar huis stuurt als te veel leraren ziek zijn.'' Het onderscheid tussen onderwijskundige en sociale verplichtingen van scholen, is volgens hem van belang. Akkermans: ,,De Inspectie rekent heus wel af met een school die lange tijd tekort schiet. Ouders zouden scholen vooral aan sociale verplichtingen moeten houden zoals openheid en informatieverstrekking. Vroeger gebeurde dat ook, in het roddelcircuit.''
|
NRC Webpagina's
23 OKTOBER 1999
|
Bovenkant pagina |