|
|
|
NIEUWSSELECTIE Zuid-Holland
De hele krant op NRC's Webeditie voor het buitenland
|
Strop bij provincie na val handelshuis
Door een onzer redacteuren
Gedeputeerde De Jong erkende dat "de provincie heeft zitten slapen", zoals VVD-Statenlid Aptroot zei. Sinds vorig jaar juli kwamen er al signalen dat het slecht ging met Ceteco. "Er is geblunderd", zei de afgevaardigde van de VVD. Hij schortte zijn politiek oordeel op in afwachting van een onderzoek naar de gang van zaken. Volgens de Wet Financiering Lagere Overheden mag de provincie geld uitlenen aan bedrijven, zolang dat risicovrij gebeurt. "En dus niet aan bedrijven die afhankelijk zijn van een bepaalde sector en een bepaalde regio", zei de VVD-er Hieltjes. De provincie Zuid-Holland leent jaarlijks in totaal 200 miljoen kasgeld uit. Volgens het ministerie van financiën lenen andere provincies geld uit onder vergelijkbare voorwaarden. Volgens De Jong, die in april de portefeuille financiën kreeg, heeft Zuid-Holland twee leningen uitstaan aan Ceteco. Het betreft een lening van 12,5 miljoen, met een looptijd van 23 december 1997 tot 14 mei 1999. En het betreft een lening 35 miljoen, die loopt van 17 juli 1998 tot 17 oktober 1999. In beide gevallen is de rente 4,5 procent. De lening die Ceteco in mei had moeten terugbetalen heeft de provincie op verzoek van het bedrijf laten doorlopen. Daaraan werd de voorwaarde verbonden dat het bedrijf wekelijks rente moest betalen. Volgens De Jong heeft Ceteco dat tot 30 juni inderdaad gedaan. Op 2 juli vorig jaar stemde Zuid-Holland in met de lening van 35 miljoen, die effectief werd op 17 juli. Op 7 juli, dus vijf dagen na de overeenkomst met de provincie, gaf Ceteco officieel een waarschuwing uit dat de winst voor 1998 zou tegenvallen. "Dat was het eerste signaal dat het Ceteco slecht ging", erkende De Jong gisteravond. "En er zouden er nog meer volgen, maar daarover is geen communicatie geweest." Eind juni had Ceteco de provincie gevraagd of de leningen omgezet konden worden in aandelen of achtergestelde leningen. Dat verzoek was afgewezen, vertelde De Jong. De Jong wees erop dat de provincie al sinds 1987 kortlopende leningen aan Ceteco had verstrekt (tot een totaal van ongeveer 500 miljoen) en dat de provinciale accountantsdienst daarop nooit aanmerkingen had gemaakt. Met het beheer van het kasgeld van de provincie was een hoge ambtenaar belast die de afgelopen weken, voordat de acute problemen bij Ceteco bekend werden, met vakantie was. Statenleden van de VVD, de kleine christelijke partijen en de PvdA vroegen zich af of het verlengen van een direct opeisbare lening tot het mandaat behoort dat Provinciale Staten aan GS hebben gegeven. De CDA-er Kaland constateerde dat Zuid-Holland met haar leningen "voor een groot deel in de behoefte aan financiering bij Ceteco voorzag". Hij zei dat de provincie de leningen waarschijnlijk grotendeels kan afschrijven. Hagemeyer schreef zijn belang van 66 procent in Ceteco - ter waarde van 241 miljoen - begin deze week al in zijn geheel af. De Jong verwacht begin augustus van de bewindvoerders van Ceteco te horen hoe de schuldeisers tevreden zullen worden gesteld. "Het gaat er nu om de positie van Zuid-Holland zo sterk mogelijk te maken", aldus de Gedeputeerde. Bestuursvoorzitter P. Houben van Ceteco wil niets zeggen over de leningen die zijn bedrijf van de provincie kreeg en hoe ze tot stand kwamen. Toen de laatste lening vorig jaar op 2 juli vijf dagen voor de winstwaarschuwing werd verstrekt, was zijn voorganger F. Eigenfeld overigens nog bestuursvoorzitter van Ceteco. Eigenfeld wil ook geen commentaar geven. De bewindvoerders van Ceteco laten weten dat er voorlopig "uitsluitend via persberichten met de buitenwereld gecommuniceerd zal worden".
|
NRC Webpagina's
10 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |