U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


Catherine Deneuve


In de reeks profielen van eigentijdse sterren een speciale aflevering over Catherine Deneuve, de Franse actrice die veertig jaar na haar debuut nog steeds het epitheton 'de mooiste vrouw van de wereld' draagt. In Amsterdam en Rotterdam zijn deze zomer 32 films van haar te zien.

Door HANS BEEREKAMP

Twee beelden van Catherine Deneuve, geen van beide afkomstig uit een speelfilm, komen steeds weer terug, als ik me haar voor de geest haal. Het eerste is een krantenfoto, met zonnebril en hoofddoek, naast haar dochter Chiara, in 1996 bij het verlaten van het sterfhuis van voormalig minnaar Marcello Mastroianni. De visuele associatie met de oudere Greta Garbo, betrapt door paparazzi, dringt zich op, maar hoewel ook Deneuve angstvallig haar privacy beschermt, is ze dit keer niet op de vlucht. Ondanks het verdriet is er reden tot trots over de wederzijdse loyaliteit met de vader van haar dochter, die niet dood ging bij zijn vrouw in Rome, maar bij zijn minnares van ruim twintig jaar eerder in Parijs. Om redenen die ik niet goed begrijp ontroert dit sprookje me meer dan welke film van Deneuve ook.

Het andere beeld komt uit een korte opdrachtfilm voor Amnesty International in de serie Contre l'oubli, in 1991 geregisseerd door Chantal Akerman. Deneuve, met trenchcoat, staat midden in een lege straat. Wat ze daar doet, weet ik niet meer, maar sterker en onafhankelijker dan op dat moment is ze nooit gefilmd. Vlak daarvoor heeft Akerman in de film de loftrompet gestoken over hun eenmalige samenwerking en hun compliciteit overtuigt. Eindelijk is Deneuve, die er geen bezwaar tegen heeft om feministe genoemd te worden, even geen paspop meer, op wie een mannelijke regisseur zijn fantasieën projecteert. Merkwaardigerwijs werkte ze slechts met drie andere regisseuses: Agnès Varda, Nadine Trintigênant en Nicole Garcia.

Heel lang is Deneuve vergeleken met Grace Kelly: de koele Hitchock- blondine, die een vulkaan van passie verbergt achter een beheerste pose. Vooral Luis Buñuel was verantwoordelijk voor dat imago: in Belle de jour (1967) gaf de perfecte bourgeoismevrouw Deneuve zich als heimelijke prostituée over aan perverse spelletjes en in Tristana (1971) kreeg de engelachtige ijsberg zelfs een masochistisch lot toebedeeld, als eenbenig en wraakzuchtig slachtoffer van een wrede voogd.

Veel critici vonden Deneuve die eerste jaren van haar roem, die gevestigd werd door Jacques Demy's Les parapluies de Cherbourg (1964), een beperkt actrice, die met kleine variaties steeds plichtmatig hetzelfde liedje zong, van een klassieke schoonheid op de rand van totale ontremming, zoals in Polanski's Repulsion (1965).

Wie vlak na elkaar Les parapluies de Cherbourg en haar laatste voltooide film, Léos Carax' Pola X (1999) ziet, kan alleen maar gefrappeerd worden door de continuïteit van Deneuve's verschijning, in 35 jaar wel ouder, maar alleen maar mooier en meer 'Deneuve' geworden. Sinds ze op last van Roger Vadim, haar toenmalige minnaar en regisseur, voor Le vice et la vertu (1962) haar bruine haren blondeerde, is Deneuve's verschijning bijna een merknaam geworden, gekleed door Yves Saint-Laurent in nauwsluitende rokken tot vlak boven de knie. Zo ziet de wereld Frankrijk het liefst, en zo ziet Frankrijk zichzelf graag: na Brigitte Bardot was Deneuve de tweede ster die poseerde voor het borstbeeld van Marianne, de revolutionaire heldin met phrygische muts.

Meer dan de hypocrisie van een nymfomane die prinses werd is de Franse mentaliteit kenmerkend voor Catherine Deneuve: uiterlijk gecontroleerd, met meer dan gemiddelde aandacht voor elegantie en waardigheid, angst voor chaos (Deneuve speelt nooit toneel, want ze wil een scène altijd kunnen overdoen), onverstoorbaar individualisme, een obsessie voor de kwaliteit van het bestaan en een openhartig beleden lust tot experimenteren in liefde en werk, gevoed door een gevoelsarme jeugd. Catherine Dorléac (Parijs, 22 oktober 1943), dochter van een weinig succesvol acteursechtpaar, was gesloten en verlegen als kind; volgens sommige berichten dronk ze tot haar negende alleen uit een zuigfles. Ze wilde geen actrice worden, zoals haar oudere zus Françoise Dorléac, maar modeontwerpster. Toen Françoise (in 1967 verongelukt) Catherine toch overhaalde tot een rolletje tegenover haar in Les portes claquent (Jacques Poitrenaud, 1960), nam ze de naam van haar moeder Renée Deneuve aan. Truffauts Le dernier métro (1980) was een van de eerste waarin Deneuve een vrouw met een verantwoordelijk beroep en natuurlijk overwicht speelde. Ze ging steeds beter acteren en bleef weliswaar in films alles doen wat God verboden had (incest, zelfmoord, vampirisme, relaties met vrouwen en veel jongere mannen), maar kon ook geestelijke verwondingen steeds beter zichtbaar maken. Ze is nu een van de beste filmactrices die je je voor kunt stellen: kwetsbaar en ongenaakbaar tegelijkertijd, ster van succesvolle komedies (Belle maman) en bereid tot experimenten met grensverleggende stilisten als Philippe Garrel en Lars von Trier, voor wie ze deze zomer de hoofdrol speelt in de musical Dancer in the Dark.

Het door het Filmmuseum samengestelde programma "t Oeuvre van Deneuve' bevat 32 van Deneuve's ruim tachtig films. Het programma is dus niet alleen verre van compleet, de omissies zijn soms betreurenswaardig. Het bevat geen van de negen films van vóór Les parapluies de Cherbourg, slechts een van de vier waarin ze met Mastroianni speelde, en maar weinige van de publieksfilms zoals Benjamin en Le bon plaisir. Maar als cursus Europese filmgeschiedenis sinds de Nouvelle vague voor beginners én als hommage aan een ster over wie je niet snel uitgepraat raakt, is het de ideale zomerprogrammering.

Vanaf volgende week wordt op de filmpagina steeds één film uit "t Oeuvre van Deneuve' apart besproken.

NRC Webpagina's
7 JULI 1999

Meer sterren


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)