R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
F I L M V O O R A F :
Mona Lisa
KESTER FRERIKS
Nu heeft hij niets meer. Dankzij zijn voormalige baas - het is dief en diefjesmaat - raakt hij verwikkeld in een nieuw baantje als chauffeur voor een elegante, raadselachtig-koele call-girl. Regisseur Neil Jordan creëert met deze beide personages een van de belangrijkste kenmerken van film en theater: iemand raakt onwetend verstrikt in andermans bestaan en kan niet meer terug. Call-girl Simone, gespeeld door Cathy Tyson, eist van George dat hij haar vriendin zoekt die tippelt als heroïne-hoertje. Dit levert een reeks beelden op die als een queeste zijn langs de rozerood verlichte spelonken en uithoeken van de samenleving. Clubs, peep-shows, nachtgelegenheden. Hoskins is er niet de man naar zich daar te vertonen; hij moet niets van al die goedkoop-wellustige vrouwen hebben. Hij is een vreemde in een omgeving die door Jordan opzettelijk desolaat, treurig en nietszeggend is gefilmd. Uiteindelijk vindt hij Cathy en vervolgens is er de ultieme afrekening, waarbij de parallellen met het slot van Taxi Driver (1976) al te opmerkelijk zijn. Dezelfde ultieme schietpartijen, bloedspetters tegen vuilwitte betonnen wanden. Hoskins en zijn call- girl overleven. De schietpartij is haar wraak op mannen die haarzelf en haar vriendin misbruikten. Aan het slot lopen ze door een park weg uit het beeld. Ze praten over de onmogelijkheid van de liefde. Het is aldoor man en vrouw, eerst hebben ze een droom, daarna krijgen ze ruzie en gaan uit elkaar. Wat bezetenheid betreft, zou ik voor Robert de Niro in Taxi Driver kiezen; maar het Brits onderkoelde van Bob Hoskins in de nachtwereld van de erotiek is ook veel waard. Mona Lisa (Neil Jordan, VK, 1986), Canvas, 23.00-0.40u.
|
NRC Webpagina's
6 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |