|
|
|
NIEUWSSELECTIE Officiële Israelische informatie site Israelisch regeringspersbureau
|
Libanezen wanen zich terug in de tijd
BEIROET, 28 JUNI. De Israelische luchtaanvallen hebben Beiroet jaren terug in de tijd gedreven. Grote delen van de stad blijven sinds de nacht van donderdag op vrijdag 's nachts in de diepste duisternis gehuld. De sinds het einde van de burgeroorlog in oktober 1990 moeizaam gemoderniseerde stroomvoorziening is bij de bombardementen zwaar beschadigd. De meeste families en ook grote overheidsinstellingen en bedrijven hebben al een tijdje geleden de generatoren verkocht die hen door de oorlogsjaren en de eerste jaren erna hebben geholpen. Gezien het vredesproces en de versnelde modernisering van de infrastructuur onder de regering van de toenmalige premier Hariri leek de stroomvoorziening voor altijd verzekerd. Nu hebben ze spijt. "En die toestand zal nog wel enige maanden duren", zegt Sami, een 60- jarige ingenieur die verantwoordelijk is voor de zwaar beschadigde centrale van Jamhour in de bergen ten oosten van Beiroet. "Wij hebben hier vier mensen verloren, brandweerlui die na de eerste raketaanvallen aan het blussen waren en verrast werden toen de vliegtuigen terugkwamen en de zware transformatoren onder vuur namen. Hij schat de schade op zeker 8 miljoen gulden. "En het is nog maar de vraag of wij onmiddellijk dezelfde transformatoren zullen vinden. Ze moeten van Europa, vermoedelijk vanuit Frankrijk, naar hier gebracht worden en dat zal wel drie tot vier maanden in beslag nemen." Bij de eerste luchtaanvallen werden de twee centrales die de elektrische stroom over heel de hoofdstad verdelen uitgeschakeld. Op slag was de stad zo donker als de nacht, en in de lucht hoorden een miljoen burgers de bommenwerpers tekeergaan. "Mijn gezin en vooral mijn jonge kinderen waren doodsbang", zegt Ismat. "Ik en mijn man zijn het gewoon, maar de kinderen niet. Het is wreed en onrechtvaardig. De Israeliërs weten dat wij ook rechten hebben." Het was voor de meeste Libanezen een oude nachtmerrie die ze dachten voorgoed verdreven te hebben. Velen zijn de wanhoop nabij. Er is helemaal geen sprake meer van vrede, vinden ze. Ismat verwacht ook niets goeds van de gekozen Israelische premier Barak. "Natuurlijk niet, alle Israelische leiders zijn hetzelfde, ik geloof niet dat zij iets goeds kunnen doen." Op weg naar het zuiden kom je maar traag vooruit. Langs de 'autostrade el-Jdid', de deels nieuwe, deels gemoderniseerde kustweg, is een aantal bruggen gebombardeerd. In Damour is de nieuwe oprit naar de autosnelweg getroffen, de betonnen brug kwam over de hele breedte op de nieuwe autoweg terecht. Overal liggen autowrakken. Even verderop, voorbij de centrale van Jyé, is de kustweg onderbroken. Met stenen en autobanden is er een wegversperring opgericht en een politieagent probeert met witte verf op een stuk karton de omleiding aan te geven. De havenstad Sidon is alleen via het binnenland te bereiken. Voorbij de wegversperring lag de brug over de river de Awali. De Awali is de 'rode' lijn die de Syrische troepen in Libanon van de Israeliërs niet mogen overschrijden. Vlak voor de brug staat de laatste Syrische controlepost en langs de weg troont een dertig vierkante meter groot schilderij van de Syrische president Assad, tegen de gevel van een gebouw waarin de soldaten zijn gehuisvest. Ook de brug over de Awali is bij de bombardementen vernield, net zoals andere knooppunten in het zuiden. Het draagvlak ligt gedeeltelijk in het water. Zes volkomen verwrongen autowrakken liggen op de weg en in het water beneden. Vlak voor de brug aan de Beiroetse kant staat een groot konvooi bestelwagens, service-taxi's, klaar om de eindeloze stroom mensen uit Sidon, die te voet via een geïmproviseerde houten trap op de schuin in het water liggende helft van de brug de rivier oversteken, naar Beiroet te brengen. De service-taxi's parkeren voor de patisserie 'Kanaan'. "Ik woon in Sidon en tijdens de nacht was ik aan het werk in de patisserie hier. De ruiten gingen aan diggelen en wij moesten allemaal naar beneden, in de keuken, om te schuilen", vertelt Zouheir. "Mijn auto moet ik voorlopig aan de andere kant achterlaten, maar gelukkig is het leger nu bezig met een noodbrug te bouwen op het strand, op twintig meter naast de verwoeste brug. Ze zeggen dat die woensdag al klaar zou kunnen zijn." "Nee, het is nog niet gedaan", zegt Rima, een lerares uit Sidon, over de bombardementen. "De Israeliërs zullen vannacht niet opnieuw beginnen, maar het is nooit klaar. Ik geloof ook niet dat zij binnen het jaar gaan vertrekken, zoals Barak heeft aangekondigd. Het is niet zo makkelijk. Anders hadden ze dat al veel vroeger gedaan." "Wij weten hoe we die druk moeten overleven, maar het is geen leven, met de angst en het geweld", zegt Rima. "Onze kinderen groeien op met het geweld en leren meteen dat Israel onze vijand is. Dat is toch niet gezond. Als er een akkoord wordt getekend, moeten we dat ook aan onze kinderen kunnen uitleggen. Vrede is niet alleen dat er geen bommen meer vallen, maar ook dat je elkaar kan respecteren en vertrouwen. Maar dat is niet mogelijk met al dat onrecht. Ik zie niet hoe de Israeliërs met de Arabieren zouden kunnen samenleven, en wij met hen."
|
NRC Webpagina's
28 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |