|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo conflict
|
Kosovo en het recht
DE BEVOEGDHEID van het Internationale gerechtshof is een afzonderlijke rechtsvraag in de procedure en hij werkt als een barrière. Pas als deze genomen is komen de rechters toe aan de werkelijke vragen die de NAVO-acties oproepen. Dat zijn vragen die er toe doen, zoals de geoorloofdheid van humanitaire interventie. Deze kwestie bevat op zichzelf weer een aantal deelvragen die van groot belang zijn, zoals de grenzen van de nationale soevereiniteit. Ook is er de vraag in hoeverre expliciete dekking van dit soort acties door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vereist is. Het juridisch debat voor het Internationale gerechtshof heeft zijn beperkingen. Tegenover de typering van het internationale geweldsverbod als ius cogens (dwingend recht) staat de erkenning van necessitas (dwingende noodzaak) als een zelfstandige omstandigheid die gedragingen rechtvaardigt die anders onrechtmatig zouden zijn onder internationaal recht. Wat de rechters in het hof - voor de gelegenheid aangevuld met rechters uit betrokken staten - er ook van maken, boven elke uitspraak hangt de schaduw van de zaak Nicaragua tegen de Verenigde Staten van 1986. De VS legden toen een veroordeling wegens het leggen van mijnen naast zich neer. Toch moet het belang van deze procedure niet worden onderschat als een mogelijke bijdrage aan de ontwikkeling van het internationale recht. Dat heeft in de woorden van een bekende jurist na de oorlog de handicap dat het zich niet normaal kan ontwikkelen door wetgeving omdat er immers geen vaste internationale wetgever bestaat. Vandaar het belang van een hof dat, zoals het is uitgedrukt, representanten bevat van "de belangrijkste tradities en de voornaamste rechtsstelsels in de wereld".
|
NRC Webpagina's
11 MEI 1999
( a d v e r t e n t i e s )
Domicilie,
|
Bovenkant pagina |