|
T I T E L : |
Journey to the Sun (Günese yolculuk) |
R E G I E : |
Yesim Ustaoglu |
M E T : |
Newroz Baz, Nazmi Qirix, Mizgin Kapazan, Nigar Aktar, Iskender Bagcilar, Ara Güler |
In: 7 theaters
Met een lijkkist op weg van Istanbul naar
Koerdistan
Door HANS BEEREKAMP
Turkse politiemensen zien er
tegenwoordig Amerikaans uit: hoge sportieve laarzen, een denim
overhemd, zonnebril en baseballpet. Het zijn geen potsierlijke
autoriteiten met een symbolische snor, maar praktisch ingestelde
ordebewakers, die elk moment in actie kunnen komen. De scènes met
de op scherp staande politiemensen zijn de beste in Journey to the
Sun, een Turks-Duits-Nederlandse coproductie, die eigenlijk
Günese yolculuk heet en gaat over een nerveus en angstig
land. De politiek progressief georiënteerde regisseuse en
scenarioschrijfster Yesim Ustaoglu heeft een speelfilm gemaakt die iets
laat zien van de problemen van haar vaderland, zonder te preken of
stemming te maken. Dat is een voorname verdienste, die haar op het
filmfestival van Berlijn de prijs voor de beste Europese film
bezorgde.
Een echt goede film is Journey to the Sun echter niet. Daarvoor
is de scenarioconstructie te houterig, de symboliek te opgelegd en de
vermomming van flarden uit de alledaagse werkelijkheid als drama te
doorzichtig. Er zijn drie hoofdpersonen, die elk staan voor een etnisch
aspect van de Turkse samenleving. Ze ontmoeten elkaar in Istanbul, de
metropool waar alle lijnen samenkomen: de jonge Mehmet uit een dorpje
in het westelijke deel van het land, de Koerdische cassetteverkoper
Berzan en het in Duitsland geboren, verwesterde meisje uit de
wasserette Arzu. Mehmet sluit vriendschap met Berzan en wordt verliefd
op Arzu. Berzan wordt bij een rel gearresteerd en sterft op het
politiebureau aan een "hersenbloeding'. Ook Mehmet wordt gearresteerd,
omdat zijn huid te donker is. Daarna begrijpt Mehmet dat hem maar
één ding te doen staat: een reis ondernemen naar het
verre oosten van Koerdistan, om Berzan daar te begraven. Er volgt een
road movie met lijkkist, langs politieafzettingen en andere
hindernissen, naar Berzans in een stuwmeer verdronken geboortedorp. En
dan is de film, na 111 minuten, toch nog vrij plotseling afgelopen,
omdat er niet veel meer te vertellen viel.
Ustaoglu weet wel hoe je een film moet ensceneren en ook dat men in het
westen benieuwd is naar onbekende, al dan niet pittoreske details uit
Turkije. Haar mozaïek van kleine gebeurtenissen met een politieke
lading bevredigt de oppervlakkige nieuwsgierigheid en wekt sympathie,
maar komt zelden tot leven, en faalt in het schetsen van een dramatisch
samenhangende analyse. Het is een kleine film die maar niet groot wil
worden, en te gemakkelijk omarmd dreigt te worden als politiek correct
pamflet over een dictatuur, die mensen met de verkeerde huidskleur
discrimineert. De vraag waarom dat land eigenlijk zo nerveus is, wordt
niet eens gesteld.
|
NRC Webpagina's
28 APRIL 1999
|