|
T I T E L : |
Rushmore |
R E G I E : |
Wes Anderson |
M E T : |
Jason Schwartzman, Bill Murray, Olivia Williams, Seymour Cassel, Brian Cox |
In Tuschinski, Amsterdam
Miljonair en nerd beiden verliefd op mooie kleuterjuf
Door GERWIN TAMSMA
Rushmore, de tweede film van de dertigjarige Texaan Wes Anderson,
begint als een charmante komedie over opgroeien en jeugdige
grootheidswaan, en wordt daarna een duistere puberfabel la Welcome
to the Dollhouse van Todd Solondz, waarin de zaken in hoog tempo uit
de hand lopen.
In de slotfase wordt aan de handrem getrokken om toch nog maar tot een happy end te komen. Voor het overige valt er veel te
genieten: niet alleen vanwege de bijzondere rollen, maar ook wegens het
camerawerk en de art direction, die de film een tijdloos aanzien geven.
De vijftienjarige kapperszoon Max Fisher heeft een beurs voor de
elitaire privéschool Rushmore. Hij bezigt het zelfverzekerde
vocabulaire van een volwassene die alles al bereikt heeft waar Max
van droomt. Met zijn gehoornde bril ziet hij eruit als een eenzame
nerd, maar hij is wel een echte doener: voorzitter of oprichter
van elke denkbare extracurriculaire activiteitenclub. Wegens slechte
cijfers dreigt hij echter uit zijn paradijs verstoten te worden.
Een probleem van Rushmore is dat hoofdpersoon Max wel uniek is, maar niet universeel, zoals klassieke jongensfiguren
uit de Amerikaanse literatuur als Tom Sawyer en Holden Caulfield dat
zijn. Zijn handelingen roepen eerder nieuwsgierigheid op dan mededogen
en herkenning.
Max, een mooi debuut van Jason Schwartzman, verliest de werkelijkheid in
zijn geobsedeerd universum verder uit het oog wanneer hij met
verregaande vasthoudendheid verliefd wordt op een mooie kleuterjuf
(Olivia Williams), een jonge weduwe die aanvankelijk alle aandacht
geamuseerd en verwonderd over haar heen laat komen. De mooiste, met een
Oscarnominatie bekroonde rol in Rushmore is van minimalist Bill
Murray, die zijn beste werk aflevert sinds Groundhog Day, als Mr.
Blume: een rijke industrieel van de tragische figuur, maecenas van
Rushmore Academy en Max' mentor annex sponsor. Wanneer Max er achter
komt dat Blume een affaire krijgt met de juf, ontstaat een schijnbaar
uitzichtloze oorlog. Deze plot verliest in Rushmore te snel
stoom. Verwijzingen naar The Graduate of Charlie Brown verhelpen
dat niet. Regisseur Anderson blijkt zich in de nesten te hebben gewerkt,
want hij durft niet vrijuit te goochelen met de duistere kant van
opgroeien in veilige Amerikaanse buitenwijken. Anderson neemt aan het
eind van de film de nooduitgang. Op de oorlog tussen Max en Blume volgt
catharsis en verbroedering.
|
NRC Webpagina's
14 APRIL 1999
|