NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Door onze redacteur ERIK OUDSHOORN
ROTTERDAM, 5 JAN. De werkgeversorganisatie FBO, die de belangen behartigt van de voetbalclubs, wil nog deze week de onderhandelingen heropenen met de spelersvakbond VVCS over een CAO in het betaald voetbal. Met een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst zouden de nadelige gevolgen van de flexwet grotendeels beperkt kunnen worden. De wet flexibiliteit en zekerheid geeft sinds 1 januari voetballers die hun contract verlengen de mogelijkheid met een opzegtermijn van een maand zonder afkoopsom te vertrekken vanaf het moment dat zij drie jaar bij dezelfde club in dienst zijn.

Er is al sinds 1994 geen voetbal-CAO meer. Door de flexwet moesten de sociale partners opnieuw aan tafel, maar een eerste onderhandelingsronde leidde nog niet tot een akkoord. VVCS-voorzitter Th. van Seggelen trok hieruit de conclusie dat de CAO definitief van de baan is. Hij voorspelt een rampzalige uittocht van spelers naar het buitenland. Bij de FBO is het echter niet bekend dat Van Seggelen geen heil meer ziet in nieuwe onderhandelingen. W. Weezenberg, jurist van de werkgeversorganisatie: ,,Wij nodigen de spelersvakbond uit voor een volgende gespreksronde. De clubs hebben ons op 17 december een mandaat gegeven. Dat voorstel willen wij aanbieden aan de VVCS. Wat ons betreft is er geen sprake van dat de CAO-onderhandelingen vastzitten.''

Echt haast heeft de FBO echter niet. Nieuwe CAO's worden wel vaker met terugwerkende kracht uitgevoerd. Volgens Weezenberg hebben de meeste clubs bovendien voor dit jaar hun maatregelen genomen. Daarom deelt hij niet de zorgen van Van Seggelen en de mening van FC Utrecht-directeur Van Breukelen dat er een ,,atoombom'' ligt onder het profvoetbal. Feyenoord verlengde eind vorig jaar het contract van Kees van Wonderen tussentijds. PSV deed hetzelfde met Chris van der Weerden. En Roda JC verlengde zelfs de verbintenissen van zeven spelers. Op al deze overeenkomsten is de flexwet niet van toepassing. Zij vallen nog onder het oude regime. Uit een enquête van de FBO is gebleken dat de clubs bij gemiddeld drie spelers het per 30 juni 1999 aflopende contract willen verlengen. Vaak gaat het om arbeidsovereenkomsten die drie jaar geleden zijn afgesloten na het Bosman->arrest. Als hun verbintenis wordt verlengd, zouden deze spelers nu kunnen profiteren van de flexwet. Maar zij moeten volgens de FBO eerder rekening houden met ontslag. Weezenberg: ,,Het betreft zo'n honderd spelers. Ik zou hen aanraden de zaakwaarnemer te bellen. Uit het feit dat hun contract niet voor 1 januari tussentijds is verlengd, kunnen zij opmaken dat de club van hen afwil. Stel je hebt als werkgever de keuze uit een speler die elk moment bij je kan weglopen zonder vergoeding of een nieuwe speler die je voor vijf jaar kan vastleggen. Dan lijkt me niet dat je voor het eerste kiest. De onzekerheid ontstaat alleen bij verlenging van een bestaande overeenkomst.'' Weezenberg wijst erop dat de clubs bij nieuwe contracten salarisverhogingen en premies kunnen inbouwen die het de voetbalprof aantrekkelijk maken om zich voor een lange tijd vast te leggen. ,,Je hebt als clubbestuurder vooraf een beeld van een voetballer. Trapsgewijs kun je hem een verbetering van zijn salaris aanbieden. Dat is best weleens lastig. Maar de flexwet betekent niet het einde van het betaald voetbal in Nederland.'' De nieuwe wetgeving lijkt eerder ten nadele van de gemiddelde voetballer uit te pakken. Weezenberg voorspelt dat de speler die zijn contract dit jaar wél mag verlengen niet hoeft te rekenen op tekengeld. Het gebruikelijke bedrag ineens dat een voetballer vooraf bedingt. De arbeidsspecialist van de FBO: ,,Meestal wordt dat geld in het pensioenfonds CFK gestort. Maar je denkt toch niet dat de clubs voor vier of vijf jaar tekengeld betalen, als een speler na een paar maanden weer kan opstappen?''

De CAO-onderhandelingen tussen de VVCS en de FBO sprongen onder meer af op het doorbetalen van (winst)premies bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid. De spelersvakbond stelt zich op het standpunt dat in de nieuwe CAO moet worden opgenomen dat bij blessures voetballers hetzelfde honorarium krijgen als hun spelende collega's. Weezenberg: ,,De clubs willen hierin ver gaan, maar er zijn grenzen. De meeste clubs keren bij arbeidsongeschiktheid al 85 tot 100 procent uit van het salaris gedurende het eerste jaar. Best veel bij een gemiddeld inkomen van drie ton. Terwijl het wettelijk verplicht is niet meer dan 70 procent van 72.000 gulden uit te keren. Wij vinden dit een principiële discussie, maar het mag nooit een breekpunt zijn.''

( a d v e r t e n t i e s )