U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
teller
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   B U I T E N L A N D :
Moi en de eenheidsworst

KOERT LINDIJER
Een televisiestation in Kenia ontleent zijn identiteit aan zijn nieuwsuitzendingen. The Bold and the Beautiful, Knots Landing, Santa Barbara, Falcon Crest, deze moderne rotzooi valt continu op de twee Keniase netwerken te bekijken en kan dus niet gezichtbepalend werken voor een station.

Je weet pas welk station je voor je hebt bij het nieuws. De staatsomroep KBC oogt als een advertentiebureau voor het zittende regime van de president, zijne excellentie Daniël arap Moi. Het eerste item in het slaapverwekkende nieuwsbulletin van negen uur bij KBC is steevast wat Moi die dag gedaan heeft. Ook al staat de hoofdstad Nairobi in brand door stakingen of rellen, het journaal wordt geopend met Moi die bijvoorbeeld een lintje doorknipt bij een lagere school. Het commerciële station KTN probeert dynamischer over te komen of, zoals de manager het uitdrukt: ,,We proberen moderne tv te maken.'' Zo modern is KTN dat sinds kort de nieuwslezer niet meer door één camera in beeld wordt gebracht maar uit drie hoeken. De beslommeringen van president Moi vormen pas het vierde item bij KTN en dat werkt heel verfrissend in een land waar pas sinds enkele jaren pluriformiteit wordt getolereerd. Dit televisiestation begon als eerste ermee ook leden van de oppositie voor de camera te halen. Kwaliteit straalt KTN echter nog steeds niet uit. Dat komt door gebrek aan middelen, goed opgeleid personeel, en bovenal aan de eigendomssituatie van KTN. Het station kreeg eerder dit jaar nieuwe eigenaren: jonge, dynamische familieleden en politici rond de president. Eerst kochten ze de dagkrant de Standard en vervolgens namen ze KTN over. Zij begrepen dat de slaafse manier waarop Mois regime wordt gevolgd op de KBC te ouderwets aandoet en niet meer aansluit bij de tijdgeest. Dus moet er, mondjesmaat, een kritisch woordje kunnen vallen. Echte journalistiek, onafhankelijk en onderzoekend, bedrijven de Standard en KTN nog steeds niet. En hoe kan het ook anders als de eigenaar, Mois geadopteerde zoon Mark Too, iedere dag eerst de hoofdredactionele commentaren moet lezen alvorens de lezer en kijker er van mogen horen.

Liberalisering van de media heeft in menig Afrikaans land een vlucht genomen sinds de introductie van het meerpartijenstelsel begin jaren negentig. De onafhankelijke journalistiek won daardoor ontegenzeggelijk aan gewicht. In buurland Oeganda onthullen de onafhankelijke media regelmatig wanbestuur door hoge politici en ambtenaren en dat leidt tot ontslagen, zoals onlangs van president Museveni's halfbroer Salim Saleh. In Kenia daarentegen probeert de overheid krampachtig haar greep op de samenleving te handhaven en houdt daarom het opengooien van de mediasector zo lang mogelijk tegen. 's Lands grootste krantenconcern, de Nation Group, diende al zes jaar geleden een verzoek in voor een vergunning voor een tv- en radiostation. Het wacht nog steeds op een toewijzing door het ministerie van informatie.

De eenheidsworst op radio en tv maakt de Keniase consument misselijk. Alleen bij toeval wordt hij uit zijn door de media opgewekte roes gewekt en ziet of hoort hij iets opmerkelijks. Het betreft dan meestal wel een buitenlandse productie. KTN vertoonde vorig week rond middernacht, als iedere Keniaan al op één oor ligt, een documentaire over de in Somalië gesneuvelde jonge Keniase fotograaf Dan Eldon. Met drie andere journalisten werd hij op 23 juli 1993 door een woedende menigte Somaliërs gelyncht, vlak nadat Amerikaanse mariniers een bijeenkomst van wijze ouderen hadden gebombardeerd. Het zusje van Dan ging in Afrika en Europa op zoek naar vrienden en collega's van Dan om uit te vinden wat hen motiveert om naar oorlogsgebieden te trekken. De moraal van het verhaal kwam mij ongeloofwaardig over: medeleven met mensen in nood bracht hen naar deze onplezierige plaatsen in Afrika. Van een bevlogen hulpverlener wil ik zo'n verklaring nog wel accepteren, maar van een doorgewinterde journalist - nee. Die compassie is me nooit opgevallen bij collega's. Op het slagveld waar de verslaggever in Afrika soms moet opereren, laat hij zich juist altijd van zijn harde kant zien. Het lijkt me dat meer complexe redenen ten grondslag liggen aan het bizarre verlangen van journalisten om in helse omstandigheden erbij te willen zijn. Maar goed, het was tenminste eindelijk eens een goed programma op de Keniase tv.

NRC Webpagina's
15 DECEMBER 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)