U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
teller
   O P I N I E
( a d v e r t e n t i e )        
De Waddenzee op Internet

NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
NCR (National Council of Resistance of Iran)

The 1994 Declaration of 134 Iranian Writers


H O O F D A R T I K E L :
Sluipmoorden in Iran


MOHAMMAD JAFAR POUYANDEH, Mohammad Mokhtari, Javad Sharif, Dariush en Parvaneh Forouhar; Iraanse schrijvers, dichters, dissidenten die de laatste weken onder verdachte omstandigheden om het leven zijn gekomen. De Iraanse president, Mohammad Khatami, heeft toegezegd alles in het werk te zullen stellen om deze kennelijke sluipmoorden op te helderen en de verantwoordelijken aan te houden. De verdenking is sterk dat er een politieke samenhang bestaat. De slachtoffers stonden allen bekend als uitgesproken critici van de conservatieve stroming onder de islamitische geestelijkheid, die in Iran nog steeds de dienst uitmaakt. Steeds opnieuw blijkt de pragmaticus Khatami, vorig jaar overtuigend tot staatshoofd gekozen, door de fundamentalisten in het nauw te kunnen worden gedrongen.

Nog in september leek de president zijn stempel op het beleid te hebben kunnen drukken toen de Iraanse regering voor de VN in New York bekend maakte zich van het destijds door wijlen ayatollah Khomeiny uitgevaardigde doodvonnis (fatwa) tegen de Britse schrijver Salman Rushdie te distantiëren. Hoewel onduidelijk bleef wat dit feitelijk betekende, verklaarde Rushdie zelf dat voor hem de verklaring voldoende was. Rushdie-comité's besloten daarop zichzelf op te heffen. Het Verenigd Koninkrijk herstelde de betrekkingen met Iran. Maar met de recente moordaanslagen op vooraanstaande Iraanse dissidenten lijken de tijden van het donkerste fundamentalisme weer te zijn teruggekeerd. Dat in het geniep wordt geopereerd, biedt nauwelijs enig soelaas. De veiligheids- en politieke inlichtingendiensten zijn in handen van de conservatieven en Khatami moet in de fundamentalistische Opperste Leider ayatollah Ali Khamenei zijn meerdere erkennen. De kans dat de aanslagen op de dissidenten worden opgehelderd, lijkt daarmee vooralsnog uiterst bescheiden.

OOK AL KUNNEN Irans president en regering moeilijk direct verantwoordelijk worden gesteld, de vrije wereld zou er goed aan doen blijk te geven van haar afgrijzen over de omstandigheden waaronder de dissidenten zijn omgekomen. Daar ligt zeker ook een taak voor de politiek. Khatami cum suis hebben herhaaldelijk duidelijk gemaakt de relaties met de buitenwereld te willen normaliseren. Daarbij gaat het hun nu nog vooral om beëindiging van de Amerikaanse boycot tegen Iran, gevolg van de langdurige bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran tijdens de Iraanse revolutie eind jaren zeventig.

De dood van de vijf dissidenten is een aanwijzing voor de keiharde, deels ondergrondse strijd die zich in Iran tussen de verschillende facties geestelijken voltrekt. Diplomatieke afstandelijkheid onder deze omstandigheden zou de verkeerde boodschap sturen: dat de vrije wereld niet in de morele inzet en de uitkomst van het conflict is geïnteresseerd.

NRC Webpagina's
14 DECEMBER 1998



( a d v e r t e n t i e s )
SIRE - Doof

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)