NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

TEHERAN, 14 DEC. Een derde Iraanse schrijver, Mohammad Jafar Pouyandeh, is het afgelopen weekeinde dood teruggevonden, drie dagen na zijn verdwijning. President Mohammad Khatami, wiens gebrek aan controle over veiligheidskwesties door de recente reeks moorden wordt onderstreept, heeft de veiligheidsdiensten opgeroepen hun onderzoek te intensiveren. In een open brief heeft een groep intellectuelen Khatami opgeroepen al het mogelijke te doen om ,,aan deze verschrikkelijke toestand een eind te maken''.

Volgens familieleden toont Pouyandehs lijk tekenen dat hij is gewurgd. Hij verdween 9 december, dezelfde dag waarop het lijk werd teruggevonden van de eveneens eerder verdwenen dichter Mohammad Mokhtari. Ook Mokhtari was gewurgd. De week tevoren was de schrijver Javad Sharif onder volgens vrienden verdachte omstandigheden dood aangetroffen. Een vierde intellectueel, Pirouz Davani, wordt nog vermist. Liberale kranten schrijven dat de moorden op schrijvers, die werden voorafgegaan door de moorden op een nationalistische oppositieleider, Dariush Forouhar, en zijn vrouw, erop zijn gericht het politieke hervormingsproject van president Khatami te dwarsbomen. Khatami heeft, ondanks zijn overweldigende verkiezingsoverwinning in mei 1997, weinig werkelijke macht om zijn programma van uitbreiding van de burgerlijke vrijheden en respect voor de wet ten uitvoer te leggen. Het parlement wordt nog steeds gedomineerd door zijn conservatieve tegenstanders, evenals de rechterlijke macht en de veiligheidsdiensten. Deze zijn verantwoording schuldig aan de Opperste Leider, ayatollah Ali Khamenei. Deze heeft vanochtend, na een opmerkelijk stilzwijgen, tot arrestatie van de moordenaars opgeroepen. Het ministerie van Islamitische Leiding, in handen van een naaste medestander van Khatami, liet gisteren weten achter de moorden een complot te zien om ,,een slag toe te brengen aan de nieuwe atmosfeer in de Islamitische Republiek''. Daarentegen beschuldigden 140 parlementariërs in een open brief aan Khatami de in Irak gevestigde gewapende oppositiebeweging Mujahedeen-Khalq en buitenlandse geheime diensten ervan achter de moorden te zitten. (AP, Reuters)