U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
teller
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


S c h a k e l s
La vita è bella (officiële site)
La vita è bella (Imdb)
La vita è bella (NRC)

Bioscoopagenda Nederland
www.bios.nl

Roberto Benigni


In een reeks profielen van eigentijdse sterren deze week de Italiaanse komiek-auteur Roberto Benigni, bijgenaamd ,,Woody Allen van de mesthoop', die met zijn Holocaustkomedie La vita è bella voor het eerst internationaal serieus genomen lijkt te worden.

Door HANS BEEREKAMP

Foto ABC Press
Foto ABC Press
De eerste keer dat Roberto Benigni (Castiglion Fiorentino, 27 oktober 1952) op een Nederlands filmscherm verscheen, zat hij op een toiletpot, als crècheleider op het niveau van zijn peuters in Marco Ferreri's Chiedo asilo, internationaal ook bekend onder de Franse titel Pipicacadodo (1979). ,,De Woody Allen van de mesthoop' wordt hij wel genoemd. Ik zou eerder denken aan drie Marx Brothers verenigd in één persoon: de quasi-kinderlijke brutaliteit van Harpo, de gecalculeerde plechtigheid van Groucho en het Engels van Chico. Zelf beschreef Benigni zich als ,,het resultaat van een ruzie tussen God en de PCI', refererend aan de communistische plattelandscultuur in Toscane, waar hij uit voortkomt.

Zijn eerste bekendheid verwierf Benigni als stand up comedian voor het lokale televisiestation Televacca (dat zogenaamd in een koeienstal gevestigd was).

Journalisten hebben in de loop der jaren moeten constateren dat Benigni zich wel gretig aan interviews onderwerpt, maar zelden meer dan tien samenhangende woorden produceert. Toen Benigni in het midden van de jaren tachtig door Huub Bals werd uitgenodigd als eregast van het International Filmfestival Rotterdam, sprong hij voor de VPRO-camera's op schoot bij Adriaan van Dis, en riep in die positie wanhopig naar de festivaldirecteur: ,,Hoebbe, I wantta the prrrize!'', zich niet realiserend dat er toen geen prijzen te winnen waren in Rotterdam.

Zoals elke komiek die lange tijd hetzelfde personage speelt en na enige tijd zichzelf gaat regisseren, lijdt Benigni aan de behoefte serieus te worden genomen. De Italiaanse intelligentsia heeft Benigni genoeg geknuffeld. Hij speelde onder meer in films van Bertolucci, Fellini en Ferreri en werd pas daarna een publieksfavoriet, in door hem zelf geregisseerde hitfilms als Il piccolo diavolo (1988) en Johnny Stecchino (1991). Internationaal werden de clowneske capaciteiten van Benigni optimaal benut door Jim Jarmusch, in Down by Law (1986) en Night on Earth (1991), en misbruikt door Blake Edwards, die hem ten onrechte lanceerde als de nieuwe inspecteur Clouseau in Son of the Pink Panther (1993).

Benigni's grootste succes tot nu toe is de door hem geschreven en geregisseerde Holocaust-komedie La vita è bella (1997), dit jaar bekroond met de Grote Speciale Juryprijs (de zilveren medaille) in Cannes. Over de goede smaak van het toepassen van de commedia dell'arte-traditie op Auschwitz valt te redetwisten. Deze week zei Claude Lanzmann, regisseur van Shoah, nog op IDFA dat hij principieel weigert te reageren op of zelfs maar de naam te noemen van ,,die film'.

Het is in ieder geval wel een echte Benigni-film, gekenmerkt door een kinderlijke blik en verkocht met de droogkomische nep-autoriteit van een partijafgevaardigde uit de provincie.

NRC Webpagina's
2 DECEMBER 1998

Meer sterren


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)