|
|
|
NIEUWSSELECTIE Hockey Homepage |
"Hockey is een familiesport en dat moet het blijven"
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
Voor de tweede keer in zijn loopbaan treedt André Bolhuis in de voetsporen van Willem Cornelis, de markante voorzitter die gisteren afscheid nam van de hockeybond met de ondertekening van een nieuwe overeenkomst met hoofdsponsor Rabobank. Tien jaar geleden al nam de tandarts uit Soest de fakkel over van Cornelis, destijds als chef de mission van de olympische ploeg. ,,Willem en ik kennen elkaar al dertig jaar. Onze paden blijven elkaar kruisen.'' Cornelis verlaat de honderdjarige bond op een moment dat er voor zijn opvolger op het eerste gezicht weinig ruimte voor verbetering is: een min of meer stabiel ledenaantal (bijna 128.000), een in financieel en sportief opzicht succesvol verlopen WK in eigen land en een nationale mannenploeg die de titels ogenschijnlijk moeiteloos aaneenrijgt. ,,Willem heeft een paar keer gezegd: de lat ligt erg hoog. Op mijn beurt zeg ik: als-ie blijft liggen waar-ie ligt, ben ik tevreden.'' Aan uitdagingen daarom geen gebrek, betoogt de 128-voudig international. ,,Kijk naar de volleyballers. Twee jaar geleden nog olympisch kampioen, nu veroordeeld tot een bijrol op het WK. Ook wij zullen voorbereid moeten zijn op het moment dat het even wat minder gaat, want dat gebeurt vroeg of laat. Je kan niet tien jaar achtereen alles winnen. Dat bestaat niet.'' Over uitdagingen gesproken: hoewel het ledenaantal de laatste jaren een lichte groei doormaakte, is ook op dat punt waakzaamheid geboden. Vooral bij de jeugd en de veertigplussers is het verloop groot. ,,Bovendien komen steeds meer clubs in de problemen nu sommige gemeenten de geldkraan dichtdraaien. Ook daar zullen we op moeten inspringen.''Een ander punt van aandacht is Jong Oranje, de mannenploeg in het bijzonder na de teleurstellende zevende plaats bij het WK van vorig jaar. Mede op voorspraak van Bolhuis, afgelopen twee jaar belast was met de portefeuille tophockey, is het budget voor beide jeugdploegen inmiddels verdubbeld, naar bijna een half miljoen gulden per jaar. ,,Omdat de kloof met de A-selectie te groot dreigde te worden.'' Ook op nationaal niveau ziet de oud-speler van Kampong zich geconfronteerd met ,,een aantal interessante vraagstukken''. Hij somt op: ,,Hoe reageert de bond op de maatschappelijke veranderingen? Hoe gaan wij om met betalingen van en aan onze spelers? En hoe zit dat in de hoofdklasse?'' Om met dat laatste te beginnen. De bond stelt zich op het standpunt dat de competitie niet nadelig mag worden beïnvloed. Vorig jaar schrapte de KNHB de term ,,amateur' uit haar statuten. ,,Als clubs hun spelers willen belonen of met een selectie van 22 Pakistani aan de competitie willen beginnen, dan vinden wij dat best. Wij verbieden niets, maar blijven alert en treden pas op zodra een vereniging halverwege de competitie met een niet-speelgerechtigde buitenlander op de proppen komt.'' Er is een ,,maar', een niet onbelangrijke volgens Bolhuis. Geld mag niet leiden tot normvervaging. ,,Wij waken voor wat ik de omgekeerde pyramide noem, voor basketbal- en ijshockeytoestanden. Clubs die alleen maar oog hebben voor het eerste elftal en de rest er maar een beetje bij laten hangen. Dan gaan we onze basis aantasten. Hockey is een familiesport en dat moet het blijven, daar ligt onze kracht.'' Toch ontkomt ook Bolhuis niet aan de conclusie dat geld een steeds belangrijker rol speelt binnen de sport die nog niet zo lang geleden koketteerde met haar amateurstatus. Niet voor niets leeft zowel bij de nationale mannen- als bij de vrouwenploeg de wens om in de nabije toekomst vergoedingen te ontvangen voor het spelen van interlands, zoals afgelopen voorjaar gebeurde bij het WK in Utrecht. Bolhuis kent die geluiden, maar weigert de portefeuille te trekken. ,,Hockey kost nog altijd meer dan het opbrengt. Zolang wij geen geld genereren, kunnen we ook niet uitkeren. Wij moeten onze leden geld vragen om evenementen zoals het WK te kunnen organiseren. Pas zodra de opbrengsten van een toernooi de kosten overstijgen, kunnen spelers aanspraak maken op een vergoeding.'' Nu hij het toch over geld heeft: zoals alle andere sportbonden dient de KNHB zich te conformeren aan het dopingbeleid van de overheid. Dit seizoen worden veertig vliegende controles uitgevoerd in de Nederlandse competitie. Geschatte kosten op jaarbasis: 40.000 tot 50.000 gulden. Bolhuis: ,,Goed geld naar slecht geld brengen, maar helaas onvermijdelijk.'' Bolhuis staat bekend als een voorvechter van de topsport, maar zal zich in zijn nieuwe functie ook moeten bemoeien met de breedtesport. Een stap terug? ,,Nee, absoluut niet. Ik ben trots op dat topsportstigma, maar zal nu op zoek moeten naar een balans tussen top- en breedtesport. Ook dat is een uitdaging.''
|
NRC Webpagina's
1 DECEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |