|
|
|
NIEUWSSELECTIE Alberto Tomba (officiële site) |
De gouden jaren van La Bomba
Door onze redacteur GUUS VAN HOLLAND
Misschien was het zijn eigen schuld dat hij zo weinig respect kreeg voor zijn prestaties als skiër. De manier waarop hij zich buiten de skipistes gedroeg, gaf veel mensen aanleiding hem tot een clown te bestempelen, een domme, lachwekkende Italiaanse dikkerd. Des te groter waren daarom zijn prestaties op de ski's. Ruim tien jaar gaf hij de toon aan op slalom en reuzenslalom. Tussen 1987 en 1998 won hij vijftig wereldbekerwedstrijden (slechts de Zweed Ingemar Stenmark won er meer), behaalde drie olympische titels en twee wereldtitels. Hoewel hij niet in de bergen werd geboren, maar in de buurt van Bologna, gold Tomba als een natuurtalent. Hij voelde zich thuis op de ski's, drong tijdens zijn slaloms de sneeuw zijn wil op, mede omdat hij over een prachtige techniek beschikte. Hij maakte gebruikt van zijn grote en zware lichaam en zette de kanten van zijn ski's krachtig in de sneeuw, zonder aan snelheid te verliezen, een techniek die hem werd aangeleerd door Gustavo Thoeni, eens en altijd zijn trainer. Daarnaast was hij een van de eerste sportmensen die zich bedienden van de trainingsmethoden van professor Conconi, een formule gebaseerd op uithoudigingsvermogen die bijna de hele sportwereld zou kopiëren. Het was altijd een genot om naar Alberto Tomba te kijken. Zo te kunnen skiën, zo om de paaltjes te kunnen slingeren, zo snel en zo krachtig, zo te kunnen winnen, dat was van een ongekende schoonheid. Wanneer hij zich goed voelde, dan was hij niet te verslaan. Dan kon hij na een mislukte eerste manche, zomaar de tweede manche winnen, met veel machtsvertoon, zo hard en zo gedurfd dat iedereen rondom de piste het hart in de keel klopte. Hij was een sensatie op de ski's - zeker vergeleken bij de saaie Zwitsers, Oostenrijkers, Noren en Zweden. La valanga, werd hij genoemd, de lawine. Of la bomba, de bom, Tomba la Bomba. Of simpelweg Albertone, grote Alberto. Na een van zijn eerste spectaculaire triomfen riep hij uit: Sono una bestia (ik ben een beest). Hij hield er in zijn jonge jaren van te roepen hoe sterk hij was. Hij was enorm populair. Honderden Italianen reisden met hem mee de wereld over, naar pistes in Chili, Noord-Amerika, Japan en Scandinavië. Gehuld in Italiaanse kostuums zongen ze hem toe en speelden ze op gitaren en accordeons. Alberto, sei grande (Alberto, je bent groot). Er waren fanclubs over de hele wereld. Wanneer Tomba skiede in Sestriere, zijn thuishaven in de winter, waren er warme feesten tot diep in de koude nachten. Tomba was rijk. Dankzij hem werden anderen rijk. De ski-industrie floreerde dankzij Tomba. Ski's, brillen, skipakken, skischoenen, petjes, mutsjes en andere attributen. Tomba had een eigen sexy ondergoedmerk, La Bomba. Als hij weer eens wilde stoppen met skiën omdat het leven van een sportman hem te zwaar werd, oefenden de mensen die afhankelijk van hem waren druk op hem uit door te gaan. En dan ging hij door, weer winnend. Hij behoorde tot het korps van de carabinieri, vreemd voor een man als hij. Maar de politie maakte ook goede sier met Alberto Tomba. Een foto in uniform, was goed voor het imago van de carabinieri. Maar altijd was er zijn moeder Maria Grazia die hem waarschuwde en ondersteuning gaf of zijn zuster Alesia die hem uit de greep van de vrouwen probeerde te houden. Afgelopen jaar werd de familie Tomba door de Italiaanse belastingdienst bezocht. Zoon Alberto zou in zes jaar tijd 25 miljoen gulden belastingschuld hebben opgebouwd, zijn vader en moeder nog eens hetzelfde bedrag. Dat hoort ook bij het imago van Tomba. Afgelopen winter wilde hij nog een keer een medaille halen op de Olympische Winterspelen in Nagano. Het lukte niet, hij viel, bezeerde zijn rug en zag dat het voorbij was met de gouden jaren. Binnenkort speelt hij een hoofdrol in een Italiaanse televisiefilm, een actiefilm. En reken maar dat zijn ster zal stralen. Want Alberto Tomba is en blijft een publieksspeler.
|
NRC Webpagina's
6 OKTOBER 1998
|
Bovenkant pagina |