|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Rijksbegroting 1999 met de Troonrede, de Miljoenennota, de toestand op de departementen, cijfers, grafieken en links.
|
H O O F D A R T I K E L :
Ambities ....
Een motto kan het nauwelijks worden genoemd, daarvoor zijn de woorden stabiliteit en weerbaarheid te veel containerbegrippen. Maar juist daarom zijn ze wel zo veelzeggend voor het tweede paarse kabinet. Beide woorden stralen het gevoel van yin en yang uit dat al eerder doorklonk in de regeringsverklaring die premier Kok drie weken geleden aflegde. Het één kan niet zonder het ander. Economie én milieu. Overheid én maatschappelijke groeperingen. Gemeenschapszin én persoonlijke verantwoordelijkheid. Paars wordt steeds meer het politieke equivalent van de slogan van Studio Sport: van iedereen, voor iedereen. Een dergelijke instelling verdraagt geen spectaculaire beleidsdaden. Die zijn vandaag dan ook niet aangekondigd. Nederland, belooft het kabinet, zal de komende vier jaar degelijk worden bestuurd. De sprankelingen zullen zo nu en dan worden veroorzaakt door het optreden van individuele ministers. Wie zo nadrukkelijk het midden aanhoudt, roept al gauw het predikaat saai en visieloos over zich af. Maar wat is de roep om visie en elan in een tijdperk van ontideologisering anders dan een uiting van nostalgisch verlangen? Deze tijd vraagt om resultaat waarop - om in het jargon te blijven - de verantwoordelijken kunnen worden afgerekend. Wat dat betreft bevestigen de begrotingstukken die vandaag zijn gepresenteerd de over het algemeen bevredigende resultaten van het eerste paarse kabinet en geven ze aan dat Paars II op het goede spoor zit. De komende vier jaar staan opnieuw in het teken van lastenverlichting, tekortreductie en werkgelegenheidsgroei. Daarnaast is er na jaren soberheid sprake van substantiële uitbreidingen aan de uitgavenkant van de rijksbegroting. Er is ruimte voor investeringen. Onderwijs, infrastructuur, milieu en veiligheid zijn tot 2002 groeiposten. HET KABINET MOET de voorgenomen doelstellingen voor het komend jaar wel zien te realiseren, temeer omdat voor 1999 veel meer wordt ingezet op hogere uitgaven dan op ombuigingen. Het zal de nodige energie vergen de aangekondigde bezuinigingen in concrete maatregelen om te zetten. Zo is het maar de vraag of een doelmatiger werkende overheid volgend jaar reeds 399 miljoen gulden zal opleveren. De mededeling in de Miljoenennota dat deze besparingen deels voortkomen uit ,,een verdergaande implementatie van het resultaatgerichte sturingsmodel'' voorspelt weinig goeds. Rijkelijk optimistisch is ook de aanname dat volgend jaar reeds 569 miljoen gulden kan worden bespaard op de afdrachten aan de Europese Unie. Een onderhandelingsinzet waarover in de Miljoenennota wordt gesproken is nu eenmaal heel iets anders dan een onderhandelingsresultaat dat met de andere EU-partners moet worden bereikt. .... en de wereld MET DE UITSTRALING van het adagium van de kruidenier 'mag het een onsje meer zijn' heeft het kabinet intussen weinig oog voor de ontwikkelingen in de buitenwereld. En juist daar doen zich enorme veranderingen voor. Volgend jaar geeft Nederland zijn monetaire soevereiniteit formeel op en is Nederland onderworpen aan de regels van 'euroland'. De Europese Unie krijgt een nóg belangrijker rol. En dan zijn er de zorgwekkende internationaal-economische turbulenties. Na de maandenlange kabinetsformatie en de recente presentatie van het nieuwe kabinet in de Tweede Kamer waren de grote lijnen van het beleid bekend. Maar de afgelopen weken zijn de externe omstandigheden waaronder het kabinet moet werken door deze ontwikkelingen danig veranderd. In hoeverre zijn de veronderstellingen in de begroting nog reëel? De risico's zijn duidelijk groter dan de afgelopen jaren, nu de economische vooruitzichten voor belangrijke delen van de wereld ongunstiger worden, zei koningin Beatrix vanmiddag in de Troonrede. Het gaat te ver om nu al te stellen dat het kabinetsbeleid dús op een te optimistisch fundament is gebaseerd. Door net als vier jaar geleden uit te gaan van een 'behoedzaam' groeiscenario is het kabinet aan de voorzichtige kant gaan zitten. Het gekozen groeipercentage van 2,25 procent voor de komende jaren is verre van irreëel. Maar het kabinet wordt pas getest als de groei echt langdurig beneden de prognoses uitkomt en het beleid drastisch moet worden aangepast. Die ervaring heeft Paars I niet meegemaakt. EEN ONAFHANKELIJKE AUTORITEIT als president Duisenberg van de Europese Centrale Bank waarschuwde vorige week dat de onrust in de wereld een dempend effect op de groei zal hebben in Europa. Daarmee zei hij hetzelfde als enkele dagen eerder topambtenaar Van Wijnbergen, die voor zijn ongevraagde mening op de vingers werd getikt omdat hij een dissident geluid liet horen. Maar de internationale onrust is met een Haagse reprimande niet verdwenen. Trouwens, minister Zalm schrijft zelf in het voorwoord van de Miljoenennota dat een periode van laagconjunctuur niet moet worden uitgesloten. Eén van de zorgwekkende elementen van de huidige crisis is het kennelijke onvermogen om de financieel-economische veenbrand een halt toe te roepen. Een ander kenmerk is de snelheid waarmee deze toeslaat. Macro-economische uitgangspunten die het ene moment nog aan de voorzichtige kant leken, zijn het volgende moment overmatig optimistisch. Er hoeven maar een paar elementen flink tegen te zitten en het bouwwerk waarop de uitgangspunten van het behoedzame beleid zijn gebaseerd, kan in elkaar storten. NEDERLAND GAAT MET EEN naar binnen gerichte begroting de nieuwe eeuw tegemoet. Dat kan een bewijs van zelfverzekerdheid zijn, maar ook van zelfgenoegzaamheid. En nu het werk van Prinsjesdag is gedaan, kan het tweede paarse kabinet beginnen: op het oog weerbaar en stabiel. Het zijn geen grootse ambities. Integendeel. Maar Paars I heeft geleerd dat voor succes niet de grote woorden van belang zijn, maar de daden.
|
NRC Webpagina's
15 SEPTEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |