M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Wat paars vergeet
De elektronische snelweg
Door Michiel van Nieuwstadt Gedurende het leeuwendeel van zijn ambtsperiode was bij minister Hans Wijers (Economische Zaken) de goede wil aanwezig, maar het vuur ontbrak. Pas nadat hij afgelopen najaar een bezoek had gebracht aan Silicon Valley, het gebied ten zuiden van San Francisco waar veel computerbedrijven gevestigd zijn, raakte hij werkelijk enthousiast over de mogelijkheden van telecommunicatie en informatietechnologie. Dat is, in een notendop, hoe enkele betrokkenen uit de branche terugblikken op de initiatieven die Wijers in de afgelopen vier jaar ontplooide om Nederland, zoals hij het kort na zijn aantreden zelf formuleerde, een koppositie te bezorgen op 'de Elektronische Snelweg'. ,,Hoog gegrepen'' was die ambitie, zo erkende Wijers, maar ,,een uiterste inspanning'' werd beloofd want de mogelijkheden voor extra economische groei lagen voor het grijpen. In een evaluatie van de plannen, dit voorjaar, hield Wijers vol dat zijn actieplan succesvol is geweest. Maar succes of niet, de koppositie waarop werd ingezet is niet gerealiseerd. Uit onderzoeken van vier ministeries blijkt dat Nederland op veel terreinen achterblijft. Middelmatigheid is troef, zoals dat ook vier jaar geleden het geval was. Nederland beschikt nochtans over voordelen die het mogelijk zouden moeten maken toonaangevende landen als de Verenigde Staten of Finland naar de kroon te steken. Meer dan 90 procent van de huishoudens beschikt over een kabelaansluiting. Daarmee zouden de kabelmaatschappijen KPN Telecom het vuur na aan de schenen kunnen leggen. De kosten voor telefonie en Internet zijn relatief laag, Nederland heeft een standaard elektronisch betalingssysteem en een hoog aantal pc's en modems per hoofd van de bevolking. Ondanks die uitgangspositie blijft Nederland achter, niet alleen bij de VS of Finland, maar soms ook bij landen die op het gebied van informatietechnologie als minder vooruitstrevend te boek staan, zoals Duitsland en Frankrijk. Het onderzoeksbureau Booz Allen & Hamilton heeft becijferd dat in Nederland per hoofd van de bevolking jaarlijks 80 gulden wordt besteed aan elektronisch aangeleverde diensten als databanken, betaaltelevisie of het afhandelen van bankzaken via een telefoonlijn. In alle andere onderzochte landen liggen die bestedingen hoger. Hoewel het vorige kabinet in een vroeg stadium aangaf dat het groot belang hechtte aan een telecommunicatienet met hoge capaciteit (voor bijvoorbeeld videobeelden, of grote hoeveelheden data), was het niet bereid daar geld in te steken. Waar bijvoorbeeld in Maleisië en Singapore de overheden miljarden besteedden aan de aanleg van hoogwaardige infrastructuur voor telecommunicatie heeft Nederland voor een andere weg gekozen. De opbrengst van 1,8 miljard gulden uit de veiling van licenties voor mobiele telefonie, wordt zelfs grotendeels aan de sector onttrokken. De liberalisering van de telecommunicatiemarkt, sinds de zomer van 1997, moet het bedrijfsleven voor investeringen warm maken, zo is de redenering. Het is te vroeg om definitief te oordelen, maar ruim een jaar na de liberalisering van de markt voor telecommunicatie hebben veel kabelmaatschappijen het laten afweten. Wijers' optimisme over hun innovatiedrift (voor het einde van deze eeuw had 70 procent in staat moeten zijn telecomdiensten te leveren) bleek ongegrond. De minister riep initiatiefgroepen bijeen die standaarden moesten opstellen voor decoders en modems, maar het bedrijfsleven slaagde er niet in daarover overeenstemming te bereiken. Van beoogde standaarden voor elektronisch betalingsverkeer kwam evenmin iets terecht. Dat het afhouden van investeringen in infrastructuur vooral een financiële en niet zozeer een principiële kwestie is, blijkt uit de houding die op de valreep van de kabinetsperiode is ingenomen ten aanzien van een plan voor een netwerk van supersnelle Internetverbindingen. Initiatiefnemers voor dit netwerk, dat universiteiten en onderzoeksafdelingen van bedrijven kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe Internettoepassingen, maken een goede kans op honderden miljoenen subsidie. Eerder in de kabinetsperiode kwam er weinig terecht van de beoogde creatie van een aantrekkelijk kader van wet en regelgeving (eigendomsrecht, beveiliging) ten behoeve van de elektronische snelweg. Ambities op dit terrein liepen spaak met als excuus dat Nederland in de bij uitstek mondiale context van Internet niet al te ver op de muziek vooruit kan lopen. Van de creatie van een informatievrijhaven in Nederland, waarvoor drie jaar geleden plannen op tafel hadden moeten liggen, is weinig terecht gekomen.Onderzoek heeft uitgewezen dat in Nederland weinig risicodragend kapitaal beschikbaar is voor investeringen in informatietechnologie en telecommunicatie, zeker als het startende ondernemers betreft. Dit is waarschijnlijk een reden dat weinig Nederlandse academici of HBO'ers kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Wijers probeerde actie te ondernemen, maar voor een investeringsregeling voor beginnende ondernemers die elektronische diensten ontwikkelen bleek minder belangstelling dan was voorzien. Met het overheidsgeld dat wél werd toegekend waren ondernemers bovendien weinig succesvol. Uiteindelijk werd toch nog enig succes geboekt met het zogenoemde Twinningproject. In het kader hiervan wordt jonge ondernemers de expertise van gerenommeerde mensen uit de branche ter beschikking gesteld en financiële steun geboden. Dit gebeurt niet met subsidies, maar met een achtergestelde lening of een participatie in het aandelenkapitaal. Tegenover dit succes op de valreep staan de problemen waarmee de overheid te kampen heeft in haar rol als zogenoemde launching customer, een veeleisende klant met een gevulde geldbuidel die leveranciers vraagt innovatieve producten te leveren. Slechts een keer werd die rol serieus vertolkt, met een opdracht voor Edunet, een telecomnet met hoge capaciteit dat bibliotheken, basis- en middelbare scholen en later ook musea moet verbinden. De opdracht werd eerder dit jaar vergeven aan Enertel, toen nog een alliantie van energie- en kabelbedrijven. Doel van het plan is tevens in het onderwijs op elke tien leerlingen ten minste een computer te plaatsen. Lovenswaardig, maar met kosten van 1,3 miljard gulden is het project veel duurder dan was voorzien. Bovendien zijn er onvoldoende educatieve toepassingen en goed opgeleide leerkrachten. Daarbij komt dat Enertel deze zomer werd overgenomen door het Amerikaanse bedrijf Worldport. De kabelaars willen de controle over de opdracht behouden, maar of dat lukt is onzeker. Intussen lijkt de streefdatum waarop het project van start had moeten gaan (1 oktober van dit jaar) nauwelijks meer haalbaar. Al met al heeft de vier jaar geleden ingezette race voor een koppositie nog te weinige tastbaar resultaat opgeleverd. Het regeerakkoord biedt weinig aanwijzingen dat het nieuwe kabinet meer succes zal hebben met de realisering van economische groei in en rondom informatietechnologie en telecommunicatie. Een teken aan de wand is dat de beschikbare financiele middelen beperkt zijn. En, belangrijker misschien, de koppositie waarop vier jaar geleden nog werd ingezet lijkt vergeten. Het regeerakkoord meldt dat Nederland bij nieuwe ontwikkelingen zoals de elektronische handel aansluiting moet vinden. Dit is het derde deel in de serie 'Wat paars vergeet', over issues die in het economische denken van paars onvoldoende aan bod komen.
|
NRC Webpagina's
31 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |