M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
Dossier Kinderporno
|
Wie kinderporno opspoort moet alles zien
Door onze redacteuren MARIE-JOSÉ KLAVER en MARGRIET OOSTVEEN
AMSTERDAM, 31 JULI. Hij schrikt niet meer zo snel van een plaatje. ,,Waarmee ik dus niet zeg dat het me niets meer doet'', zegt Jaap Hoek. Sinds 1993 speurt hij als chef van de unit Kinderpornografie van de Amsterdamse zedenpolitie intensief naar kindermisbruik. Hij geldt als dé kenner. Duizenden afbeeldingen heeft Hoek gezien. Hij kan inmiddels met een koel oog de ernst van kinderporno inschatten. Vaak binnen enkele seconden. Neem de foto getiteld 'Fred', die deze krant op Internet aantrof. Met een straatnaam van de verspreider. Hoek kijkt mee. 'Fred' is een op het oog hooguit 14-jarige jongen die op de achterbank van een auto zit. T-shirt, bloot onderlijf, hand in de schoot. De onervarene in kinderporno ziet zijn gezicht: glad, jong, maar een zeer ongelukkige blik richting camera. Maar Hoek heeft intussen al een korte blik op het geslacht van de jongen geworpen en constateert: ,,Veertien jaar, vijftien jaar, maar zestien, zeventien kan ook. Dit noemen wij een grensgeval.'' Hij heeft de veiligheidsgordels naast de achterbank van de auto al gezien: ,,Die had je tien jaar geleden ook al, zo oud kan dit plaatje dus zijn.'' Zij het dat ook de bekleding van de achterbank hem al is opgevallen: ,,Die is aan mode onderhevig, en deze kleur zie je pas sinds een jaar of drie.'' Wie kinderporno opspoort, moet alles zien. Zo selecteert Jaap Hoek wat tussen het enorme aanbod voorrang in de opsporing krijgt. Dat zijn geen plaatjes als van 'Fred'. Kinderen-zonder-twijfel gaan voor. En dan nog vaak mits ze op het plaatje ernstig worden misbruikt. Daaraan heeft Hoek zijn handen al vol. Er is te veel, al jaren, lang voordat twee weken geleden de grote hoeveelheid met ruwe kinderporno in Zandvoort werd ontdekt, zegt Hoek. In die zaak kan hij desgewenst het onderzoeksteam van de politie Kennemerland adviseren, maar hij maakt er geen deel van uit. Hoe kan een netwerk voor kinderfoto's zich op Internet vertakken, zoals met de Zandvoortse zaak zichtbaar werd? Afgelopen woensdagavond was een paar uur voldoende. Op de Internetredactie van deze krant bleek het heel eenvoudig vier personen en twee bedrijven te vinden die op Internet afbeeldingen van blote kinderen verspreiden of te koop aanbieden. De websites van de bedrijven en drie van de vier personen verwijzen naar elkaar. Ze maken zogezegd reclame voor het aanbod van de ander. De bedrijven bieden videobanden met kinderporno aan, de personen foto's. Op een van de websites is ook een vriendelijk geformuleerde oproep geplaatst. Wil je een centje bijverdienen met poseren? Meld je dan! Voor 'erotische' foto's als je minstens 17 bent. Dan is het legaal. Voor kinderen tot en met 16 in het genre artistiek'. 'Politie heeft geen tijd voor grensgevallen' De vondst op zich was nauwelijks verbazingwekkend. De afbeeldingen zijn niet zo ruw als enkele series uit de Zandvoortse collectie. Dat hier foto's uit de Zandvoortse collectie tussen zaten - 'Fred' - verbaasde evenmin. Want vorige week bleken ook al Zandvoortse foto's op Internet te zijn verspreid. Opvallend was het gemak waarmee daarna woonplaatsen, straatnamen en huisnummers van de aanbieders te vinden waren. Het huisadres van één particulier staat op zijn website. De andere zijn vlotjes op te zoeken via de website van de Stichting Domeinregistratie, die bijhoudt waar Internetgebruikers wonen. In reactie op de kritiek die ontstond na de ontdekking van de Zandvoortse kinderporno, stelde justitie dat het opsporen van echte adressen via Internet vooralsnog vrijwel onbegonnen werk is, omdat het meestal een internationale aangelegenheid is. Maar vier adressen bleken woensdag gewoon Nederlands. Reden om Jaap Hoek te bellen. Foto's met adressen noemt Hoek dan ,,zeer interessant''. Voor straatnamen die via Internet zijn opgespoord is hij afhankelijk van de Centrale Recherche Informatie (CRI). Maar de CRI geeft volgens Hoek nauwelijks zulke adressen door. Na een korte telefonische beschrijving van de afbeeldingen zegt hij: ,,Ik geloof dat ik hier snel wat aan moet doen.'' Of hij direct langs kan komen. Getoond wordt hem een herhaling van de route die woensdag via Internet is afgelegd. Eerst is gezocht op de 'Zandvoortse' serie 'Fred'. De foto is in een nieuwsgroep gepost, door een Internetgebruiker uit Nederland. Deze heeft nog twintig foto's van andere jongens die seksuele handelingen met elkaar plegen in de nieuwsgroep gepost. En hij wisselt er berichtjes uit met een tweede Internetgebruiker. Die op zijn beurt, biedt 'kinderpornovideo's' van het Duitse merk Gero te koop aan. En hij verwijst verder door naar vindplaatsen. Op deze websites zijn eveneens kinderfoto's te zien en te kopiëren. Achter deze sites zijn nog twee personen traceerbaar. De Gero-video's kunnen worden besteld bij een bedrijf met twee vestigingen: een in Nederland, een buiten Europa. Het Nederlandse bedrijf betaalt de Internetverbinding van de buitenlandse afdeling. De bedrijven lijken serieus, zegt Hoek. Maar zolang hij geen aantoonbaar bewijs heeft dat ze de kindervideo's die ze beloven ook leveren, kan hij weinig zonder een ,,te tijdrovend'' onderzoek te beginnen. Als de route is doorlopen en bekeken zegt Hoek: ,,Verzamelen, recyclen, het steeds weer doorgeven in netwerken, dat hoort bij kinderporno. Ik meet een netwerk met het aantal misbruikte kinderen dat is te zien. Om hen gaat het.'' De foto's op de websites noemt Hoek ,,redelijk heavy''. Hiermee doelt hij op de afgebeelde seksuele handelingen. De op een na zwaarste categorie: hier worden geen kinderen verkracht. Dan maakt hij een chronologische indeling. Het merendeel lijkt gedateerd. Dat zie je aan de kapsels van de jongens, wijst Hoek. Aan de kleur van de foto soms. Aan details zoals het auto-interieur. Hoek categoriseert verder, nu in leeftijd. En daar, zegt hij, zit zoals zo vaak het probleem. Ze zien er zeker jong uit, beaamt Hoek. Twaalf, veertien. ,,Maar een nadeel is dat ze die jongens vaak helemaal scheren. Daarna is het heel moeilijk nog te beoordelen of de leeftijdsgrens wordt overschreden.'' Ze kunnen net als 'Fred' ouder zijn. Omdat foto's van jeugdigen vanaf 16 jaar niet strafbaar zijn, is een verspreider van kinderporno pas aan te pakken als zeker is dat het om kinderen jonger dan 17 gaat. Slechts bij één foto zegt Hoek ronduit: ,,Dit is niet discutabel, dit is absoluut kinderporno.'' Het piemeltje van de jongen is ongeveer zo groot als de pink van de volwassen hand die het aanraakt. Die afmeting is volgens Hoek meestal het enige echt betrouwbare criterium om te beslissen of het om kinderen gaat. ,,Verspreiders van kinderporno weten dat'', zegt Hoek. Dus zijn de jongens in de 'moeilijke' leeftijd rond een jaar of vijftien buitengewoon populair. ,,Verspreiders weten meestal heel goed hoe groot de kans is dat ze op strafbare feiten kunnen worden betrapt.'' Zo weten de aangetroffen personen vermoedelijk ook dat Hoek met hun plaatjes en adressen voorlopig weinig zal doen. Zegt Hoek. En dat hij de officier van justitie dus nog niet om toestemming voor een tijdrovend gerechtelijk vooronderzoek zal vragen. Ook omdat de meeste adressen buiten zijn regio liggen. ,,Zolang we dit niet aanpakken met een landelijk onderzoeksteam, kunnen wij niets snel doen.'' Alleen de CRI coördineert landelijk. Maar ook daar is gebrek aan mankracht voor het opsporen van kinderporno. Toch vertrekt Hoek opgewekt. ,,Ik kan er nog even weinig mee, maar wat te vinden is wil ik zien.'' Wat hij ,,pas erg'' zou hebben gevonden: ,,Als deze kinderen overduidelijk zo jong waren geweest, en het misbruik zo ernstig, dat ik hoe dan ook een onderzoek had moeten instellen''. Want van zulke zaken heeft hij nog ,,een plank vol''. Hoek: ,,Daarom heeft dit geen prioriteit. Voor discutabele grensgevallen hebben we eenvoudigweg geen ruimte.'' Politiële Zedenzorg in Nederland Agenten die zijn belast met zedendelicten zijn niet altijd goed bereikbaar. Ook hebben ze onvoldoende tijd om alle vormen van zedendelicten op te sporen. Daarom richten zij zich op zaken waarvan aangifte is gedaan of waarvoor duidelijke aanwijzingen zijn ontvangen. Dit schrijft de inspectie voor de politie in de vandaag verschenen tussenrapportage 'De Politiële Zedenzorg in Nederland'. De inspectie publiceert dit verslag naar aanleiding van de Zandvoortse kinderporno-zaak, waarbij grote hoeveelheden kinderporno op diskettes en videobanden in het appartement van Gerry Ulrich zijn gevonden. Bij de reorganisatie van de politie in 1994 verdwenen de speciale afdelingen jeugd- en zedenpolitie. Volgens de inspectie tellen de huidige 25 regionale politiekorpsen bijna vierhonderd specialisten die zich bezighouden met zedendelicten. Vijf korpsen hebben een nieuwe afdeling zedendelicten opgezet, andere hebben individuele specialisten binnen 'gewone' afdelingen. ,,Door die grote verscheidenheid aan organisatievormen'', schrijft de inspectie, ,,is het specialisme niet altijd even goed herkenbaar.'' Zie ook: Dossier Kinderporno
|
NRC Webpagina's
31 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |