M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Tour de Babbel
JACO ALBERTS
Een misser van dat kaliber is de kijker van de Tour de France van 1998 op de Nederlandse televisie nog bespaard gebleven, maar het commentaar van Mart Smeets, Steven Rooks en Herbert Dijkstra is deze editie wederom tenenkrommend. Al keuvelend, voegen ze nauwelijks iets toe aan hetgeen de televisiekijker zelf ook kan zien. Onbegrijpelijk hoe de drie de alom als 'historisch' omschreven eerste Alpen-etappe afgelopen maandag uit handen lieten glippen. De Italiaan Marco Pantani reed op de flanken van de Col du Galibier en Les Deux Alpes de hele concurrentie inclusief Tour-winnaar Jan Ullrich aan flarden en veroverde de gele trui. Dat ontging de heren niet. Smeets bleef echter maar roepen dat het toch zo merkwaardig was dat Ullrich ook op de afdaling van de Galibier zoveel tijd had verloren op zijn tegenstander. Terwijl iedereen die de Tour van vorig jaar een beetje heeft gevolgd, zich herinnert hoe knullig Ullrich bergen afrijdt. Van verslaggevers mag je verder verwachten dat er accurate informatie wordt verstrekt over de gevolgen voor andere renners als Michael Boogerd. Niets van dat al. De Nederlander werd voorbijgestreefd door de Fransman Rinero en zakte in het algemeen klassement van de vijfde naar de zesde plaats. Simpel 'meeklokken' zou voldoende moeten zijn. Ook het feit dat Jan Ullrich niet alleen van Pantani verloor, maar zelfs terugviel naar een vierde plaats, werd niet gemeld. Sterker nog: het nieuwe algemeen klassement werd de Nederlandse televisiekijker geheel onthouden. Daarvoor moest worden overgeschakeld naar de Belgische publieke tv, die bovendien meteen een simultaan vertaald interview met de winnaar bracht. Een dag later reden Ullrich en Pantani samen de Col du Madeleine over. Bij de eindstreep deed Pantani - zichtbaar voor iedereen - zijn uiterste best om te verliezen. Natuurlijk kan dat schijn zijn, maar een journalist stelt zich toch op zijn minst de vraag of de Italiaan Ullrich om welke redenen dan ook, heeft laten winnen. Niet Smeets c.s. Inmiddels gaat het echter allang niet meer om de wedstrijd. Alles draait om de doping-affaire en het is de vraag of de renners Parijs ooit nog zullen halen. Het falen van de sportredactie van de NOS blijkt dan eens te meer. Sinds de ondergang van Sport7 wentelt Studio Sport zich weer in haar oude vertrouwde monopolie van sport op televisie. De verslaggevers trekken bij de Tour de lijn door die tijdens het WK voetbal eerder deze zomer al was ingezet: het ongegeneerd aanschurken tegen de sporters. De journalisten lijken niet eens een poging te doen tot objectieve en onafhankelijke berichtgeving: De NOS-commentatoren verhullen nauwelijks hun sympathie voor de renners die op de huid worden gezeten door de Franse justitie. Terwijl die nu tenminste eens ernst lijkt te maken met de bestrijding van doping, een affaire die de geloofwaardigheid van de hele wielersport in gevaar brengt. Welke Tour-auto de gendermes ook openbreken, overal lijken er zo langzamerhand verboden middelen uit te rollen. Het is dan toch de taak van journalisten op zoek te gaan naar de feiten. Maar Smeets sprak gisteren in de langste live-registratie van een staking uit de televisie-geschiedenis vooral over de 'schaamteloze momenten van de Franse justitie', justitie die 'op hol is geslagen' en 'de razzia in de Tour de France gaat door'. En Heinze Bakker vond dat de Franse renner Jalabert 'wijze woorden' sprak toen deze zei dat hij weer wilde gaan doen waarvoor hij gekomen was: fietsen. Het zou wat zijn als financiële journalisten in hun verslaglegging van de grote beursfraudezaak mee zouden gaan huilen met het verdriet van de effectenhandelaar die weer zo snel mogelijk terug wil naar de beursvloer.
|
NRC Webpagina's
30 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |