R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V A C H T E R A F :
Optimisme
Raymond van den Boogaard
Zo gaat het in Kwesties, dat gisteren Een meisje tegen de maffia liet zien van Marco Amenta. Deze documentaire behelst het levensverhaal van de 17-jarige Rita Atria, telg van een mafiafamilie uit Partanna op Sicilië. Vermoedelijk uit woede over de moord op haar broer en haar vader, besluit ze de politie alles te vertellen wat ze weet. Daar beleeft ze weinig plezier aan: haar zuster en moeder verstoten haar, want uit de school klappen is erger dan je vader vermoorden. Dit alles vindt plaats in 1991, kort voor de spectaculaire moorden op Falcone en Borsalino, de twee magistraten die de macht van de mafia probeerden te breken. Rita, inmiddels met haar schoonzuster ondergedoken in Rome, voelt zich ongelukkig en bedreigd, en pleegt zelfmoord. Leden van een vrouwen tegen de mafia-comité begraven haar in Partanna. De volgende nacht slaat Rita's moeder met een pikhouweel de grafsteen aan gruzelementen. Bij het zien van de film schoot me te binnen, dat ik eigenlijk niet weet hoe het nú staat met de strijd tegen de mafia op Sicilië. De geïnterviewde magistraten en politieagenten spreken over het justitieel offensief aan het begin van de jaren negentig als over iets uit het verleden, en ook de getoonde demonstraties van Sicilianen tegen de mafia maken een gedateerde indruk. Het lijkt me niet onmogelijk dat ook die strijd te maken heeft gehad met een periode van kortstondig optimisme dat de Westerse wereld beving aan het eind van de Koude Oorlog, en waarin de gedachte leefde dat het nu ook tijd was om een einde te maken aan andere, ongewenste geweldssituaties in onze omgeving, uit naam van redelijkheid en normaliteit. Na Joegoslavië, het verval van Corsica tot een land van bendes, Noord-Ierland, en nog wat van zulke hardnekkige problemen, is dit optimisme over de maakbare samenleving misschien weer wat weggeëbd. Het was misschien wel een goed idee geweest, als de presentator van Kwesties, Koen Fillet, een paar woordjes had gewijd aan de situatie op Sicilië nu. Dat het niet alles goud is op de Vlaamse televisie bewees eerder op de avond Sterke verhalen op TV1, een merkwaardig programma van korte, bizarre verhalen van Luk Wyns, soms verteld en soms gespeeld. Het probleem is vooral dat niet alle verhalen even sterk zijn, en dan nog meestal te herkennen als slappe imitaties van het werk van Roald Dahl. De opzet is ambitieus en dat valt zeer te prijzen, evenals het feit dat Sterke verhalen duidelijk met grote liefde en zorg in elkaar is gezet. Nu nog betere verhalen. Ook te prijzen viel de eerlijkheid van CDA-leider Jaap de Hoop Scheffer, die de ondankbare taak op zich had genomen om in Netwerk commentaar te leveren op de samenstelling van een tweede paars kabinet. Hij wond er geen doekjes om: het succes van de CDA-oppositie zou vooral afhangen van de mate waarin de coalitiepartijen zich, meer dan bij het vorige paarse kabinet, kritisch zouden betonen tegenover hun bewindslieden en bereid zouden blijken deze bij gebleken ongeschiktheid naar huis te sturen. Een treurig vak, oppositieleider: je bent kennelijk afhankelijk van degenen die je bestrijden wilt. Het leukste wat ik gisteravond op de televisie heb gezien was op BBC 2 de herhaling van deel 1 van The Aristocracy, een volstrekt ernstig maar daardoor ook zeer humoristisch portret van de Britse adelstand. Deze aflevering ging over de toestand aan het eind van de vorige eeuw, vlak voor de invoering van fnuikende belastingen. Vooral het verhaal van die edelman van lagere stand die zich probeerde in te likken in hogere kringen, en zich daar op avondjes in het openbaar moest laten welgevallen dat men glazen cognac over zijn hoofd omkeerde, zal me nog lang heugen.
|
NRC Webpagina's
28 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |