U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   O P I N I E
( a d v e r t e n t i e )       
InterWad -
Praat mee over het Waddenzeebeleid

NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Postbus 51:
Ontwikkelingssamenwerking

H O O F D A R T I K E L :
Pronk en de hulp


IN ZIJN LAATSTE dagen als minister van Ontwikkelingssamenwerking heeft Jan Pronk nog één keer toegeslagen. Op de valreep van zijn bewind is de ontwikkelingsrelatie met Indonesië hersteld, maar het is de vraag of Jakarta dat vrijwillig en van harte heeft gedaan of door financiële omstandigheden daartoe werd gedwongen.

Pronk heeft internationaal overleg over de herfinanciering van de uitstaande schulden in de zogenoemde Club van Parijs twee weken opgehouden omdat hij eerst een formeel verzoek tot herstel van de Nederlandse ontwikkelingsrelatie met Indonesië eiste. Dat kan gezien worden als een ambtelijk-diplomatieke noodzaak, maar ook als een vorm van politieke genoegdoening - en dat mag bij Pronk niet worden uitgesloten.

In 1992 maakte president Soeharto een einde aan de Nederlandse hulp omdat hij zich had geërgerd aan Pronks ongezouten kritiek op schendingen van de rechten van de mens in Indonesië, met name in Oost-Timor. Nu had Pronk daarin weliswaar gelijk, maar tussen gelijk hebben en krijgen ligt een groot gat. Pronk was diep gekwetst. Indonesië meende overigens dat het de Nederlandse hulp niet meer nodig had voor zijn ontwikkeling, en de spectaculaire economische groeicijfers leken daarvan een bevestiging. De internationale kapitaalmarkten boden in die tijd veel meer mogelijkheden dan de beperkte bedragen van de ontwikkelingshulp.

Vijf jaar later was alles anders. Indonesië werd meegesleurd in de Aziatische crisis. De uitwassen van het autoritaire bewind en van het perverse economische beleid leidden tot een diepere val dan in enig ander Aziatisch land. Het buitenlandse kapitaal stroomde weg, het land was bankroet, Soeharto werd tot aftreden gedwongen en Indonesië moest zich onderwerpen aan de curatele van het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank. Nederland stond al die tijd buitenspel.

ONDERDEEL VAN de internationale steunoperatie vormt de herfinanciering van de uitstaande Indonesische schulden, zowel aan particuliere banken als aan overheden. Dat laatste gebeurt in de Club van Parijs, de informele organisatie waarin crediteurenlanden zich hebben verenigd. Nederland heeft aanzienlijke bedragen tegoed van Indonesië, zowel commerciële kredieten als hulpschulden. Dat is een gebruikelijke procedure, waaraan Nederland in talloze gevallen heeft meegewerkt. Nu valt uitstel van betaling voor hulpschulden formeel onder de internationale definitie van ontwikkelingshulp. En hier lag voor Pronk een kans op eerherstel. Indonesië had toch in 1992 de ontwikkelingsband met Nederland opgezegd? Nederland kon dus niet voldoen aan het verzoek tot deelname aan de herstructurering van de Indonesische schulden in de Club van Parijs, want dan zou het ontwikkelingshulp aan Indonesië geven. Eerst moest Indonesië maar eens formeel verzoeken om herstel van de ontwikkelingsrelatie met Nederland. Habibie, Soeharto's opvolger, heeft aan die wens voldaan en de Nederlandse politiek zoemde van tevredenheid. Maar in feite was het een wrange vertoning.

NRC Webpagina's
28 JULI 1998



    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)