R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V A C H T E R A F :
Olijf op een taart
Beatrijs Ritsema
Toch heb ik er een zwak voor. Mijn favoriete wijze van tv-films vertonen vindt plaats bij de BRT op dinsdagavond (dat is dus vanavond), omdat er daar na afloop van de film in de studio gediscussieerd wordt over het thema met personen die hetzelfde meegemaakt hebben. Dit is een fantastische opzet! Niet zomaar een film de ether inslingeren, maar nog eventjes het geheel in een kader zetten. De kijker krijgt de bezinning er in een moeite door bijgeleverd. Dat ik de verleiding van de tv-film Northern Lights gisteravond niet kon weerstaan kwam doordat Diane Keaton erin speelde. De korte inhoud, zoals vermeld in de gids, zag er niet echt veelbelovend uit (nee, dan de Belgische tv - die weten wat voor vuurwerk ze moeten programmeren op dit gebied), maar Diane Keaton vind ik altijd leuk om te zien. Ze speelt weliswaar altijd min of meer hetzelfde type, dat waarschijnlijk grotendeels overeenkomt met hoe ze is als ze niet acteert, maar ook nu ze ruim in de vijftig is, is ze nog steeds sprankelend en bewonderenswaardig. Met één ironische blik kan ze zoveel intelligentie en humor overbrengen dat ik mezelf niet voor de eerste keer afvraag waarom Woody Allen en zij niet gewoon bij elkaar zijn gebleven. Dan was hem veel ellende bespaard gebleven. In Northern Lights detoneerde Diane Keaton, zoals ik al vreesde, als een olijf op een slagroomtaart. Het verhaaltje is te simpel voor woorden. Keaton speelt een alleenstaande vrouw die in New York een baantje heeft als telefoonbeantwoorder voor mensen die informatie willen over theatervoorstellingen. Als haar broer overlijdt in een dorp ergens in een van de noordelijke plattelandsstaten, doordat hij een kat uit een hoogspanningsmast haalt, gaat ze naar zijn begrafenis, alwaar ze tot haar verrassing ontdekt dat hij een inmiddels negen jaar oud zoontje nalaat (een moeder is nergens te bekennen). Het testament wijst haar en een goede vriend van haar broer aan als voogden voor het zoontje. Keaton piekert er niet over, maar gaat uiteindelijk voor de bijl. De hele plot heeft niets om het lijf. Wat overblijft is een opeenstapeling van clichés die op zichzelf fascinerend zijn, omdat ze hun eigen vorm van noodwendigheid met zich meebrengen. Wat het noodlot is voor de Griekse tragedie is het cliché voor de tv-film. Ontsnapping uit het sjabloon is niet mogelijk en dat kun je irritant vinden, maar het heeft ook wel iets rustgevends. Als in het begin de dan nog levende vader aan zijn zoontje uitlegt wat het noorderlicht is, dan weet je dat de film zal eindigen met de waarneming van het echte noorderlicht (doet er niet toe dat je je daarvoor eigenlijk binnen de poolcirkel moet bevinden). De dorpsbewoners hebben allemaal het een of andere gebrek, waarin zich hun menselijkheid toont. Als op de begrafenis van de vader voor Keaton niet precies duidelijk wordt wat er van de moeder is geworden, dan weet je dat ze halverwege de film zal opduiken. Als ze inderdaad als frle schoonheid in een witte jurk haar opwachting maakt op een klassieke Amerikaanse picknick - kinderen spelen met hoelahoeps, overal bakken jell-O en aardappelsalade bedekt met cornflakes - dan mompel je onmiddellijk: gekkenhuis. Van Keaton die zich zenuwachtig stuntelend en kettingrokend door de film beweegt weet je dat ze definitief zal ophouden met roken, zodra ze het kind in haar armen heeft gesloten. Alles klopt als een bus. Het universum is gesloten. Zelfs een sarcastische manier van kijken kan de kracht van het cliché niet aantasten.
|
NRC Webpagina's
21 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |