U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   O P I N I E
( a d v e r t e n t i e )   
Centraal Beheer
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
VVD

H O O F D A R T I K E L :
Etnische criminaliteit


,,ZE LACHTEN ALLEMAAL om Christofoor Columbus toen hij zei dat de wereld rond was.'' Deze befaamde Amerikaanse songtekst zou het motto kunnen zijn van de Utrechtse criminoloog Bovenkerk. In september 1995 vielen vertegenwoordigers van minderheidgroepen en de minister van Binnenlandse Zaken eendrachtig over hem heen toen hij als deskundige van de parlementaire enquêtecommissie Opsporingsmethoden verklaarde dat enkele tientallen procenten van de Turkse mannen in bepaalde (Amsterdamse) buurten betrokken waren bij drugshandel.

De cijfermatige onderbouwing was zwak, moest Bovenkerk erkennen, maar hij hield vol dat de redenering klopte. Deze stelling werkte hij samen met de van origine Turkse criminoloog Yesilgöz uit in de gisteren gepresenteerde studie De Mafia van Turkije. Daarin wordt Turkije gekarakteriseerd als een narcostaat met vertakkingen in alle Europese landen waar voormalige gastarbeiders zich hebben gevestigd. Het boek schetst hoe een belangrijk deel van de Turkse en Koerdische gemeenschap in ons land bij drugshandel is betrokken of daarbij betrokken dreigt te raken.

Minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken), die in 1995 nog mopperde dat deze diagnose voedsel aan vooroordelen gaf, noemt die nu ronduit ,,alarmerend''. Deze kwalificatie staat in de nota Criminaliteit in relatie tot de integratie van etnische minderheden (CRIEM) die hij eind vorig jaar samen met zijn collega Sorgdrager (Justitie) uitbracht. Het is weinig opwekkende lectuur. Weliswaar is het aandeel van Turkse jongeren in crimineel gedrag het laagst van de etnische minderheidsgroepen, maar voor de heroïne geldt dat zowel de groothandel als de detailhandel in Nederland vrijwel geheel in handen van Turken is.

In de jeugdcriminaliteit in brede zin springen de Antilliaanse en Marokkaanse jongeren er in ongunstige zin uit. Over deze laatste categorie verscheen deze week ook al een publicatie, ditmaal afkomstig van een commissie die geheel bestond uit vertegenwoordigers van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De voorzitter waarschuwt dat de ongeregeldheden tussen allochtone jeugd en politie in de Amsterdamse wijk Overtoomse Veld een voorbode zouden kunnen zijn van verdergaande confrontaties. Dat is een reden om nog eens na te denken over het beleid van zero tolerance dat in navolging van de Amerikaanse binnensteden ook in ons land wel wordt gepredikt, want dat leidt er al gauw toe dat het vijandbeeld over en weer wordt versterkt. In Amsterdam praat men overigens niet van nul tolerantie maar van ,,lage tolerantie''. Enige ruimte is inderdaad onontbeerlijk om het contact niet te verliezen. Vervreemding is de grootste vijand, zo blijkt keer op keer uit de CRIEM-nota.

DE THEORIE dat Marokkanen alleen gevoelig zijn voor een harde hand, bij een eerdere gelegenheid ook door Bovenkerk wel bepleit, brokkelt trouwens af. Zo hoort het ook. Invoering van een pak rammel als lik-op-stuk-straf door de Nederlandse politie mag dan een culturele handreiking naar minderheidsgroepen zijn, het is eerst en vooral een onaanvaardbare uitverkoop van elementaire waarden van dit land. Het blijkt ook dat steeds meer Marokkaanse gezinnen zich aanpassen aan de praat- en overlegcultuur die in Nederland gebruikelijk is.

Dat er meer nodig is dan gepalaver, is wel duidelijk. Gezien de culturele afstand tussen de landen van herkomst en Nederland denkt de VVD iets te bereiken door de immigratie te beperken. Over voedsel voor vooroordelen gesproken. Nederland is de facto een immigratieland, hoe moeilijk dat besef ook doordringt in de harde Hollandse hoofden. ,,Een aantal jaren geleden was het nog volstrekt onmogelijk om de relatieve oververtegenwoordiging van etnische jongeren in de criminaliteit politiek aan de orde te stellen'', constateerde Dijkstal vorig maand: ,,daarmee is tijd verloren gegaan''. Opmerkelijk in het CRIEM- debat was vooral het gebrek aan ideeën van de politieke partijen. Zij zijn vooral eensgezind in het belang dat zij hechten aan ,,zelforganisaties'' van minderheden. Wat dit betreft is het Marokkaanse rapport dubbel welkom.

HET MOBILISEREN van de etnische gemeenschappen zelf vergt wel een tegenhanger in de vorm van een krachtige aanpak van alle vormen van etnisch onderscheid. Met name op de arbeidsmarkt komt ,,aanmerkelijke discriminatie'' voor, zo constateerde alweer Bovenkerk in 1995 op basis van proefondervindelijk onderzoek voor de internationale arbeidsorganisatie ILO. Een jonge Marokkaan die zich meldt voor een halfgeschoold baantje heeft eenderde minder kans dan een gelijk-gekwalificeerde autochtone sollicitant.

Criminaliteit lokt stigmatisering uit, maar het omgekeerde gaat ook op. Discriminatiepatronen doorbreken is iets wat aan geen zelforganisatie kan worden overgelaten. Dat moeten de autochtone Nederlanders toch echt zelf doen.

NRC Webpagina's
26 MEI 1998



( a d v e r t e n t i e s)
Rabobank - Maak uw eigen financiele site

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)