U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Een korte injectie van volmaakt geluk

Door HANS BEEREKAMP
CANNES, 19 MEI. 'De Italiaanse Woody Allen' is een epitheton dat Nanni Moretti al jarenlang met zich meetorst. Zoals Allen New York keer op keer bezingt, zo beleeft acteur-regisseur Moretti, eveneens een van zelfspot vervulde cinefiele hypochonder met tal van kwaaltjes, het opperste geluk als hij op zijn scootertje door Rome tuft.

In zijn autobiografische laatste film Aprile laat Moretti zien hoe hij er sinds zijn vorige succes Caro diario (1993) maar niet in slaagt weer een film te voltooien: op de eerste draaidag van een jaren-vijftig-musical geeft hij er ziek van ellende de brui aan, en de opnamen voor een documentaire over de verkiezingen van 1994 en 1996 worden steeds uitgesteld omdat Moretti vader is geworden en liever met zijn zoontje speelt. Het grote verschil tussen Allen en Moretti is de politieke dimensie: de laatste is geen vage liberaal, maar een mensenschuwe gauchist, die voor het televisiescherm oppositieleider D'Alema smeekt om Berlusconi feller van repliek te dienen, een vette joint opsteekt als rechts in 1994 met veel machtsvertoon de verkiezingen wint en een trotzkistische banketbakker tot held maakt van zijn musical. Als in de slotscène van het innemende Aprile toch eindelijk een zang- en dansnummer opgenomen wordt en Moretti, met motorhelm, zonnebril en vleermuiscape, temidden van zijn crew meedanst achter de camera, krijgt ook de toeschouwer een injectie van volmaakt geluk.

De eerste echt mislukte film in de voortreffelijke competitie van Cannes dit jaar moet nog vertoond worden. Ook de wat tegenvallende films, zoals het lang verwachte Henry Fool van Hal Hartley, beschikken nog altijd over vele kwaliteiten. Het epische verhaal over een uit de gevangenis afkomstige leegloper die een voor achterlijk versleten vuilnisman weet te inspireren tot het ontplooien van diens dichterlijke talenten (en het winnen van de Nobelprijs) duurt vooral veel te lang. De typische humor van Hartley (Amateur, The Unbelievable Truth) neemt af en toe de vorm aan van extreme wansmaak, maar dat is juist wel aardig.

Zeer goed is het contingent Franse films in de competitie van het 51ste festival. De belangrijkste is een debuut, La vie rvée des anges van de tot nu toe volstrekt onbekende Erick Zonca (41). Ogenschijnlijk past de in Lille gesitueerde film in de recente reeks sombere portretten van het leven aan de grauwe zelfkant van Noord-Frankrijk, maar de sterke en intense hoofdrollen van Elodie Bouchez en Natacha Regnier als twee vriendinnen met tegengestelde karakters (de een een onafhankelijke zwerfster, de ander een geboren slachtoffer) maken van La vie rvée des anges een vitaal, opbeurend psychologisch drama. De Franse pers is vooral te spreken over Ceux qui m'aiment prendront le train van de ook als opera- en theaterregisseur vooraanstaande Patrice Chéreau. Ook dit is een bijzondere film, met een door hemzelf als afscheid van de cinema aangeduide dubbelrol van Jean-Louis Trintignant. De 67-jarige voormalige winnaar van de acteursprijs in Cannes (voor Z in 1969) speelt - in flashbacks - een overleden schilder (en diens tweelingbroer), die al zijn vrienden per trein naar Limoges laat reizen voor de begrafenis. Onderweg registreert de iets te geaffecteerd-beweeglijke camera van Chéreau de psychologische tragedies in de relaties van gevarieerde homo- en heteroseksuele paren. Zelf zie ik liever de strak geregisseerde romanverfilming door Claude Miller van La classe de neige over het sociale isolement van een twaalfjarige jongen op ski-kamp. De gruwelijkste nachtmerries over zijn autoritaire vader worden bijna letterlijk werkelijkheid in deze film over de teloorgang van het traditionele gezin, het thema dat min of meer als rode draad loopt door het hele programma van Cannes 1998.

NRC Webpagina's
19 MEI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)