O P I N I E
|
|
|
NIEUWSSELECTIE BJP 'India Special Weapon News'
|
H O O F D A R T I K E L :
Escalatie op het subcontinent
India heeft problemen met zijn buren, Pakistan en China, problemen die in het verleden al een paar keer zijn uitgemond in oorlog. China heeft de bom. Pakistan is, evenals India zelf, een zogenoemd drempelland, een mogendheid die in staat wordt geacht haar eigen atoombom te ontwikkelen. Het zou bovendien op Chinese steun kunnen rekenen. Behalve deze toch al gevaarlijke situatie telt mee dat Pakistan onlangs een proef heeft genomen met een raket die grote steden in India kan bereiken. En, niet het minste, de nationalistische BJP Hindu partij is sinds kort in New Delhi aan het bewind en wil haar aanhang bewijzen dat de belangen van het land in goede handen zijn. Ook de verontwaardiging is gespeeld. India heeft geen enkel verdrag ondertekend dat het zou verplichten van kernproeven af te zien. Het bevindt zich in een situatie waarin de internationaal erkende atoommogendheden (die 'recht' hebben op de bom) zich een vijftig jaar geleden bevonden: de eigen veiligheid lijkt het bezit van een kernwapen noodzakelijk te maken. Twee jaar geleden weigerde de toenmalige regering van India een internationaal verbod op het houden van kernproeven te tekenen. Ook toen was de verontwaardiging omgekeerd evenredig aan de bereidheid om op de een of andere manier begrip te tonen voor de verhoudingen op het Indische subcontinent. Dit in schril contrast tot de lijdzaamheid die is betracht tegenover Franse en Chinese proeven vlak voor het sluiten van het kernstopverdrag. DE ENIGE geloofwaardige emotie is teleurstelling, in het Westen en vooral in Amerika. India heeft het dogma van de niet-verbreiding van kernwapens nu als eerste openlijk en daadwerkelijk verworpen. Dat dogma ligt verankerd in een verdrag van 1970 en het houdt in dat behalve de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties alle andere landen van gebruik, verwerving en bezit van kernwapens afzien. In feite was de Indiase kernproef van 24 jaar geleden al een breuk met de leer, maar de Indiase regering hield toen bij hoog en bij laag vol dat het slechts ging om een vreedzame exercitie. Dat is nu niet het geval. Wat schort aan de toestand op het Indische subcontinent is de afwezigheid van een geloofwaardige garantiemacht. De Verenigde Staten vervullen die functie met succes ten opzichte van Europa en van Japan. India, een regionale macht, in de eerste fase van de Koude Oorlog aanvoerder van de zogenoemde niet-gebonden landen, moet in laatste instantie voor zijn eigen veiligheid zorgen. Nu dreigt dan de klassiek riskantste situatie te ontstaan: de veiligheidsbehoefte kan in een wapenwedloop overgaan die de veiligheid van alle betrokkenen juist nog meer in gevaar brengt. De grote mogendheden hebben daar weet van. De toestand in de wereld is sinds gisteren een stuk gecompliceerder geworden.
ALS INDIA nu bereid zou zijn het kernstopverdrag te tekenen, zou dat gevaar misschien nog kunnen worden afgewend, maar ook dan moet worden afgewacht hoe de buren op de Indiase proeven zullen reageren. De Amerikaanse diplomatie is er twee jaar geleden niet in geslaagd om de antagonisten op het Indische subcontinent te overtuigen. Het tonen van verbazing en verontwaardiging is toen niet het geëigende instrument gebleken om het beoogde doel te bereiken. Minder emotie en meer rationaliteit zou de Amerikaanse diplomatie en de vrede op het subcontinent wellicht een stap verder kunnen helpen.
|
NRC Webpagina's
12 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |