U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    Z A T E R D A G S   B I J V O E G S E L  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Knesset (parlement)

Centraal Bureau van de Statistiek

Yad Vashem - Holocaust gedenkmuseum

Jerusalem Post (Engelstalige Israelische krant)

Palestine Times (Engelstalige Palestijnse krant)

Israel Defence Forces (officiële site van het leger)

Akkoord tussen Israel en PLO (getekend door Yitzhak Rabin en Yasir Arafat op 28-9-1995)

Palestinian National Authority

Overzicht van universiteiten

Overzicht van kibboetsen


Ongebreideld nationalisme hielp droom van pioniers om zeep

Israel versus Zion


Een halve eeuw al probeert Israel een normale staat te zijn. Dat lukt niet zo, als gevolg van oorlogen met de Arabische buren, de Palestijnse kwestie en nationalisten in eigen kring. Correspondent in Tel Aviv Salomon Bouman zat de jonge joodse staat de laatste dertig jaar dicht op de huid. Diagnose van een verward land.

Salomon Bouman

Chassidische joden in Jeruzalem (1991) Foto Abbas/Magnum/ABC

Met meer zorgen dan goed is voor het zelfvertrouwen, viert Israel dit jaar zijn vijftigste verjaardag. Zal het joodse land over een halve eeuw zijn honderdste verjaardag beleven, als onafhankelijke staat in het Midden-Oosten? Zal het de tweehonderd jaar halen? Het is pijnlijk dergelijke vragen op te werpen in het jubileumjaar van deze uit de hel van de Holocaust verrezen staat. Maar ondanks de indrukwekkende prestaties van Israel op tal van gebieden, kan ik dergelijke gedachten niet van me afzetten. In drieëndertig jaar heb ik dit land in weerwil van zijn imponerende successen zijn bezielende glans zien verliezen. Ik ben gaan twijfelen aan het politieke beoordelingsvermogen en historisch inzicht van Israels leiders. Niet aan hun kennis van de duizenden jaren oude geschiedenis van het joodse volk, maar wel aan de toetsing van die geschiedenis aan de moderne tijd. Door de jaren heen heb ik ook de verrijking gezien van de Israelische cultuur en de hightech een hoge vlucht zien nemen. Joden uit de vroegere Sovjet-Unie en Ethiopië kwamen. De eersten kwamen voornamelijk af op de hoge levensstandaard, de laatsten werden gedreven door de ijzeren wil naar Zion te trekken. Israeliërs zwermden als toeristen, maar ook als emigranten, uit over de wereld.

In Jeruzalem komt een menigte op de been om de vermoorde premier Yitzhak Rabin de laatste eer te bewijzen (1995) Foto Abbas/Magnum/ABC

Tijdens de grootste ramp die het joodse volk ooit trof, werd het Europese jodendom in deze eeuw grotendeels verdelgd. Sindsdien is Israel de enige plaats ter wereld waar joden sneuvelen en sterven omdat ze joden zijn. Israel is ook de enige plaats ter wereld waar joden niet zeker zijn van hun toekomst als nationaal collectief - en dat is nog verontrustender. Ma jiheje hasof? Wat zal het einde zijn? Deze zin loopt als een rode draad door de joodse geschiedenis en zou niet in Israel gehoord (mogen) worden. Tenminste niet als het land de veilige schuilplaats voor het joodse volk zou zijn geworden waarvan de zieners van het zionisme droomden. Toch zijn deze paar woorden een Israelisch volksgezegde. Zij drukken de diepe twijfels uit die de ziel van de Israeliërs beroeren. Achter hun zelfverzekerdheid en stoerheid gaan vaak de vraagtekens bij de toekomst schuil. In zijn meest negatieve beoordeling zou het zionisme weleens de ideologische fuik kunnen zijn waarin miljoenen joden zich op een klein stukje land aan de kust van de Middellandse Zee, aan de rand van de immense Arabische en islamitische wereld, hebben laten vangen.

Een van Israels 'wonderen' is dat het zijn democratisch systeem tijdens een halve eeuw vrijwel onafgebroken militaire spanning, waarbij oorlogen elkaar in hoog tempo opvolgden, heeft weten te koesteren en bewaren. Al die jaren leeft dit kleine, hartstochtelijke land met de paradox van de kleinheid van zijn politiek tegenover de inventiviteit en het doorzettingsvermogen van het Israelische volk. De tragedie is dat het idealisme van de pioniers na 1967 met betrekking tot de Palestijnse kwestie, omsloeg in fanatisme. Dat fanatisme sloeg zowel extreem nationalistische als religieuze wegen in. Uit het ineenvloeien van deze stromingen is de moordenaar van premier Yitzhak Rabin voortgekomen, Yigal Amir. De langdurige poging van Israel om het Palestijnse volk het zelfbeschikkingsrecht te onthouden heeft de ziel van de zionistische revolutie in de loop van een kwart eeuw bevlekt en te lang vredeskansen geblokkeerd. De Palestijnse kwestie - geboren met de stichting van de joodse staat - heeft als een Siamese tweeling Israel met zijn missie en geweten geconfronteerd, vooral na 1967, toen opnieuw Palestijnse gebieden werden veroverd. Tussen deze parameters speelt zich Israels identiteitscrisis af, met God als leidsman voor velen en spelbreker voor vele anderen. Veel van de zionistische ethos is verloren gegaan in een ongebreideld nationalisme dat de stemming in het land in hoge mate bepaalt. Bovendien zijn en worden Israels democratische waarden en instellingen nog steeds zwaar beproefd door religieuze krachten die snel aan politieke invloed blijven winnen. De cultuurstrijd om het karakter van Israel is in volle gang. Wordt het een halachische joodse staat waar de religieuze wetgeving het primaat krijgt over andere waarden? Of zal de seculiere democratie met haar tolerante houding jegens de religie de overhand houden?

Met zijn kleine zes miljoen inwoners is Israel een mozaïek van tegenstellingen. De kloof tussen Ashkenaziem (joden uit Oost-Europa) en Sefardiem (joden uit Afrika en Azië) is versmald maar nog lang niet overbrugd. Een miljoen Russische immigranten hebben op de arbeidsmarkt hun plaats gevonden maar manifesteren zich in de politiek en in het culturele leven als een etnische minderheid. Aan de zijlijn van de samenleving staan een miljoen Israelische Arabieren. Verder dan de uitoefening van het democratische kiesrecht, een paar onderministers en materiële vooruitgang zijn ze niet gekomen. Israels Arabieren voelen zich tweederangs burgers en ondanks hun democratische rechten zijn ze dat ook. De scherpe tegenstellingen, vooral die van ideologische en religieuze aard, verzwakken Israel. De toekomst van de joodse staat wordt echter eerder bedreigd door de introductie van massavernietigingswapens in het Midden-Oosten dan door de scherpe tegenstellingen die het land verdelen en verscheuren.

Toen David Ben Gurion op 15 mei 1948 de staat Israel uitriep was hij er niet zeker van dat het kleine Israelische leger de op handen zijnde oorlog zou winnen. Toen ik kort voor het uitbreken van de Zesdaagse Oorlog op 5 juni 1967 uit Nederland naar Israel terugvloog, zei een hoge ambtenaar van het ministerie van Voorlichting in Tel Aviv dat ,,het ditmaal heel serieus is''. ,,Het gaat om ons leven.'' De stemming in Israel was die dagen zeer bedrukt. Koortsachtig werden voor tienduizenden potentiële doden massagraven gedolven. Niemand vermoedde dat Israel in zes dagen een 'messiaanse' zege op de Arabische legers zou behalen en zijn grenzen zou verleggen tot aan het Suezkanaal, de rivier de Jordaan en vlak bij de Syrische hoofdstad Damascus. Zes jaar later zou de legendarische stafchef en minister van Defensie Moshe Dayan een dag na het uitbreken van de Grote Verzoendagoorlog in 1973 in zijn wanhoop hebben gezegd: ,,Het derde huis staat op instorten.'' De joodse staat werd tweemaal eerder verwoest: in 586 voor Christus door de Babyloniërs en in 70 na Christus door de Romeinen.

Niet deze oorlog, die voor Israel bijna op een ramp was uitgedraaid, maar de veertien jaar later uitgebroken Palestijnse volksopstand, de intifadah, is de beslissende factor geweest in de aanzet tot de 'bevrijding van Israel van zichzelf'. Israel was bevangen geraakt door zelfbeneveling, die ook historisch zelfbedrog kan worden genoemd, toen zijn soldaten in juni 1967 biddend de 'bevrijding' vierden van de Klaagmuur in het oostelijke deel van Jeruzalem. Op dat mystieke moment sloeg de messiaanse vonk in de Israelische natie.

Veiligheidsagenten in afwachting van minister Ariel Sharon die een bezoek brengt aan het oude deel van Jeruzalem (1991) Foto Patrick Zachmann/Magnum/ABC

De zege werd ervaren als een wonder waarvan er zoveel zijn in de tenach, het Oude Testament. Israel kreeg in die dagen een gebedskleed om. Met de historische joodse bakermat Judea en Samaria (Westelijke Jordaanoever) in zijn greep werd het 'bevrijde' land heilig en sloot Israel zichzelf op in blakende hoogmoed. De rampen en tegenslagen die het sinds 1967 troffen, zijn terug te leiden tot de verblinding die op de zege volgde. Alsof het koloniale tijdperk tijdens de conferentie van de Derde-Wereldlanden in 1955 in Bandung niet was afgesloten, wonnen krachten aan politieke invloed die zich beriepen op historische rechten van religieus karakter om het veroverde land te behouden.

Het realisme van het linkse seculiere zionisme, zoals David Ben Gurion dat beleed, werd naar de achtergrond gedrongen.

In 1991, tijdens de Golfoorlog, lag er weer een Holocaust-stemming over het land. Zouden er gifgassen of dodelijke bacteriën in de koppen van de Scuds zitten, die de doodsbange Israeliërs in paniek naar de schuilkelders en veiligheidskamers joegen? Nog hoor ik vanuit mijn zware betonnen veiligheidskamer, waarin ik bij het bouwen van het huis een telefoonaansluiting had laten aanleggen, het geroffel van de eerste Scud-raketten die het hart van het nabijgelegen Tel Aviv troffen. De stad leek als een kaartenhuis in elkaar te storten. Ik maakte mijn eerste radiouitzending met gasmasker op. Op het militaire hoofdkwartier in Tel Aviv heerste paniek. Het duurde uren voordat kon worden vastgesteld dat president Saddam Hussein het niet had aangedurfd om zijn aangierende raketten met dodelijke gifgassen en/of nog gevaarlijkere bacteriën uit te rusten - uit angst voor Israelische atoomwraak.

Dat het zou kunnen gebeuren, maakte vooral de bejaarde overlevenden van de Holocaust stapelgek. Voor hen stond de geschiedenis op haar kop toen het Duitse schuldgevoel over de gaskamers de regering in Bonn inspireerde met grote haast Duitse snuffelauto's naar Israel te sturen. Deze voertuigen konden snel vaststellen of neergekomen Scuds al dan niet gifgassen bevatten. Het wachten in de schuilkelders en veiligheidskamers op het signaal 'veilig' werd dankzij deze Duitse hulp bekort.

Meer dan alle andere voorafgaande oorlogen en militaire acties heeft de Golfoorlog de kwetsbaarheid van Israel aangetoond. Bij het schrijven van deze regels ligt heel Israel, van het noorden tot het zuiden, binnen het bereik van Syrische raketten. De Israelische militaire inlichtingendienst is op de hoogte van de omvang van het Syrische chemische wapenarsenaal dat op deze raketten kunnen worden gemonteerd. Het Syrische chemische wapen - 'de atoombom' van de Derde-Wereldlanden - heeft tot op zekere hoogte het Israelische atoomwapen 'geneutraliseerd' en neemt een belangrijke plaats in het beangstigende 'machtsevenwicht' van het Midden-Oosten in.

Israels strategische positie wordt precair als een van de omliggende Arabische landen of het verderaf gelegen Iran de beschikking zou krijgen over het atoomwapen. Toen Likud-premier Menahem Begin in 1981 opdracht gaf de atoomreactor nabij Bagdad door de Israelische luchtmacht te laten vernietigen, wist hij dat het om de overleving van de staat Israel ging. Met hetzelfde diep in de joodse geschiedenis gewortelde wantrouwen waarmee vanuit Jeruzalem het Iraakse atoomprogramma werd en wordt gevolgd, zit de Israelische inlichtingendienst achter de geheimen van de Iraanse atoombewapeningsplannen aan. De Israelische angst voor het Arabische en/of Iraanse atoomwapen is begrijpelijk. Eén atoombom op Tel Aviv en Israel is dodelijk gewond. Misschien ontstaat er een bijbelse Simsonsituatie, met nog een laatste verschrikkelijke atoomuithaal van Israel, vanuit een onderzeeër misschien of door de doeltreffende luchtmacht. Dan stort de Tempel Israel in zoals Simson in een laatste krachtsinspanning de pilaren van de Filistijnse tempel omverdrukte nadat de schone Delila zijn haren, waarin zijn bovennatuurlijke kracht school, tijdens de slaap van de reus had afgeknipt. Kan Israel er zeker van zijn dat de komende vijftig of honderd jaar geen der leiders van de omliggende landen op de atoomknop zal drukken? Nee, absoluut niet. Voor de vernietiging en uitroeiing van joden zijn te veel historische precedenten. Antisemitisme in Europa was er al voordat Adolf Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam. De geschiedenis van de jodenvervolging en vernedering van dit volk is even lang als de joodse geschiedenis zelf. Waarom zou wat in het verleden ondenkbaar was, in de toekomst, na Hiroshima, niet Tel Aviv kunnen heten?

In Israelische kranten hebben al scenario's gestaan wat er zal gebeuren als een atoombom op Tel Aviv valt. Israel is in dat geval in luttele seconden een land zonder hart. Israels leiders zijn zich terdege bewust van de enorme gevaren die het land steeds meer bedreigen als gevolg van de snelle technologische ontwikkelingen in het Midden-Oosten.

De 'kwaliteit' van de Israelische soldaat op het slagveld is in de elektronische afstandsoorlog, waarin ook massavernietigingswapens kunnen worden ingezet, minder doorslaggevend dan in de beginjaren van de staat Israel het geval was. Het Israelisch-Arabische conflict heeft niet langer de trekken van een militaire botsing tussen het Westen en de Derde Wereld. Zolang dat wel zo was, kon Israel zeker zijn van de zege, of althans het afwenden van de nederlaag. De Arabische wereld beschikt nu echter over een in het Westen en/of in de vroegere Sovjet-Unie opgeleide militaire elite die met de modernste Westerse wapens kan omgaan. De gevaren voor Israel zijn zo groot omdat het land met of zonder de Palestijnse gebieden klein is. Zijn oppervlakte staat in geen enkele verhouding tot de enorme landmassa's waarover de Arabieren beschikken. De doelen liggen in Israel vlak bij elkaar. Vandaar de haastige Israelische inspanning een antiballistische raketverdediging te ontwikkelen, gebaseerd op superradars en pijlsnelle onderscheppende raketten.

Dat Israel, met zijn eigen spionagesatelliet reeds in de ruimte, zo'n gigantisch project met Amerikaanse financiële steun op zich kan nemen, is een indicatie voor de hoge kwaliteit van de hightech-industrie. Deze tak van nijverheid is de afgelopen tien jaar, mede dankzij de goed opgeleide immigranten uit de vroegere Sovjet-Unie, de drijvende kracht van de snel expanderende Israelische economie geworden. Israel gaat de eenentwintigste eeuw dan ook in als een hightech-tijger. Het Hets-project (Pijl-project) is in een vergevorderd stadium en zou in het jaar 2000 operationeel kunnen zijn. Of deze antiballistische raket Israel de veiligheid zal geven waarnaar het land snakt, is echter twijfelachtig.

Wat kan Israel dan wel een zo groot mogelijke relatieve veiligheid geven? Er is maar één rationeel antwoord: vrede met de Palestijnen op basis van de verdeling van Palestina ten westen van de Jordaan in een joodse en een Palestijnse staat. Voordat hij werd vermoord, was veldheer luitenant-generaal Yitzhak Rabin tot deze conclusie gekomen. De historische handdruk met de Palestijnse leider Yasser Arafat op het bordes van het Witte Huis in Washington op 13 september 1993 symboliseerde het afgooien van de oogkleppen die ook zijn kijk op de realiteit zo lang hadden vertroebeld. Het Israelisch-Palestijnse akkoord van Oslo had de emotionele kracht van verzoening tussen twee volken die vanaf het begin van deze eeuw in verschillende variaties vochten om hetzelfde land Palestina.

Op de golven van de verschrikkelijke Hamas-zelfmoordterreur kwam in de zomer van 1996, ruim een half jaar na de moord op Rabin, de jonge Likud-leider Benjamin Netanyahu aan de macht. Zijn wantrouwen in de bedoelingen van de Arabieren is zo groot dat hij zich geen echte vrede voor zijn land in het Midden-Oosten kan voorstellen. Gedreven door zo'n negatieve kijk heeft Netanyahu een kans op verdere toenadering tot de Palestijnen op basis van gelijkheid en wederzijds respect door zijn vingers laten glippen. Netanyahu is de gevangene van ideeën die niet met de realiteit rijmen, zoals Yitzhak Rabin en Shimon Peres in hun latere jaren leerden onderkennen. Op hogere leeftijd begrepen zij dat erkenning van het Palestijnse zelfbeschikkingsrecht de weg zou kunnen vrijmaken voor een zekerder plaats van de joodse staat in het Midden-Oosten. Het was, zo concludeerden zij, de beste garantie voor het einde van de Palestijnse strijd tegen het zionisme. Dit inzicht werd gestimuleerd door strategische veranderingen in dit instabiele deel van de wereld als gevolg van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de Golfoorlog. De socialistische premiers Rabin en Peres, die de Nobelprijs voor de vrede in de wacht sleepten voor het akkoord van Oslo met de Palestijnen, stonden aanvankelijk even afwijzend tegenover de PLO van Arafat als de felste Israelische nationalist. Zij maakten echter een historische wending van honderdtachtig graden onder de druk van de intifadah en herwaardering van de strategische situatie in het Midden-Oosten. Peres aarzelt niet meer het woord 'Palestijnse staat' in de mond te nemen. Benjamin Netanyahu zou in 1996, toen hij na de moord op Rabin de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het premierschap met een haarlengte verschil van Shimon Peres won, geen spaak in het wiel van het vredesproces hebben kunnen steken als Rabin en Peres in 1993 al over de grenzen van een Palestijnse staat naast Israel zouden hebben beslist. Uit vrees voor de reactie van het Israelische volk hakten zij de gordiaanse knoop niet door. Netanyahu heeft als een felle nationalistische leider de kans laten liggen de Palestijnse kwestie op basis van de stichting van een Palestijnse staat tot een oplossing te brengen. Met veiligheidsargumenten en vertragingstechnieken probeert hij zich aan die voor Israels veiligheid op lange termijn even belangrijke als onvermijdelijke beslissing te onttrekken.

Vrede met de Palestijnen en de Syriërs, in ruil voor de in 1967 veroverde Hoogvlakte van Golan, zijn de essentiële bouwstenen voor de inkapseling van Israel in een veiligheidsstructuur in het westelijke deel van het Midden-Oosten. De vredesverdragen met Egypte en Jordanië zullen er meer kracht door krijgen en ook Libanon behelzen. Dat kan het vertrekpunt zijn voor Israels echte economische integratie in het nieuwe Midden-Oosten waarvan Peres na Oslo hardop droomde. Handelscontacten kunnen de psychologische barrières tussen Israeliërs en Arabieren na vijftig jaar vijandschap afbreken. Israel heeft groot belang bij een zo snel mogelijke economische ontplooiing van de buurlanden, ook van de toekomstige Palestijnse staat, om niet als een rijk eiland in een zee van armoede te pronken. Uitsluitend vrede kan dit proces met internationale financiële hulp aanzwengelen. Nogal arrogant hebben Israelische leiders gezegd dat 'Israelisch verstand en Arabisch geld in het Midden-Oosten wonderen kunnen doen'. Hoewel gezien de hoge kwaliteit van de Israelische industrie veel waarheid in deze uitspraak zit, zou het verstandiger zijn er niet zo te koop mee te lopen.

Tussen vrede met Israel en aanvaarding van de joodse staat door de Arabische wereld ligt nog een flinke afstand, die Israel behoedzaam en met gevoel voor Arabische gevoeligheden - het omgekeerde moet trouwens ook het geval zijn - zou moeten overbruggen. Israel moet vermijden de Arabieren de indruk te geven dat in de plaats van de territoriale expansie na 1967, de joodse staat uit is op economische overheersing.

Het is Israels belang om het geschil met de Palestijnen en de overige Arabieren zo snel mogelijk te beëindigen. De tijdsfactor kan doorslaggevend zijn, omdat Israel niet tot in lengte van dagen verzekerd kan zijn van onvoorwaardelijke Amerikaanse steun. De invloed van de joodse minderheid in de VS op de Amerikaanse buitenlandse politiek zal de komende decennia afnemen als gevolg van de snelle opkomst van andere etnische minderheden met andere belangen. En welke rol zal China de volgende eeuw spelen op het wereldtoneel? Hoe zal Peking zich opstellen als de olieschaarste nijpend wordt? David Ben Gurion zei me in 1965 al dat de toekomst van Israel door China zal worden bepaald.

De verhouding tussen Israel en het wereldjodendom zal eveneens diepgaande veranderingen ondergaan. Zij zullen van elkaar vervreemden, en dat niet alleen wegens het religieuze dispuut over 'wie is jood' en de vraag of door liberale rabbijnen verrichte bekeringen door het Israelische opperrabbinaat moeten worden erkend. Israel en het wereldjodendom drijven uit elkaar omdat in Israel een 'nieuw joods volk' is geboren. Meer Israelisch dan joods. Zeker voor de seculiere Israeliërs is hun paspoort en niet het Oude Testament het belangrijkst. Israeliërs begrijpen de 'joden in ballingschap' niet of nauwelijks meer. Ze staan wat cultuur, mentaliteit en levenservaring betreft ver af van hun joodse broeders en zusters in de diaspora.

Het omgekeerde doet zich ook voor. Joden in de diaspora beginnen om politieke, morele en economische redenen afstand van Israel te nemen. Vooral in de Verenigde Staten is een sterke trend merkbaar van eerst investeren in de eigen gemeenschap en dan pas denken en geven aan Israel. Israel heeft zich van een buitengewoon geslaagde landbouweconomie in 1948 ontwikkeld tot een hoogtechnologische mogendheid. Vooral de laatste jaren is de economische groei onstuimig geweest. De bijzondere socialistische fundamenten waarop de staat Israel verrees, vallen onder de bijl van het kapitalisme. De kibbuts, eens de trots van de zionistische revolutie, verdwijnt als idealistische levensvorm. Inkomensverschillen tussen rijk en arm hebben gigantische proporties aangenomen. Pralende rijkdom contrasteert fel met diepe armoede van honderdduizenden. De bouwkoorts overwoekert het natuurschoon. Israel wordt een land van beton, woontorens en snelwegen. De landelijke lieflijkheid en de sympathieke lach van de kibbutsnik zijn in dagelijkse haast naar 'nog meer' verloren gegaan. Israel is niet het land geworden waarvan de pioniers droomden.

Volgende week verschijnt bij Uitgeverij Jan Mets 'Israel contra Zion', een selectie van de stukken die Salomon Bouman in de afgelopen dertig jaar als correspondent voor deze krant heeft geschreven.

Tentoonstelling in het Joods Historisch Museum in Amsterdam: Magnum fotografeert Israel, 1948-1998. Tot en met 7 juni 1998. Begeleidend boek: Israel as seen by Magnum Photographers.

Op de buitenlandpagina's van deze krant zal Salomon Bouman de komende weken verslag doen van de ontwikkelingen in Israel in het kader van het vijftigjarig bestaan van de joodse staat.

Vijftig jaar Israel

1948 De staat Israel wordt uitgeroepen. Onmiddellijk breekt de eerste Israelisch-Arabische oorlog uit. Israel slaat de Arabische aanval af en vergroot zijn grondgebied.

1956 Israel lanceert met Frankrijk en Groot-Brittannië de Sinaï-campagne na de nationalisatie door Egypte van het Suez- kanaal. Onder druk van de VS en de Sovjet-Unie moeten de aanvallers zich terugtrekken; de Egyptische president Nasser wordt de held van de Arabische wereld.

1967 Israel pareert de Arabische dreiging en verovert in zes dagen de Sinaï-woestijn, de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Hoogvlakte van Golan.

1968 De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ontkent het bestaan van Israel. De Palestijnse strijd tegen Israel begint.

1972 Moord op elf Israelische sportlieden door de Palestijnse Zwarte- Septemberbeweging tijdens de Olympische Spelen in München.

1973 Israel wordt op Grote Verzoendag verrast door een gezamenlijke Egyptisch-Syrische aanval, lijdt zware verliezen, maar weet het tij te keren.

1977 Likud wint de algemene verkiezingen. Menahem Begin wordt premier.
De Egyptische president Anwar Sadat komt naar Jeruzalem en doorbreekt de muur van Israelisch-Arabisch wantrouwen.

1979 Israelisch-Egyptisch vredesverdrag

1981 Israel vernietigt de Iraakse atoomreactor bij Bagdad.

1982 Israel begint de Libanese oorlog om de PLO uit Libanon te verdrijven.

1983 De Palestijnse leider Yasser Arafat vertrekt met 4.000 Palestijnse strijders per schip uit Beiroet naar Tunis.

1985 Op een troepenmacht in Zuid-Libanon na trekt Israel zijn leger uit Libanon terug.

1987 Onder premier Yitzhak Shamir begint de intifadah, de Palestijnse volksopstand.

1990 Israel en de Sovjet-Unie knopen volledige diplomatieke betrekkingen aan. De joodse massa-emigratie uit de Sovjet-Unie begint.

1991 Irak valt Israel tijdens de Golfoorlog met Scud-raketten aan. Nederland stuurt Patriot-raketten.

1992 Yitzhak Rabin wordt na verkiezingen ten tweede male premier.

1993 Israel en de PLO sluiten na geheim overleg het akkoord van wederzijdse erkenning in Oslo. Premier Yitzhak Rabin en de Palestijnse leider Yasser Arafat drukken elkaar de hand op het Witte Huis.

1994 Dr Baruch Goldstein, een religieuze nationalist, vermoordt 29 biddende Palestijnen in een moskee in Hebron.
Arafat vestigt zich in Gaza. Hamas begint zijn zelfmoordaanslagen in Israel.

1995 De religieuze nationalist Yigal Amir vermoordt Rabin na een vredesdemonstratie in Tel Aviv.

1996 Zestig mensen worden gedood bij een golf zelfmoordaanslagen door Hamas.
Benjamin Netanyahu wint de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het premierschap van premier Shimon Peres, die Rabin opvolgde.

NRC Webpagina's
11 APRIL 1998

Archief
Zaterdags Bijvoegsel



Domicilie Cover

Domicilie,
voor wie zich vestigt in het buitenland.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)