NIEUWSSELECTIE
KORTE
BERICHTEN
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
|
Pleidooi voor beter toezicht op bankwezen
Door onze redacteur ROEL JANSSEN
HONGKONG, 23 SEPT. Het toezicht op het bankwezen in opkomende
ontwikkelingslanden moet drastisch worden verbeterd om herhaling van
financiële crises te voorkomen. Het Internationale Monetaire Fonds
(IMF) en de Wereldbank zullen in onderhandelingen met
ontwikkelingslanden meer nadruk leggen op het belang van onafhankelijk
banktoezicht en versterking van de regelgeving voor de financiële
sector.
en rapport met de 'Kernbeginselen voor Effectief Banktoezicht' werd
gisteren in Hongkong in de marge van de jaarvergadering van het IMF en
de Wereldbank gepresenteerd. De richtlijnen zijn opgesteld door het
zogenoemde Bazel-comité van toezichthouders en centrale banken
onder leiding van drs. T. de Swaan, directeur van De Nederlandsche Bank.
Het Bazel-comité bestaat uit vertegenwoordigers van twaalf
industrielanden, maar was voor dit rapport aangevuld met
vertegenwoordigers van zestien opkomende landen, waaronder China,
Rusland, Mexico en Brazilië.
De kwetsbaarheid van het bankwezen in opkomende ontwikkelingslanden
trekt steeds grotere aandacht. Een zwak ontwikkeld bankwezen dat zich
zonder adequaat toezicht stort in de kredietverlening voor
twijfelachtige projecten wordt als een van de oorzaken van de huidige
crisis in Zuidoost-Azië beschouwd. Achtergrond hiervan is de sterk
toegenomen kapitaalstroom naar opkomende ontwikkelingslanden. Hierdoor
zijn de risico's van financiële crises sterk toegenomen.
Robert Rubin, de Amerikaanse minister van Financiën, zei bij de
presentatie van het rapport dat ernstige bankproblemen zich de afgelopen
jaren in tweederde van de landen in de wereld hebben voorgedaan. De
richtlijnen voor verbetering van het banktoezicht zijn volgens De Swaan
,,praktische beginselen'' die landen moeten introduceren. Het gaat om
regels die in Nederland en andere geïndustrialiseerde landen
gangbaar zijn, zoals wetgeving en regels voor vergunningen aan
financiële instellingen, verplichtingen voor
informatieverstrekking, minimumregels voor eigen vermogen en
reserveringen voor stroppen, boekhoudkundige regels en de bevoegdheden
van de toezichthouders.
,,Voor ons is dit gesneden koek'', zei De Swaan. ,,Maar opkomende landen
moeten nog veel werk verzetten wat betreft hun wetgeving, institutionele
vormgeving en mentaliteitsverandering.'' De belangstelling hiervoor is
volgens hem groot. Hij noemt Chili als een land dat een voortrekkersrol
vervult.
De invoering van de richtlijnen is vrijwillig en er zijn geen
tijdsafspraken voor gemaakt. Maar het IMF en de Wereldbank zullen in hun
lopende onderhandelingen met landen grotere nadruk leggen op het belang
van een behoorlijk toezicht. Het Bazel-comité blijft hierbij
betrokken. ,,Het is een kolossale taak'', aldus De Swaan, ,,maar het
belang van financiële stabiliteit is het spannendste onderwerp van
dit moment.''
|
NRC Webpagina's
23 SEPTEMBER 1997
|