M E D I A
|
![]()
NIEUWSSELECTIE
|
Veelzijdig, joviaal Gerrit den Braber 1929-1997
Door onze kunstredactie
Gerrit den Braber, die in 1929 in Rotterdam werd geboren, begon in Rotterdam een ziekenomroep. Van 1955 tot 1960 werkte hij als copywriter in de reclame. Daarna werd hij dankzij Herman Broekhuizen in 1966 hoofd van Avro's Minjon. Hij schreef 150 hoorspelen voor de jeugd en was producer/regisseur van documentaires en amusementsprogramma's. Vanaf 1966 werkte Den Braber bij de platenmaatschappijen Phonogram en Polydor. Hij schnabbelde voor diverse omroepen, maakte een gedichtenprogramma voor de Tros en liet het orkest The Ramblers herleven. Na twaalfeneenhalf jaar keerde terug bij de Avro, waar hij lange tijd hoofd amusement was. Tijdens stafvergaderingen schreef Den Braber teksten en liedjes. Hij was een gevierd auteur, onder andere van grafschriften. Beroemd werd die voor Willem van Hanegem: 'Het is spijtig dat ook Ajax zegt, de Kromme ligt nu eind'lijk recht'. In totaal maakte hij meer dan 600 'chansons', waaronder bekende nummers als Roosje, m'n roosje (gezongen door Conny Vandenbos), Spiegelbeeld (Willeke Alberti), Ritme van de regen (Rob de Nijs), La Mamma (Corry Brokken), Sofietje (Johnny Lion), De winter was lang, Sjakie van de hoek. Hij schreef Songfestivalliedjes als Katinka (De Spelbrekers), Fernando en Felipo (Milly Scott), Ringdingeding (voor zijn echtgenote Thérèse Steinmetz) en Ik zie een ster (Mouth & McNeal). Gerrit den Braber was als 'chef grappen en grollen', zoals hij zichzelf noemde, een goedmoedige persoonlijkheid. Hij trok zich niets aan van kritiek op lichte tv-programma's als Babbelonië, omdat hij vond dat het met zorg, vakmanschap, humor en kennis van zaken werd gemaakt. Op dezelfde manier verdedigde hij de zanger Vader Abraham, die hij liet optreden in tv-programma's. Ook na zijn pensioen in 1994 werkte Den Braber voor de radio, tot hij een infarct kreeg. Hij wordt woensdag begraven.
|
NRC Webpagina's
5 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |