V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Coalitie oneens over referendum
Door onze redacteur ROB SCHOOF
De VVD-fractie wenst niet dat 'besluiten' van een gemeentebestuur onderwerp van een referendum kunnen worden, zoals het kabinet wil. Als het aan de VVD ligt valt daarmee ook een referendum zoals vandaag in Amsterdam over IJburg wordt gehouden af. ,,Wij zullen tegen het referendum stemmen als dat zo blijft'', zegt het Kamerlid Te Veldhuis. ,,Anders zouden wij verder gaan dan we in het regeerakkoord hebben afgesproken.'' Het Kamerlid Scheltema (D66) vindt dat Te Veldhuis het gemeentelijke referendum ,,ondergraaft''. ,,Ik zie het als een poging om het hart uit het lokale referendum te halen'', aldus Scheltema. In het regeerakkoord zijn afspraken gemaakt over de invoering van een correctief wetgevingsreferendum. Die houden in dat de bevolking bij een landelijk referendum een wet kan tegenhouden nadat deze door het parlement is aangenomen. Bij lokale referenda moet de bevolking 'besluiten' van het gemeentebestuur kunnen terugdraaien, vindt het kabinet. De VVD vindt dat begrip echter veel te ruim en kiest voor alleen 'verordeningen', het gemeentelijke equivalent voor wetgeving. Besluiten over een autovrije binnenstad of de aanleg van een woonwijk zijn nooit algemene verordeningen. ,,Het zijn besluiten'', aldus Te Veldhuis. Scheltema vindt dat er te veel onderwerpen worden uitgesloten als alleen verordeningen, zoals politie-verordeningen, referendabel kunnen worden. Dat was ook de redenering van het kabinet. ,,Als de bevolking zich niet over zaken als IJburg kan uitspreken heb je geen serieus referendum meer'', zegt Scheltema. Ook Rehwinkel (PvdA) verwacht dat er dan veel onderwerpen buiten de boot zullen vallen. De Raad van State vindt, zo schrijft het in zijn advies, dat het referendabel maken van alle gemeentelijke besluiten ,,inconsistent'' is. Bovendien zou, aldus de Raad van State, het referendabel maken van ,,maatschappelijk noodzakelijke projecten die op weerstand stuiten bij delen van de bevolking de slagvaardigheid van het bestuur ernstig kunnen aantasten''. Te Veldhuis heeft er nooit een geheim van gemaakt dat de VVD tegen de invoering van het referendum is. De fractie ziet het als één van de ,,prijzen'' die in 1994 moesten worden betaald om een 'paars' kabinet mogelijk te maken. ,,Wij houden ons aan het regeerakkoord, maar gaan niet verder dan dat.'' Scheltema en Rehwinkel zijn het er in de aanloop naar het referendum over IJburg wel over eens geworden dat de drempel voor het houden van een referendum moet worden verhoogd, bijvoorbeeld door burgers naar stadhuis of bibliotheek te laten gaan om hun handtekening te zetten en het aantal benodigde handtekeningen te verhogen. ,,Het referendum is een ingrijpend middel'', zegt Scheltema. ,,Het is heel gemakkelijk om op een markt veel handtekeningen te verzamelen. Men moet er een beetje moeite voor doen.'' Te Veldhuis constateert dat PvdA en D66 met hun standpunt ,,in de richting van de VVD zijn opgeschoven''. Ook bij het landelijk wetgevingsreferendum speelt nog steeds een discussie over de onderwerpen voor een volksstemming. Besluiten over grote projecten als de Betuwelijn, Schiphol of de hogesnelheidslijn, vaak betwist door grote groepen burgers, zijn alle planologische kernbeslissingen (pkb's) en geen wetten. Het kabinet heeft daarom pkb's niet opgenomen bij de onderwerpen voor een referendum. Te Veldhuis: ,,Bij pkb's bestaat een hele lange inspraakprocedure voor burgers. Als je die ook nog eens aan een referendum kan onderwerpen gaat het veel te lang duren. Het is inspraak vooraf of achteraf, maar niet allebei.'' D66 vindt dat pkb's wel tot de onderwerpen van een referendum moeten behoren. Scheltema denkt dat inspraak vooraf en een referendum achteraf geen ,,uitrekking'' van de procedure hoeft op te leveren. Vermoedelijk zal minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken) nog voor de zomer met de Tweede Kamer debatteren over het wetsvoorstel. In het voorstel van het kabinet over het landelijk wetgevingsreferendum zijn een aantal onderwerpen uitgezonderd: wetgeving over het koningschap, het koninklijk huis, de rijksbegroting en de Nederlandse wetgeving voor internationale verdragen en Europese richtlijnen. Voor de invoering van het referendum dient de Grondwet te worden gewijzigd. Daartoe is in zowel Eerste als Tweede Kamer een meerderheid van tweederde nodig. Na de verkiezingen van volgend jaar komt het wetsvoorstel voor een 'tweede lezing' nog eens aan bod in beide Kamers.
|
NRC Webpagina's
19 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |