M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
'Infowar' is toverwoord moderne strijdkrachten
Door MENNO STEKETEE
Het effect op de plaats van bestemming van het virus was verwoestend. Eenmaal aangesloten op het interne netwerk van de Al Quwwat Al Jawwiya, zocht het zich een weg naar de centrale computer en veroorzaakte sneeuwende beeldschermen toen op 17 januari 1991 de kruisraketten, stealth-fighters en andere gevechtsvliegtuigen van de anti-Iraakse coalitie het Iraakse luchtruim binnenstroomden. Het digitale startschot van Desert Storm luidde tevens het operationele begin in van de militaire revolutie van de 'informatie-oorlogvoering', infowar. De term, ook wel cyberwar geheten, waarbij computerinbraak, virussen en digitale manipulatie de plaats innemen van artillerie-barrage, kogels en strategische bombardementen, is tegenwoordig een toverwoord binnen veel moderne strijdkrachten overal ter wereld. De info-oorlog blijkt echter niet alleen een offensief potentieel te hebben. Analisten van het Amerikaanse ministerie van Defensie hebben begin dit jaar geadviseerd om drie miljard dollar meer uit te trekken om de eigen militaire computers te beveiligen. Nu geeft het Pentagon nog jaarlijks 1,6 miljard dollar uit aan computerbescherming. ,,Anders behoort een elektronisch 'Pearl Harbour', tot de mogelijkheden'', aldus één van de analisten. Infowar is het logische vervolg op de doctrine die voorschrijft om de vijand totaal te 'verblinden' en 'onthoofden' door commandobunkers, communicatieverbindingen en radarsystemen te vernietigen - zoals bij de Golfoorlog. Bij deze methode van oorlogvoering blijven de communicatienetwerken echter grotendeels in tact. De informatie zelf wordt daarentegen gemanipuleerd: de tegenstander krijgt een compleet verkeerd beeld van de waarheid. Een paar voorbeelden. Een Amerikaans marinelaboratorium, heeft in samenwerking met de CIA een systeem ontwikkeld dat mondeling doorgegeven vijandelijke radioboodschappen kan onder scheppen en kan transformeren tot een mededeling met een tegengestelde strekking, in de stem van de operator. Deze methode van digitaal manipuleren zou vooral van nut kunnen zijn wanneer de vijand in de aanval of bij de terugtrekking snel van positie wisselt. Computersystemen blijven kwetsbaar voor inbraak Doordat in die gevallen de rappe levering van taktische informatie noodzakelijk is, vertrouwen de mobiele eenheden te velde op ongecodeerde radioberichten van hun eigen commandanten. Voor encryptie is dan geen tijd. Ook het uitroepen van een staakt-het-vuren door de opperbevelhebber is mogelijk. Er ligt echter één gevaar op de loer: slecht geïnformeerde eigen afluisterstations zouden waarde kunnen hechten aan de onware radioberichten. Amerikaanse eenheden oefenen al regelmatig met het systeem, dat aan boord van een robotvliegtuigje kan worden geïnstalleerd. Ook de transformatie van digitale beelden zit inmiddels in het arsenaal van de infowar. De Noordkoreaanse leider Kim Jong Il zou bij wijze spreken op CNN kunnen toekijken hoe zijn virtuele alter ego een drinkgelag aanricht. In het geval van vijandelijkheden tegen de zuiderburen zou dit het moreel van zijn militaire top weinig goeds doen. Hoe kwetsbaar computersystemen zijn voor pogingen tot inbraak door ervaren hackers bewees een Amerikaanse luchtmacht-kapitein eind 1995. Hij verschafte zich via een datalink toegang tot de stuurcomputer van een van de mo dernste kruisers die de Amerikaanse vloot rijk is. Naar verluidt, had hij het roer kunnen overnemen. Volgens de Britse Independent deed een Britse hacker iets soort gelijks. Hij brak in bij British Tele com en wist de bestanden met ge heime, militair gevoelige telefoonnummers te bereiken; inclusief dat van Downingstreet 10. Toch blijft het 'blind' maken van de vijand binnen de infowar-doctri ne belangrijk. Nieuw ontworpen virussen zouden storingen en sneeuwende schermen kunnen veroorzaken in alle op computers gebaseerde systemen: luchtverde digingsinstallaties, maar ook elektriciteitscentrales, communicatie knooppunten. En er zitten meer wapens in het arsenaal van de in formatie-oorlogvoering. Explosie ven die een grote elektromagneti sche puls (EMP) genereren, kunnen bijvoorbeeld gevoelige elek tronische circuits doorbranden. Ook krachtige stoorzenders aan boord van vliegtuigen blijven een voorname rol spelen. Het lam leg gen van de vijandelijke zenuwcen tra blijft dus een belangrijk onder deel binnen de nieuwe doctrinaire inzichten. ,,Informatie-oorlogvoe ring is een hele sterke kaart, maar deze kan niet het hele spel vervan gen,'' aldus Paul Strassman, hoog leraar Information Warfare aan de National Defense University in de Amerikaanse staat Washington te gen het blad Defense News. De Amerikaanse strijdmachton derdelen hebben inmiddels wel ie der laboratoria in het leven geroe pen, waar zowel de offensieve als de defensieve operationele moge lijkheden worden bestudeerd. Honderden miljoenen dollars gaan er in om. De Amerikaanse vloot in vesteerde alleen al in 1996 389 mil joen dollar in proefnemingen in het kader van de infowar. Ook buiten de Verenigde Staten stijgt de inte resse. In Europa, maar ook in de Russische en Chinese militaire pers verschijnen artikelen over in fowar. Als de geslaagde inbraak in de Amerikaanse kruiser iets duidelijk maakte, dan was het dat vooral de Verenigde Staten kwetsbaar zijn voor hackers. ,,We zijn het meest kwetsbare land op aarde,'' zei de directeur van de Amerikaanse Na tional Security Agency (NSA) al tegen het Amerikaanse weekblad Time. En dat lijkt niet overdreven. De strijdkrachten van de VS be schikken over meer dan twee mil joen computers, en ongeveer 10.000 lokale netwerken. Een deel daarvan is reeds beveiligd tegen in braak, maar het overgrote deel is geheel toegankelijk. Het Pentagon registreerde het afgelopen jaar 250.000 pogingen tot inbraak in militaire computers. Daarvan was volgens de Amerikaanse Rekenkamer, de General Accounting Office (GAO) bijna driekwart succesvol - 162.500 maal - maar slechts 150 overtre ders werden vervolgd. Deze waren onder meer doorgedrongen tot de centrale computers van de Amerikaanse luchtmacht, allerlei defen sie-ondernemingen, luchtmacht bases en het Nucleaire Onder zoekscentrum van Zuid-Korea. Onder de hackers bevond zich een 16-jarige Britse jongen. Een onderzoek van het Amerikaanse Defense Information Security Agency (DISA) bevestigde de ze zwakte. Hackers waren instaat om niet minder dan 88 procent van alle defensie-computers binnen te dringen; het gros ongemerkt. Vol gens de woordvoerder van de GAO ,,toont het onderzoek aan, dat terroristen of andere tegen standers de controle over militaire informatie-systemen kunnen over nemen en de defensie-capaciteit van het land ernstig kunnen degra deren.'' De snel voortschrijdende automatisering van de strijdkrach ten verergert deze situatie alleen maar. Het Pentagon streeft er na melijk naar om alle wapensyste men met elkaar te laten communiceren; dit ten behoeve van het over zicht op het slagveld, de zogeheten situational awareness. En dat is niet eens het ergste. De Westerse burgermaatschappijen blijken nog véél kwetsbaarder voor 'info-terroristen' dan de defensie-organisaties. Een offensief com putervirus kan kolossale schade aanrichten op Wall Street, in de ad ministratie van grote ziekenhuizen of de luchtverkeersleiding van Schiphol. John Deutch, de pas af getreden direkteur van de CIA hierover tegen het blad Jane's De fence Weekly: ,,Hackers, criminele groepen en buitenlandse inlichtin gendiensten beschouwen informa tie-systemen en op informatie ge baseerde infrastructuren lucratieve targets, getuige het groeiende aantal inbraken in bedrijfs- en fi nanciële systemen.'' Voordat technici en program meurs een verdedigingslinie in cy berspace kunnen opwerpen moet een onvoorziene barrière worden geslecht. Er bestaat geen juridische basis voor het uitvoeren van bij voorbeeld een digitale tegenaan val. Wanneer volgens het Penta gon hackers in dienst van Libië en Iran vanuit kantoren in Europa een georkestreerde aanval inzetten op de computers van bijvoorbeeld de watervoorziening van New York of het vliegveld van Los An geles is volkomen onduidelijk of hier sprake is van een casus belli. Volgens waarnemers is het Penta gon technisch niet eens in staat om na te gaan of sprake is van een ge coördineerd info-offensief, laat staan wie er eventueel achter zit. Volgens de woordvoerder van het Pentagon Kenneth Bacon lopen er evenwel verschillende program ma's die deze dreiging moet doen afnemen. ,,Het Advanced Re search Projects Agency (ARPA) ontwikkelt een soort elektronisch immuunsysteem, een computerprogramma dat net als het humane afweersysteem indringers op spoort en vernietigt,'' aldus Bacon.
|
NRC Webpagina's
7 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |