S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s Nederlands Elftal Belgisch Voetbal |
Erekwestie in de Hel van Deurne
Door onze redacteur HANS KLIPPUS
De thuiswedstrijden werden in de tijd van Van der Hart afwisselend in Amsterdam en Rotterdam gespeeld, in België was altijd de Antwerpse Bosuil, de beruchte Hel van Deurne, de plaats van handeling. ,,Dan verzamelden we op vrijdag in Breda, sliepen daar in een hotel en vertrokken de volgende dag naar Antwerpen. De sfeer was geweldig. We vonden het fantastisch om een interland te spelen. Er werd nooit geklaagd. Een reserve was een reserve. De trainer was de baas.'' Met Van der Hart als aanvoerder boekte Oranje in 1958 met 7-2 de grootste uitzege op de Belgen én in '59 in Rotterdam met 9-1 de grootste overwinning aller tijden. ,,Ik had nog geen bal aangeraakt en het stond al 2-0'', herinnert Van der Hart zich die gedenkwaardige oktober-zondag in De Kuip. ,,Ook Wilkes was nog niet in beeld geweest. Nu ga ik beginnen, zei hij tegen me. Even later stond het 6-0, Faas maakte er drie.'' Toen Klaassens en Van der Kuil voor 8-0 en 9-0 hadden gezorgd, riepen de 63.000 toeschouwers tien, tien, tien. ,,En daar hield ik niet van, hè'', zegt Van der Hart. ,,Waarom moet je een tegenstander met 10-0 vernederen? Dat is te veel van het goede. Ik heb na die 9-0 tegen mijn medespelers gezegd: laat ze er nu maar even doorkomen. We tippelden simpel in een schijnbeweging en de Belgen scoorden 9-1. Zij hadden een verjongd elftal opgesteld en dat liep dus faliekant verkeerd af.'' Zijn meest memorabele interland tegen België speelde Van der Hart in 1956 in Antwerpen. Nederland won met 1-0 en hij was de grote uitblinker. België-Van der Hart 0-1, kopten de kranten de volgende dag. ,,Ik had niet eens door dat ik zó goed had gespeeld. Ja, het ging wel lekker. Maar na afloop bij het officiële banket moest ik gaan staan en en werd ik speciaal toegesproken door de voorzitter van de Belgische voetbalbond.'' En dat terwijl het er lang naar had uitgezien dat Van der Hart niet eens kon spelen. ,,Ik had een competitiewedstrijd een tik tegen mijn knie gekregen. Ik liep mank en trainde in de week voor de interland ook niet. Op de wedstrijddag ben ik samen met Max Merkel, de bondscoach, eerder naar het stadion gegaan om te kijken of het ging. Daar vroeg Merkel of ik eerst nog even een kop koffie wilde drinken. Later op het veld liep ik ineens heel soepel. Ik voelde geen pijn meer, niks! Achteraf vraag je je dan af of dat niet met die koffie te maken heeft gehad. Zal hij er wat in hebben geflikkerd? De nacht na de wedstrijd kon ik maar niet in slaap komen. Die Merkel was een gisse jongen, hoor.'' Van der Hart werd in zijn interlandcarriére omringd door topspelers als De Munck, Kuys, Lenstra, Moulijn en Wilkes. ,,Er werd gevoetbald, jongen. De individuele klasse was groot. Dat had ook invloed op de spelers van België.'' Toch leed Van der Hart ook zeer regelmatig een nederlaag met Oranje, onder meer met liefst 7-0 in Keulen tegen Duitsland. Tegen de Belgen ging het steeds goed. Slechts één keer werd in die periode een derby verloren, in 1960 met 2-1. Maar toen was uitgerekend Van der Hart niet van de partij. ,,Elek Schwartz, onze coach, vond me wat langzamer worden en passeerde me. Dat mag van mij. Maar prompt verloren ze. Dus toen kwam ik weer terug.'' Cor van der Hart was een echte leider in het veld. Hij had een goed inzicht en kon goed schieten en koppen. Als jonge speler van Ajax werd hij al in 1947 voor het eerst voor de centrale training van Oranje opgeroepen. Toch speelde hij pas op 27-jarige leeftijd de eerste van zijn 44 interlands. Dat kwam omdat hij als prof bij het Franse Lille vier jaar lang niet voor de nationale ploeg mocht spelen. De beroemde Watersnoodwedstrijd van 12 maart 1953 zorgde volgens Van der Hart voor de ommekeer. Een elftal van Nederlandse profs won in het Parc des Princes in Parijs met 2-1 van Frankrijk. ,,We waren met een stel jongens dat nog nooit samen had gespeeld'', vertelt Van der Hart. ,,Sommigen moesten zelfs op voor hun vreemde posities spelen. Oké, we hadden wat geluk in het begin, De Munck ramde er heel wat uit. Maar we wonnen wel. Er zaten 10.000 Nederlanders op de tribune. Die zagen wat voor een goede spelers we hadden. Appel, Rijvers, Timmermans, De Harder. De ogen gingen open. En Wilkes deed nog niet eens mee. Hij kreeg geen vrij van zijn Italiaanse club.'' Niet lang daarna deed ook in Nederland het profvoetbal zijn intrede. Van der Hart werd ingelijfd door het Limburgse Fortuna'54. De KNVB betaalde mee aan de transfersom van 280.000 gulden die aan Lille moest worden betaald. Bij Fortuna verdiende de verdediger zo'n 20.000 gulden bruto per jaar. ,,Daar kon je goed van leven. We reisden met Fortuna heel Europa door om te spelen. We waren veel gevraagd. Zo speelden zes jaar lang in Bernabeu tegen het grote Real Madrid. We kregen vijftig gulden premie voor zo'n oefenpartij. Dat was echt kattepis. Daar hadden we tegen in opstand moeten komen. Ik zag bij toeval eens een briefje van onze manager Adriaanse. Daar stond op dat hij 25.000 gulden voor een wedstrijd had gekregen. Reken maar uit wat de club er aan verdiende.'' Bij Oranje kreeg Van der Hart per wedstrijd een premie van honderd gulden. Later werd dat opgetrokken naar 250 gulden. ,,We waren echte liefhebbers, geen geldduivels'', zegt Van der Hart, die na zijn actieve loopbaan trainer werd en onder meer een jaar als bondscoach werkzaam was. ,,De tijden zijn veranderd. Ik vind de bedragen die er nu worden verdiend weleens wat overdreven. Een ton voor het bereiken van de kwartfinale van de Champions League. Maar dat kan ik beter niet zeggen. Anders denken ze dat die ouwe lul nog jaloers is ook.''
|
NRC Webpagina's
14 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |