V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie v. OCW Nederlandse omroepen
|
Kabinet dwingt omroep tot keuze
Door een onzer redacteuren
Staatssecretaris A. Nuis, die de plannen gisteren na afloop van het kabinetsberaad presenteerde, zei dat traditionele omroepverenigingen niet langer op ideële grondslag als 'kleine koningen' binnen het publieke omroepbestel kunnen opereren. Hun besluitvorming vertoont de neiging in een 'Poolse Landdag' te ontaarden. Er kijken steeds minder mensen naar de publieke tv, terwijl het kabinet jaarlijks honderd miljoen tekort komt. Het kabinet wil door het staken van de individuele zendmachtigingen de rol van de omroepbesturen terugdringen, ten gunste van de programmamakers. Het eerdere advies van de commissie-Ververs om in de toekomst 'omroepverkiezingen' te organiseren, neemt het kabinet niet over. Nuis verklaarde de voorkeur te geven aan 'lichtere vormen' van inspraak bij de verdeling van zenduren tussen de verschillende omroeporganisaties. ,,Welke dat moeten zijn, daar zijn we nog niet uit''. Mocht een aanzienlijk aantal van de omroepverenigingen na 2000 kiezen voor de eigen identiteit en daarvoor uit het publieke bestel treden, dan is volgens Nuis een drastische inkrimping van het aantal netten denkbaar. Overigens bleek Nuis er niet van overtuigd dat nog binnen de huidige regeringsperiode de 'concessiewet' ingediend kan worden. ,,We zullen proberen zover mogelijk te komen'', beloofde de staatssecretaris. Al eerder stelde het kabinet voor meer gebruik te maken van door de overheid benoemde bestuurders. Na het jaar 2000, blijkt uit de verklaringen van Nuis, zal deze situatie worden gecontinueerd. De omroepverenigingen moeten zich toeleggen op de produktie van 'geprofileerde programma's' en 'samen met anderen' een - in het regeringsstandpunt niet nader gespecificeerde - 'rol spelen' in het bestuurlijk toezicht op de organisatie van de publieke omroep, namens het publiek. Binnen de omroep werd gisteravond in eerste instantie behoedzaam gereageerd op het regeringsstandpunt. NOS-voorzitter A. van der Louw liet via een voorlichter weten 'erkentelijk' te zijn dat de regering voor de publieke omroep ook na het jaar 2000 een 'brede opdracht' ziet weggelegd, waarin niet alleen ruimte is voor nieuws, achtergrondinformatie, educatie en cultuur, maar ook voor wat in het regeringsstandpunt 'ongecompliceerde verstrooiïng' wordt genoemd. Van der Louw vindt het onduidelijk in hoeverre de omroepverenigingen in de structuur die de regering voor ogen staat hun 'identiteit en programma's kunnen bewaren'. Het dagelijks bestuur van de NOS wenst op dit punt nader uitsluitsel van de staatssecretaris, met wie voor komende dinsdag een ontmoeting is voorzien. Een duidelijker reactie kwam gisteravond van de TROS, die televisiezendtijd inruimde voor een al eerder gebruikt spotje, waarin wordt betoogd dat 'é én omroep, géén omroep' is, en de Nederlander op het gebied van de publieke omroep zijn keuzevrijheid dreigt te worden ontnomen. Op de persconferentie verweerde Nuis zich tegen de suggestie, dat het zijn streven zou zijn tot één nationale publieke omroep te komen. Weliswaar zal de eenheid van de publieke omroep moeten worden bevorderd, maar daarbinnen zal van 'veelvormigheid' sprake zijn. ,,De omroepverenigingen zullen een stap terug doen, van bestuurders naar makers van pluriforme programma's'', aldus de staatssecretaris. Overigens wil het kabinet zich voor na 2000 niet vastleggen op het behoud van de bestaande drie televisie- en drie radionetten voor de landelijke publieke omroep. De gerechtvaardigdheid van deze infrastructuur zal, aldus Nuis, na 2000 bezien moeten worden, in de vorm van een periodieke toetsing.
|
NRC Webpagina's
9 NOVEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |