NIEUWSSELECTIE
KORTE
BERICHTEN
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
|
Tour '97 ideaal parcours voor Bjarne Riis
Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN
PARIJS, 26 OKT. Met open mond
bekeek Bjarne Riis het parcours van de 84ste Ronde van Frankrijk. Hij
zag enkele loodzware etappes op het reusachtige diascherm geprojecteerd
en kon met een opgeruimd gevoel huiswaarts keren. De Deense titelhouder
is gebaat bij een zware ronde. Zes zware bergritten, twee lange
tijdritten en het zwaartepunt in de middelste week: op het eerste
gezicht een ideaal parcours voor de krachtmens Riis. In het Parijse
Palais des Congrès werd gisteren de Tour van volgend jaar
gepresenteerd. Zoals altijd luidde de hamvraag in de wandelgangen of de
ronde op het lijf van de kampioen geschreven is. De afgelopen jaren deed
de Société du Tour de France manmoedige pogingen
het parcours zo lastig mogelijk te maken voor Miguel Indurain. Nu de
Spaanse koning eindelijk is onttroond, waren gisteren alle ogen gericht
op zijn opvolger. Riis sprak even obligaat als Indurain in diens beste
jaren. ,,Je moet kunnen klimmen en tijdrijden om de Tour te winnen. Dat
zal altijd zo blijven.''
Rouen is op 5 juli 1997 de organisator van Le Grand
Départ. De hoofdstad van Normandië wordt in
wielerkringen in één adem genoemd met streekgenoot Jacques
Anquetil, de vijfvoudige Tourwinnaar die in 1957 zijn eerste ritzege
behaalde in Rouen. Koersdirecteur Jean-Marie Leblanc sprak dan ook van
een symbolische start. Volgend jaar is het een decennium geleden dat
Anquetil aan kanker overleed. Monsieur Chrono zal volgende zomer
in stijl worden herdacht. Voor de Nederlandse wielersport heeft Rouen
veel succes opgeleverd. Fedor den Hertog, Jan Raas en Gerrit Solleveld
wonnen ieder een dagprijs aan de Seine.
In tegenstelling tot de afgelopen jaren draagt de Tour de France in 1997
een nationaal karakter. Een Pyreneeënrit naar Andorra en een etappe
naar het Zwitserse Fribourg vormen de enige buitenlandse uitstapjes.
Prinsdom Andorra was twee keer eerder aankomstplaats in de Tour. In
Fribourg was de Leidse notariszoon Gerben Karstens in 1971
etappewinnaar. Beide buitenlandse aankomsten vormen volgende zomer geen uitzondering op het compacte routeschema. Zowel
Andorra als Fribourg ligt als het ware op de route. Zoals gebruikelijk
leent de openingsweek zich uitstekend voor de massasprinters. De
Nederlandse specialist Jeroen Blijlevens kan zich aan
de Franse westkust opmaken voor acht vlakke etappes. De zeewinden kunnen
wellicht voor waaier-etappes en verrassende ontsnappingen leiden, maar
normaal gesproken hoeven de klassementsleiders zich tijdens de eerste
negen wedstrijddagen weinig zorgen te maken. Via
Normandië en Bretagne leidt het rondeschema naar de Pyreneeën,
waar twee zware bergetappes zijn geprogrammeerd. De beklimmingen van de
Aspin en de Tourmalet zijn bijna legendarisch. In de afdaling van Col du
Portet d'Aspet passeren de renners het monument van
hun verongelukte Italiaanse collega Fabio Casartelli, die in de Tour van
1995 op dezelfde plek uit de bocht was gevlogen. Het zwaartepunt ligt
duidelijk in de tweede week. Na de Pyreneeën volgt een lastige
tijdrit in de omgeving van St. Etienne, die uitstekend geschikt is voor
'machtklimmers' zoals Riis en zijn jonge Duitse ploeggenoot Jan Ullrich.
Vervolgens staan drie Alpenritten op het programma. Het populaire
skioord Alpe d'Huez is weer in ere hersteld, maar de vlakke aanloop naar
de befaamde klim zal de coureurs weinig zorgen baren. De koninginnerit
in de Alpen volgt een dag later wanneer de cols van de Glandon en de
Madeleine, monumenten in de Tourhistorie, moeten worden bedwongen. De
slotklim naar Courchevel is al even lastig. Weer een dag later is
Morzine de finishplaats van de laatste serieuze bergetappe in de Alpen.
De Colombière en de Joux Plane hebben in het verleden voor grote
tijdsverschillen gezorgd. De slotweek in de Tour is op papier minder
lastig dan tijdens de voorgaande edities. De organisatie heeft
ingecalculeerd dat de winnaar wellicht vroegtijdig bekend is. Toch zijn
de heuvels in de Vogezen en de Elzas in het verleden verraderlijke
kuitenbijters gebleken. Na een treinreis van Dyon naar Disneyland bij
Parijs volgt op de laatste zaterdag in de omgeving van het pretpark een
tijdrit van 62 kilometer. Voor specialist Ullrich is de race tegen de
klok een uitstekende gelegenheid de eventuele tijdsverschillen met Riis
ongedaan te maken. Voor de Franse klimmmers Richard Virenque en Luc
Leblanc komt de lange, afsluitende tijdrit minder gelegen.
De Nederlandse renners zullen zich volgend jaar, bij gebrek aan goede
klimmers, richten op dagsuccesen. Het zware parcours zal de jonge
nationale garde angst inboezemen, hoewel de voormalige Tourwinnaar Joop
Zoetemelk zijn landgenoten in Parijs alvast een hart onder de riem stak.
,,Iedere Tourrenner moet de Tour aankunnen. Dus maakt het niet uit hoe
zwaar hij is. Als de renners eenmaal moe zijn, worden ze allemaal moe.''
|
NRC Webpagina's
26 OKTOBER 1996
|