O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
De bekering van Shell
De president-directeur van de Koninklijke/Shell Groep, Herkströter, heeft vorige week in een toespraak een cultuurverandering voor Shell aangekondigd. Het was een onthullend verhaal. Enerzijds omdat Shell het boetekleed aantrok en erkende dat het zich te lang had afgesloten van de samenleving, anderzijds omdat de dilemma's van het multinationale ondernemerschap in een transparante wereld treffend onder woorden werden gebracht. Shell, zei Herkströter met zoveel woorden, heeft de aansluiting bij de maatschappelijke veranderingen gemist. Dit is geen gering zelfverwijt voor de topman van een van de grootste concerns ter wereld, dat in 1995 een winst boekte van bijna zeven miljard dollar - meer dan het bruto nationale produkt van IJsland. SHELL HEEFT DE afgelopen tijd enkele fikse publicitaire deuken opgelopen. Eerst was daar de rel over de Brent Spar, een afgedankte opslagtank voor olie die onder druk van de milieulobby uiteindelijk niet werd afgezonken in zee, maar versleept werd naar Noorwegen. Vervolgens was er de betrokkenheid van Shell bij de oliewinning in het oosten van Nigeria en de aanklacht dat het concern zich meer had moeten inspannen om de executie van Ogoni-leider Ken Saro-Wiwa en acht medestanders in Nigeria te voorkomen. Ook al trof Shell minder blaam dan de beschuldigingen die werden geuit, de reactie van het bedrijf was op zijn zachtst gezegd inadequaat. Grotere nadruk op public relations vormt niet het antwoord op kritiek en het siert Shell dat het daarvoor niet kiest. Het concern, dat overigens gewikkeld is in een ingrijpende vernieuwing van de organisatie, zoekt de oplossing in een interne cultuuromlslag. Herströter bepleit minder vanzelfsprekendheid in de betrekkingen met overheden, minder technologische arrogantie, minder gedrag van een 'staat in de staat' en meer contacten met maatschappelijke organisaties. De gesloten schelp moet zich open stellen voor de buitenwereld. HET DILEMMA VAN zakendoen in extreme omstandigheden is hiermee niet opgelost. Van de ruim honderdtachtig onafhankelijke landen in de wereld hebben er een groot aantal maatschappelijke, culturele, politieke, humanitaire of ecologische aspecten die naar de gangbare Westerse normen verwerpelijk zijn. Moeten multinationale ondernemingen die per definitie in alle mogelijke landen opereren, hiermee rekening houden en hebben ze een rol te vervullen in de bevordering van veranderingen? Hoewel de oliemaatschappijen zich - in ieder geval in het verleden - hebben gemengd in politieke aangelegenheden binnen en tussen landen, kiest Herkströter voor een middenkoers tussen wat hij noemt moreel imperialisme en moreel relativisme. Terecht: niet ondernemingen maar overheden en internationale organisaties moeten zich uitspreken over politieke stelsels, mensenrechten of milieuvernietiging en in voorkomende gevallen maatregelen treffen. ONDERNEMINGEN KRIJGEN hiermee geen vrijbrief om zich in hun operationele bedrijvigheid nergens iets van aan te trekken. Naast hun zakelijke afwegingen zijn ze gebonden door bredere maatschappelijke normen en waarden. In extreme gevallen kan dit betekenen dat bedrijven zich terugtrekken uit landen of besluiten hun zakelijke activiteiten anders in te richten. Voor multinationals wordt het daarmee niet gemakkelijker. Maar niemand zou ook willen beweren dat de hedendaagse, mondiale economie gemakkelijk in elkaar zit.
|
NRC Webpagina's
15 OKTOBER 1996
|
Bovenkant pagina |