M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Haasbroek moet NOS-journaal 'versnellen'
Door HENK VAN GELDER
Die budgettaire ruimte betekent in elk geval een heel verschil met zijn huidige baan als directeur en hoofdredacteur van Radio Rijnmond, waar hij met beperkte middelen en financieel kunst- en vliegwerk een bereik van 80 procent van de luisteraars in en om Rotterdam aan zich wist te binden. In die functie leerde hij bovendien pragmatisch te redeneren: als het grote publiek hecht aan een voorspelbare programmering, lokale vedetten en veel opgewekte muziek tussen de informatie door, zou Radio Rijnmond daarvoor zorgen. De toekomst voor het vernieuwende soort radio, waarvan hij jarenlang een enthousiast pleitbezorger was, zag hij somber in. Steeds meer ontwikkelde hij zich tot een doener, een manager die ogenschijnlijk in staat was zonder veel kleerscheuren in de Rotterdamse slangenkuil staande te blijven. Samen met zijn tweelingbroer Jan, die als hoofdredacteur van Stads TV in Rotterdam achterblijft, werd Nico Haasbroek in 1943 geboren in Amersfoort, naar eigen zeggen in een ,,beetje christelijk, beetje socialistisch nest''. Hij doorliep de toenmalige Mulo, ging naar de kweekschool en belandde vervolgens in de journalistiek. Tien jaar lang, vanaf 1965, was hij freelance-journalist, vooral bij de VPRO-radio waar in die dagen de grondslag werd gelegd voor een speels soort anarchisme dat regelmatig voor ophef zorgde. Na een reportage te hebben gemaakt van een protestmars van Amsterdamse studenten, zei hij tegen zijn broer Jan, die daarin meeliep: ,,Joh, doe niet zo maf, kom toch gewoon bij de radio.'' Het stempel van het Haasbroek-syndicaat, dat de gebroeders in die tijd op zich gedrukt kregen, raakten ze nooit meer kwijt. Terwijl zijn broer in Hilversum opklom, was Nico Haasbroek vanaf 1975 achtereenvolgens correspondent in Bonn en New York. In 1983 werd hij hoofdredacteur van Radio Rijnmond. Gaandeweg verschoven zijn werkzaamheden zich naar het management. Hij verzette zich tegen een, overigens al snel gesneuveld, NOS-plan om alle regionale omroepen in te schakelen bij de nieuwsvoorziening op Radio 1, omdat hij daarvan voor zijn eigen zender het nut niet inzag. Liever liep hij op de maatschappelijke ontwikkelingen vooruit door actief naar de private sector te lonken voor de financiering van programma's. Vorig jaar pleitte hij op de opiniepagina van deze krant voor ,,echte samenwerking binnen één bedrijf tussen overheden, omroep, uitgevers en kabelbedrijven''. Uiterlijk onbewogen doorstond Haasbroek de storm die in Rotterdam opstak, toen zijn broer Jan vorig jaar hoofdredacteur werd van Stads TV, met de bedoeling er een regionale tv-zender van te maken. Jan Haasbroek, de ,,moegestreden'' ex-directeur van de VPRO-radio, werd gezien als een door Nico aangestelde zetbaas. Door de lokale Stadspartij van Manuel Kneepkens werden de gebroeders zelfs uitgekreten voor ,,Berlusconi's aan de Maas'', een kwalificatie die hen ernstig stoorde. De reactie van wethouder H. Kombrink op Haasbroeks vertrek was dan ook niet vrij van understatement: ,,Ik kan me goed voorstellen dat hij na zo'n lange tijd zin heeft in iets anders.'' Zijn terugkeer naar Hilversum is voor Nico Haasbroek ,,zeker niet zonder emoties'', zei hij gisteren voor Radio Rijnmond. Bij het NOS-Journaal wordt hij de opvolger van Gerard van der Wulp, die als correspondent naar Washington vertrekt. In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers zal Haasbroek er niet te kampen hebben met de bemoeizucht van de diverse omroepen die in het verleden vaak vreesden dat hun eigen positie werd ondergraven door de uitbouw van het gezamenlijke journaal. Nu heerst veeleer de gedachte dat een sterk NOS-Journaal goed is voor de publieke omroep. Zo bezien krijgt Haasbroek in Hilversum de wind meer mee dan in Rotterdam.
|
NRC Webpagina's
11 OKTOBER 1996
|
Bovenkant pagina |