K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In 54 theaters. Meer lering dan vermaak in nieuwe John Grisham-verfilming 'A Time to Kill' Naar welke kant loenst Vrouwe Justitia
Door HANS BEEREKAMP
Grisham weet inderdaad hoe je een drama neer moet zetten; het zou zelfs wel wat minder mogen. In het blankste district van Mississippi verkrachten twee verachtelijke prototypes van white trash een tienjarig negermeisje. Het kind overleeft en de daders zijn snel opgespoord door de populaire zwarte sheriff. De vader van het slachtoffer (Samuel L. Jackson, de oudtestamentische wreker uit Pulp Fiction) pakt een geweer en schiet bij de voorgeleiding, ten overstaan van het hele stadje, de twee verdachten dood voordat ze vrijgesproken kunnen worden. Het proces tegen Jackson is explosief geladen: een geheel blanke jury moet beslissen of deze vendetta gerechtvaardigd was. Officieel luidt de vraag of de moordenaar toerekeningsvatbaar, dus schuldig is, maar in feite draait het al snel om de vraag of een zwarte in Mississippi hetzelfde recht heeft als een blanke om wraak te nemen op de belagers van zijn dochter. In een volwassen rechtstaat zou je de moordenaar veroordelen tot een lichte straf, maar in Amerika lijkt in zo'n geval slechts de keuze te bestaan tussen de doodstraf of vrijspraak. Al snel doen de feiten er ook minder toe dan de macht van de Ku Klux Klan aan de ene kant en van zwarte pressiegroepen aan de andere. Daartussendoor laveert de blanke advocaat van de verdachte, een relatief liberale, door beide kampen verguisde kleine zelfstandige (de nieuwe ster met de onhandige naam Matthew McConaughey), die hiermee de kans krijgt zijn minderwaardigheidscomplex kwijt te raken. Hij wordt bijgestaan door een aantrekkelijke stagiaire uit het verre Boston (Sandra Bullock), die echter schielijk het scenario uitgeschreven wordt, zodra de geëvacueerde echtgenote van McConaughey haar man weer persoonlijk moed komt inspreken. Sinds het proces tegen O.J.Simpson weet de hele wereld dat Vrouwe Justitia in de VS eerder scheel kijkt dan blind is. De kern van het drama is de vraag of ze naar links of naar rechts loenst. Het blijft echter een onbegrijpelijk schouwspel. Je kunt je nog voorstellen dat de rechter (Patrick McGoohan) aanvankelijk weinig voelt voor een verplaatsing van de zaak naar een rustiger district, maar niet dat hij voet bij stuk houdt wanneer brandende kruisen het ene na het andere slachtoffer maken en er van objectieve rechtsvinding geen sprake meer kan zijn. En wat te denken van dat ene slotpleidooi, dat via de traanklieren van de juryleden de hele zaak een radicale wending geeft? Het achterlijke Zuiden heeft al heel wat fascinerende filmdrama's opgeleverd, maar A Time to Kill schiet in dat opzicht zijn doel voorbij. Grisham, die in hoge mate controle had over het filmscenario, lijkt de kijker met de pamflettistische toon van het verhaal ergens van te willen overtuigen, maar het is niet helemaal duidelijk van wat. Dat vlak onder de huid van een gemoderniseerd Zuiden de blanke en zwarte rancune smeulen? Dat beide rassen recht hebben op het eigenhandig voltrekken van de doodstraf op de verkrachter van hun kind? Dat een vrouw onder alle omstandigheden naast haar man hoort te staan? Of, zoals in het laatste shot gesuggereerd wordt, dat er eens een dag zal komen dat blanke en zwarte kinderen samen spelen kunnen? Geef mij maar de Grisham van The Client en The Firm, die zonder nadrukkelijke filosofietjes schilderachtige personages uit het Amerikaanse rechtssysteem neerzette, meer tot vermaak dan tot lering.
|
NRC Webpagina's
11 SEPTEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |